In de historische Mariënburgkapel in hartje Nijmegen creëert het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis een plek waar iedereen welkom is om het rijke verleden van de regio te ontdekken, Nijmeegse verhalen te vertellen en jezelf te ontwikkelen. Onze tentoonstellingen en activiteiten zijn voor en van alle Nijmegenaren. Wij hebben een actieve en betrokken rol in het erfgoedveld en verbinden bewoners, bezoekers, ondernemers en andere instellingen. Hiervoor gebruiken we niet alleen de kapel als expositie- en lezingenruimte, maar organiseren we ook activiteiten in de stad.
Wat ga je doen? Wij zoeken een vrijwilliger die de marketing en communicatie voor ons donateursprogramma (Vrienden van het Huis) op poten zet. Dit donateursprogramma is nieuw. Je werkt nauw samen met de degene die dit programma marketingtechnisch heeft opgezet. En er ligt al een communicatieplan waarmee je aan de slag kunt. Eigen inbreng in de vorm van ideeën zijn van harte welkom.
We kunnen wel wat versterking gebruiken van iemand die kan schrijven, redigeren en kansen ziet voor een brede bekendmaking en continue aandacht in het Rijk van Nijmegen met free publicity. Vanuit onze contentplanner hebben we al wel regelmatige social posts en er ligt het e.e.a. aan foldermateriaal.
We zijn op zoek naar wat heet affiliate marketing en communicatie, waarbij we ons verhaal (gratis) aanbieden bij externe partijen. Zie je kansen voor een groter achtergrondverhaal in een lokale krant of bij onze partners (Uitgaan Nijmegen, Archief Nijmegen, VVV, toeristische gidsen, ANWB Kampioen) laat deze dan niet liggen.
Wat neem jij mee?
Je hebt affiniteit met communicatie, cultuur en (regionale) geschiedenis
Je hebt kennis van off-en online communicatiemiddelen, affiliate marketing en weet welke middelen je op welk moment inzet om doelgroepen te bereiken
Je bent proactief en werkt snel en precies
Je hebt een vlotte pen en goede redactionele vaardigheden
Je bent minimaal 4 uur per week beschikbaar
Wat hebben wij te bieden? Je komt terecht in een klein team waarbinnen je de ruimte krijgt om praktijkervaring op te doen en jezelf verder te ontwikkelen in een verantwoordelijke rol. Wij bieden een open, gezellige en leerzame werkomgeving die volop in ontwikkeling is. Een omgeving die niet alleen belang hecht aan jouw bijdrage aan het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis, maar ook wat jij eruit wilt halen. Wil je bijvoorbeeld als student later de cultuursector in of als communicatiemedewerker aan de slag? Deze functie biedt de mogelijkheid je netwerk in cultureel, creatief en communicatief Nijmegen uit te breiden en professionele ervaring op te doen.
Dus zoek je een maatschappelijke stage, ben je een gepensioneerde, een student, ben je in-between jobs, of zoek je anderszins een zinvolle invulling van wat vrije uren? Meld je dan bij ons! Stuur jouw motivatie naar vacatures@hvdng.nl. Wij nodigen je graag uit voor een kennismaking. Voor inhoudelijke vragen kun je ook telefonisch contact opnemen met onze vrijwilligerscoördinator Huub Vilé: 06 83589917.
Acquisitie op basis van deze vacature wordt niet op prijs gesteld.
Er staat een nieuwe kapitein aan het roer bij het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis: per 1 april is Robin Hoeks gestart als nieuwe directeur. Opgegroeid in Brabant, is Hoeks voor zijn studie naar Nijmegen gekomen en niet meer weggegaan. Aan de Radboud Universiteit heeft hij zowel zijn bachelor Geschiedenis als master Historical Studies afgerond. In eerder onderzoek heeft Hoeks zich onder andere gericht op de omgang met erfgoed in Nijmegen. Bij het Huis is Hoeks geen onbekende. Eerder heeft hij meegewerkt als schrijver van een 51ste de canon venster van de Nijmeegse geschiedenis, een project dat nu opnieuw aandacht krijgt. De geschiedenis van de oudste stad van Nederland is dus niet onbekend voor Hoeks.
“Nijmegen heeft een schat aan zichtbaar en onzichtbaar erfgoed dat in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis een podium verdient”
In de afgelopen jaren heeft Hoeks veel op en neer gereisd tussen Nijmegen en Den Bosch voor zijn baan bij Erfgoed Brabant. Als redacteur publiceerde hij artikelen en podcasts over het Brabantse erfgoed. “Van de meer dan vier jaar die ik in Brabant heb gewerkt neem ik mee dat erfgoed meer is dan geschiedenis. Erfgoed is alles uit het verleden waaraan we in het nu waarde hechten: monumenten, volksverhalen, dialecten en gebruiken. Maar bovenal: de verhalen die we elkaar over het verleden vertellen. Uiteindelijk vormen we onze identiteit in onze verhalen.”
Hoeks begint met veel enthousiasme bij het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. “Het Huis heeft een dubbele laagdrempeligheid: zowel in de onderwerpen van de tentoonstellingen, als in de Nijmegenaren die de tentoonstellingen maken. Het Huis is een startpunt voor iedereen – Nimwegenaar uit zowel Nijmegen-Oost als het Waterkwartier, studenten, of historicus – die iets wil vertellen over het erfgoed van de stad.” Hoeks hoopt hier een nieuwe impuls aan te geven en de deuren open te zetten voor nieuwe initiatieven en betrokken vrijwilligers. Juist de vrijwilligers zijn voor Hoeks cruciaal: “Het is prachtig om mensen een plek te bieden die actief willen bijdragen aan het Nijmeegse erfgoed. Ik wil hen in de komende jaren alle ondersteuning bieden die nodig is voor het maken van geweldige exposities.”
Geproduceerd door Hans Wegman & Rene van Hoften Prenten ingekleurd door Kees Moerbeek, Willem Venerius & Marijke Eken
In de 19e eeuw gingen Nijmegenaren met Nieuwjaar langs de deur om hun beste wensen aan te bieden. Vooral gemeentepersoneel, zoals vuilnisophalers, lantaarnaanstekers en nachtwakers, bood een mooi gedrukte prent aan met een liedje of vers. De ontstaansreden van dit verschijnsel lag in de grote armoede die Nijmegen sinds de tachtigjarige oorlog en de Franse veroveringen in de greep had. De bevolking greep elke gelegenheid om wat centen bij te verdienen.
Nadat de expositie twee jaar op rij niet door kon gaan, is deze online versie ontwikkeld. Tussen 15 december 2022 en 6 januari 2023 was er een wandelexpositie in de binnenstad van Nijmegen waarin de prenten te zien waren in de vitrines van zestien verschillende ondernemers in de stad.
De prenten waren meestal in zwart-wit maar zijn voor de expositie ingekleurd.
Online expositie
–
Askarlieden (1851)
Askarlieden waren stratenvegers en -veegsters, ook wel karremans of karluiden genoemd, of in de volksmond de drekboer. Tegenwoordig zouden we zeggen: de gemeentereiniging.
–
Karremans (1731)
Een andere taak van de karremans was het leeghalen van de pleetonnen oftewel secreten oftewel stilletjes. Ze woonden dan ook niet voor niets in de Stillevegersgas, een zijstraat van de Voerweg.
–
Lantaarnaanstekers (1734)
Vanaf 1670 waren in de stad ruim 180 olielampen opgehangen. Voor die tijd nam men een eigen lampje mee naar buiten om niet over de gladde straatkeien uit te glijden. Die lantaarns moesten wel elke avond aangestoken en elke ochtend gedoofd worden. En een dagploeg moest ze overdag weer bijvullen. Ze werden in verband met baldadige jeugd die de lontjes graag uitblies, hoog opgehangen. Een intensieve activiteit voor een heel team van aanstekers en vullers. In 1851 werden de olielampen vervangen door gaslantaarns.
–
Lantaarnaanstekers (1834)
De tekst bij deze prent ging als volgt: Als de duisternis onze aarde Met haar valen sluijer dekt En geen Maan of stargeflonker ’s avonds ons tot Gids verstrekt.
Ja, dan ziet gij met genoegen, Naar het schijnsel van de Vlam, Dat uit hoek of straatlantaren, Zoo weldadig tot U kwam.
En dat heilzaam Oliepitje, Burgers, wordt door ons gevoed, En in lange winternachten, Voor zijn ondergang behoed.
–
Klapperlieden (1822)
Nachtwaker, dat is één van de oudste beroepen of functies. In de 18e en 19e eeuw wordt hij wel klepperman genoemd, naar het voorwerp in zijn hand, een klepper of ratel. Nijmegen heeft rond 1800 vier wijken, aangeduid met A,B,C en D en gescheiden door het stratenkruis Hezelstraat, Burchtstraat en Grotestraat, Broerstraat. In elk ‘viertel’ is een tweetal klepperlui actief. De klepperman is -afhankelijk van het seizoen- ’s nachts zes tot acht uur op pad. Toch is het maar een bijbaantje, hij verdient 156 gulden per jaar. Daar kun je geen gezin van onderhouden, dus moet er overdag ook gewerkt worden. De eerste strofe bij deze afbeelding:
De duyst’re Nagt komt al weer, Gereed moeten wy weesen, Wy moeten gaan dan op en neer, Gelyk als is voor deesen; Of schoon daar regen valt of Snee, Wy zyn al evenwel te vree, En mogen het niet laten, Te gaan door alle straten.
–
Klepperlieden (1814)
De klepperman heeft een politietaak: het aanhouden van dieven. Daarnaast is hij brandwacht. Hij moet erop toezien dat er nergens brand ontstaat. In de stad is het brandgevaar groot. De huizen staan dicht op elkaar en gestookt wordt er met steenkool of turf. In 1876 worden ze voor hun diensten bedankt; de klepperman wordt afgeschaft. Zijn taken worden overgenomen door de pas opgerichte brandweer (1875) en door het politiekorps, dat uitgebreid wordt van 4 naar 22 manschappen.
–
Stads-vischhakkers (1851)
Vanaf 1633 lag onderaan op de Grotestraat de Nijmeegse vismarkt. Daar was een stadsvishakker actief, werd de vis bij afslag verkocht, was een keurmeester aanwezig en was er altijd een agent die de boel in de gaten hield. Want bij dat bieden op vis kon het er heet aan toegaan. De visvrouwen die hun vis daar inkochten werden niet voor niets ‘vischwyven met haren vuylen beck ’ genoemd. In 1880 verhuisde de vismarkt naar een open galerij in de Korenbeurs aan de Nieuwe Markt.
Stads-vischhakkers Zegenwensch Ofschoon mijn ambt niet veel brengt in, Vereerdt mij toch de gunst, Dat ik voor d’Eersten dezer stad, De visch snijd naar de kunst.
En schenkt het nieuw begonnen jaar, Mij weder frischen Moed, Maakt dat ik blij maar ned’rig ook, Uw Ed’len begroet.
Des Hemels beste Zegening, Daal neer in ruime maat, Wien ’t stadsbestuur is toevertrouwd, Op d’achtbare Magistraat.
–
De sleepkoets
De sleepkoets was vanwege het ontbreken van wielen uitstekend geschikt voor vervoer in smalle stadstraten. De sleepkoets had twee glij-ijzers en daardoor een kortere draaicirkel dan een koets met wielen. Verder had hij een heel lage instap, dus voor dames met ingewikkelde jurkcreaties ideaal. Deze koetsen deden dienst tot 1884, waarna het laatste exemplaar in het gemeentemuseum terecht kwam.
–
Kolendragers-kaaisjouwers (1854)
Het transport op de Waal ging in de 19e eeuw steeds meer per stoomschip. Voor de ketels van de stoomschepen waren grote hoeveelheden steenkool nodig. Een kleine groep mannetjesputters hield zich bezig met het laden van de steenkool, kolendragers noemen ze zichzelf op hun nieuwjaarsprent in 1854. Het was onregelmatig werk waarbij ze volledig afhankelijk waren van de eigenaren van de stoombootdiensten.
–
Tamboers (1869)
Vanaf 1815 was het wettelijk verplicht dat elke stad van enige omvang beschikte over een eigen schutterij. Het doel was de weerbaarheid van de burgers te verhogen, voor het verdedigen van hun stad, maar ook ter assistentie bij brandbestrijding en andere stedelijke diensten. Schutterplichtig waren vanaf 1827 mannen van 25 tot 35 jaar. De sterkte van de dienstdoende schutterij in Nijmegen wisselde tussen de 339 en 600 mannen.
–
Informatie over afgelaste opening expositie
In het kader van de lezing van René van Hoften en Hans Wegman over Nijmeegse Nieuwjaarsliederen uit voorbije eeuwen zou het kwartet ICV een zestal liederen uit overgeleverde teksten opvoeren. Om het werk dat hierin gestoken is niet verloren te laten gaan, kun je hieronder de uitgeschreven partijen bekijken die opgesteld zijn door het kwartet ICV.
Van weinig Nieuwjaarsliederen is de melodie bewaard. Soms stond er bij de tekst vermeld dat deze gezongen kon worden “op de melodie van…”, maar de melodie zelf ontbrak. Als gevolg daarvan is bij de gekozen teksten gezocht naar passende melodieën in oude bronnen als John Playford’s English Dancing Master en Oude en Nieuwe Hollantse Boeren Lieties en Contredansen. Passend, in de zin van passend bij de sfeer van de teksten, daarbij vooral lettend op een voor de zangeres zingbaar metrum. En dat voor een heel ongebruikelijke bezetting, die nu eenmaal de bezetting van ICV is. Pier Winterwerp maakte voor alle liederen een arrangement voor deze bezetting. ICV geeft op deze wijze vorm aan voor hedendaagse toehoorders gedateerd aandoend liedgoed, dat in een historisch perspectief tot nieuw leven komt.
Kwartet ICV Anouk Balins – Zang Pier Winterwerp – Harmonium Willem Elbers – Uilleann pipes en fluit René Meeuws – Draailier.
Alle vier waren of zijn al decennia actief op uiteenlopende muzikale gebieden.
Met dank aan
Projectleider: Wanne van den Bijlaart Samenstelling: Hans Wegman, Rene van Hoften Prenten: Kees Moerbeek, Willem Venerius, Marijke Eken Muzikale begeleiding (afgelaste) opening expositie: muziekgezelschap ICV (Pier Winterwerp, Rene Meeuws, Willem Elbers en Anouk Balins) Digitalisering: Cecile Collin, Loes de Graaf
Wil jij op de hoogte blijven van de nieuwste tentoonstellingen en lezingen? Ben je benieuwd naar ons team van vrijwilligers of wil je alles weten over de Mariënburgkapel? Met de nieuwsbrief ontvang je maandelijks een e-mail met de laatste tentoonstellingen, een kijkje in de keuken en een blik op de toekomst.
We gebruiken je gegevens alleen voor het versturen van de nieuwsbrief. Door je te abonneren geef je het Huis toestemming voor het verwerken van deze gegevens volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (privacywet). Uiteraard delen we deze gegevens niet met derde partijen.
Verder graven in de historie van stad en omgeving.
FACEBOOK
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws van het Huis.
EDUCATIE
Projecten en maatwerk voor het onderwijs.
VERHALEN
Verteld verleden.
Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie
De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.