Denkend aan Batavenland: de bestudering van de Romeinse limes in de 16de en 17de eeuw
Onze huidige kennis van de verschillende Neder-Germaanse forten, legerkampen en
wachttorens langs de Neder-Rijn, de Waal en in aangrenzende gebieden is grotendeels
gebaseerd op professionele opgravingen en andere onderzoeken van de afgelopen
honderd jaar. Het redelijk heldere beeld dat wij nu hebben van de reeks van grotere en
kleinere versterkingen langs de oevers van de grote rivieren, staat in schril contrast met
de eerste pogingen daartoe, zo’n 500 jaar geleden.
Antieke teksten en inscripties gebruikte men toen om enige duiding te geven aan de
verspreide bodemvondsten en (resten van) gebouwen waarvan men (meestal ten onrechte)
dacht dat ze uit de klassieke oudheid dateerden. De voorstelling die men zich in de 16de en
17de eeuw maakte van de Noordelijke Nederlanden in de Romeinse-Bataafse tijd, lijkt voor
ons tegenwoordig misschien soms wel heel fantasierijk. Tegelijkertijd moeten we bedenken
dat grote geleerden hier doorgaans met al hun kennis en met de beste bedoelingen jarenlang
werkten om aan de hand van al die fragmentarische kennis de geschiedenis van een stad,
streek of land in kaart te brengen. Bij de speurtocht naar resten van antieke gebouwen, werden
vaak ook hoogmiddeleeuwse gebouwen als antieke erfenis beschouwd. Pas in het begin van
de 19de eeuw leerde men een verschil te zien tussen ‘Romeinse’ en ‘romaanse’ architectuur.
In deze lezing gaat prof. dr. Koen Ottenheym (Universiteit Utrecht) in op het beeld dat
men zich in de 16de en 17de eeuw had gemaakt van de Romeinse castella en van de
antieke tempels in de provincies langs de grote rivieren (Zuid Holland, Utrecht,
Gelderland). Uiteraard zullen ook Johannes Smetius sr. (1590-1651) en de
Nicolaaskapel op het Valkhof te Nijmegen hierbij aan de orde komen.
Met inleiding door dr. Harry van Enckevort, senior-archeoloog bij de gemeente
Nijmegen.
De Smetiuslezing richt zich op manieren waarop men in het vroegmoderne verleden nadacht
over de Romeinse archeologie en geschiedenis van Nijmegen, Gelderland en Nederland. De
themalezing is vernoemd naar de Nijmeegse predikant en verzamelaar Johannes Smetius sr.
(1590-1651), auteur van het boek Nijmegen, stad der Bataven (1644) en verzamelaar van
Nijmeegse bodemvondsten.
Schrijf je in via https://nederlandsklassiekverbond.nl/smetiuslezing/