De Vrede van Nijmegen (1678-1679) maakte een einde aan een jarenlange strijd tussen de Republiek, Frankrijk, Spanje en hun bondgenoten. Aanvankelijk stond de Republiek er in die strijd slecht voor. Maar de krijgskansen keerden toen de Franse koning Lodewijk xiv er niet in slaagde de Hollandse Waterlinie te doorbreken en admiraal Michiel de Ruyter de Franse bondgenoot Engeland wist te verslaan. Toen de Engelse koning in februari 1674 vrede sloot met de Republiek, begreep Lodewijk dat zijn veroveringsplannen gefaald hadden.
Daarna begon het touwtrekken om de stad waar de vredesconferentie zou moeten plaatsvinden. Nadat Keulen niet veilig was gebleken en Londen, Breda en Kleef waren afgevallen, werd als compromis Nijmegen gekozen. Medio 1676 arriveerden hier de vele vertegenwoordigers ‘van de Keyzer, Koningen, republicquen, Princen en Potentaten’. De Nijmegenaren keken hun ogen uit. Grote indruk maakte de pauselijke gezant die, gekleed in een purperen gewaad met diamanten borstkruis, in de stad arriveerde met drie door zes paarden getrokken rijtuigen en een stoet lakeien. Het volgende hoogtepunt was de komst van het Franse gezantschap. De ambassadeurs droegen prachtige, zeer kostbare kostuums, zaten in schitterende, met zes paarden bespannen rijtuigen en hadden een gevolg van zestig zwaar beladen wagens. Verder arriveerden nog vijftig andere bemiddelaars met hun gezinnen en personeel. Zij namen hun intrek in de deftigste huizen in de stad. De Nederlandse ambassadeurs aan de Doddendaal, de Fransen aan de Burchtstraat, de Spanjaarden aan de Houtstraat, de Engelsen aan de Begijnenstraat en de Zweden aan de Lange Hezelstraat. De stad moet in deze maanden een prachtig aanzien gehad hebben, doordat de gevels van de huizen waar de diplomaten logeerden versierd waren met vorstelijke wapenschilden en soms ook met het blazoen van de gezant.
Voordat er onderhandeld kon worden, moesten allerlei regels op het gebied van titels en aanspreekvormen worden vastgesteld. De rang van een betrokken diplomaat gaf namelijk aan op welke voet hij met zijn tegenstanders wenste te onderhandelen. Daarna konden de besprekingen van start gaan, soms duurden ze nachtenlang, totdat op 11 augustus 1678 de vrede tussen de Republiek en Frankrijk getekend kon worden. In de volgende maanden volgden vredesverdragen tussen de andere landen. Vele prenten, schilderijen en munten zijn aan de Vrede van Nijmegen gewijd, maar zij verwijzen amper naar de stad. Hooguit is op sommige schilderijen de Trêveszaal van het stadhuis te herkennen. Alleen op Nederlandse munten over deze vrede zijn de stad, het stadswapen of het silhouet van Nijmegen goed te zien.