38 De Waalbrug
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Een nieuwe verbinding voor het verkeer 1936
Op feestelijke wijze werd op 16 juni 1936 de nieuwe verkeersbrug over de Waal geopend. Nadat koningin Wilhelmina met een zilveren schaar het lint had doorgeknipt, trok een stoet versierde auto’s de brug over. Toch was niet iedereen vrolijk: aan de winkelpanden in de benedenstad hingen zwarte vlaggen uit.
De totstandkoming van de Waalbrug had heel wat voeten in de aarde gehad. Sinds het midden van de zeventiende eeuw was de verbinding over de Waal verzorgd door een gierpont met de toepasselijke naam Zeldenrust, die door de stroming van het water in rustig tempo van de ene zijde van de rivier naar de andere werd geduwd. In 1905 bepleitten enkele gemeenteraadsleden, onder wie fotohandelaar C. A. P. Ivens (de vader van Joris Ivens), de bouw van een verkeersbrug. Het eerste idee was de verkeersbrug te koppelen aan de in 1879 geopende spoorbrug. Dat bleek echter op te veel praktische bezwaren te stuiten. In 1911 besloot de minister van Waterstaat dat er een nieuwe brug mocht komen, mits die uitkwam bij de Belvédère. De gemeenteraad ging akkoord, maar de Nijmeegse winkeliers dachten er anders over. Zij wilden dat de brug zou uitkomen bij de Ganzenheuvel in de benedenstad, waar ze hun winkels hadden. Door middel van ingezonden stukken, verzoekschriften en verkiezingscampagnes verzetten zij zich fel tegen de Belvédèrebrug. En met succes. Want ondanks onvermoeibaar ijveren van Ivens besloot de gemeenteraad in 1917 de zaak voorlopig te laten rusten.
In de jaren twintig kwam het onderwerp Waalbrug opnieuw op de agenda van Rijk, provincie en gemeente. Het toenemende verkeer vroeg om nieuwe maatregelen. De Waal werd steeds drukker bevaren en dat maakte de oversteek met het veer gevaarlijker. Het groeiende aantal auto’s en (motor)fietsen deed de wachttijden bij het veer oplopen, zowel op de Waalkade als aan de Veerdam in Lent. Aanleg van de brug zou bovendien werk kunnen verschaffen aan het groeiende aantal Nijmeegse werklozen. Na onderzoek werd opnieuw gekozen voor het traject via de Belvédère. En opnieuw gingen de Nijmeegse middenstanders in verzet. Dit keer redden ze het echter niet. De brug kwam er. In oktober 1931 werd begonnen met de bouw, grotendeels als werkverschaffingsproject. Vijf jaar later was hij gereed. Intussen was in april 1935 ook de Rijnbrug bij Arnhem tot stand gekomen. Net als de Waalbrug was deze, als onderdeel van het Rijkswegenplan, in belangrijke mate door het Rijk gefinancierd.
Na de opening van de brug werd de pont uit de vaart genomen. Zoals de winkeliers in de benedenstad voorspeld hadden, verplaatste het zwaartepunt van de handel zich naar de bovenstad en de nieuwe buitenwijken. De benedenstad zou langdurig – tot de naoorlogse renovatie – een probleemgebied worden.
Bron: Dolly Verhoeven, in: De Canon van Nijmegen, Uitgeverij Vantilt (Nijmegen 2009)
>> Ga terug naar de startpagina van de Canon van Nijmegen