Algemeen Armbestuur

Uit Het Digitale Huis
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!

Het Algemeen Armbestuur is een gemeentelijke instelling die zorg draagt voor de ondersteuning van de armen. In 1855 wordt het bestuur overgenomen door het Burgerlijk Armbestuur.

Samenstelling

Het algemeen armbestuur is een gemeentelijke instelling, die ook wel bureau van weldadigheid wordt genoemd. Het staat onder leiding van zes regenten (drie katholieke en drie protestantse regenten) en een provisionele ontvanger. Tenslotte maken twintig armverzorgers deel uit van het armbestuur. Het Algemeen armbestuur functioneert tot 1855, wanneer het overgenomen wordt door het Burgerlijk Armbestuur.

Organisatie

In het reglement op het beheer en bestuur der armenfondsen worden acht vormen van inkomsten opgesomd<ref>Reglement op het beheer en bestuur der armenfondsen binnen de stad en het schependom van Nijmegen, Nijmegen 1826, artikel 1.</ref>

  1. inkomsten van de vismarkt
  2. vrijwillige inschrijvingen of inzamelingen met open schalen
  3. uitkeringen voor openbare vermakelijkheden
  4. arm-gelden, bedongen bij verkoop van goederen
  5. opbrengst van de bus op het tolkantoor
  6. uitkeringen bij gelegenheid van begrafenissen
  7. toelage uit stadskas
  8. onvoorziene ontvangsten

Tegelijkertijd probeert het stadsbestuur aan de kant van de uitgaven de kosten in de hand te houden. Het houdt in de gaten wie voor bedéling door het armbestuur in aanmerking komen. Door het weren van landlopers en bedelaars en door het beperken van het aantal nieuwkomers in de stad zorgen de stedelijke bestuurders ervoor dat het aantal te bedélen personen niet al te zeer groeit. De wijkmeesters spelen een belangrijke rol bij de uitvoering van dat stringente toelatingsbeleid.

Armenwet 1854

Van belang op het terrein van de armenzorg is de armenwet van 28 juni 1854. De wet gaat uit van het beginsel dat de ondersteuning der armen de taak is van de kerkelijke en bijzondere instellingen van weldadigheid. De tussenkomst van de gemeente is alleen dan geboden als de ondersteuning niet van genoemde instellingen verkregen kan worden en dient zich dan te beperken tot het volstrekt onvermijdelijke.<ref>Zie artikel 21 van de armenwet van 1854. Koolen G., Het Burgerlijk Armbestuur te Nijmegen (1854-1912),(scriptie G.A.N. 1978), p. 7.</ref>

Voetnoten

<references/>

Bronnen

  • Gruppelaar, L., Lokaal bestuur en stedelijke overheid te Nijmegen, 1816-1851, Gemeentearchief Nijmegen, 1994.

Verantwoording

Bewerking van de resultaten van onderzoek, gedaan in de jaren 1994-1996, naar lokaal bestuur en gemeentelijke overheid in Nijmegen door Lisette Kuijper (Regionaal Archief Nijmegen, 2010)