De Anti-Revolutionaire Partij (ARP) werd in 1879 opgericht in het kader van de strijd voor de financiële gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs. De ARP vond vooral steun bij het gereformeerde volksdeel. De partij behaalde in 1919 voor het eerst een zetel in de Nijmeegse gemeenteraad. De Nijmeegse partijafdeling nam vanaf 1935 als Protestants-Christelijke Lijst (PCL) deel aan de raadsverkiezingen. Na de Tweede Wereldoorlog sloot de plaatselijke afdeling van de Christelijk-Historische Unie (CHU) zich aan bij de PCL. De protestants-christelijke combinatie behaalde nooit meer dan twee zetels. Vooruitlopend op de vorming van het Christen-Democratisch Appèl (CDA) trokken de Katholieke Volkspartij (KVP) en de PCL bij de Nijmeegse gemeenteraadsverkiezingen in 1974 samen op. Nijmegen was een van de eerste gemeenten waar deze christendemocratische samenwerking tot stand kwam. De combinatie behaalde toen vijftien zetels.
Jaar | Aantal stemmen | Percentage | Aantal zetels |
---|---|---|---|
1919 | 255 | 2,3% | 1 |
1923 | 358 | 1,3% | 0 |
1927 | 444 | 1,4% | 0 |
1931 | 815 | 2,4% | 1 |
Naam | Periode |
---|---|
Dalen, W. van | 1931-1935 |
Kool, J.F. | 1919-1923 |
Gegevens verzameld als onderdeel van de tentoonstelling ‘Iedereen doet aan politiek. 100 jaar gemeenteraadsverkiezingen in Nijmegen’ ter gelegenheid van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 (Regionaal Archief Nijmegen, 2010)