Arminianen of Remonstranten, Rekkelijken

Uit Het Digitale Huis
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!

In het begin van de zeventiende eeuw was de Nederduits Gereformeerde Kerk ernstig verdeeld. Het conflict spitste zich toe op het leerstuk van de predestinatie ofwel de vraag of de mens al bij zijn geboorte voorbeschikt is tot eeuwig heil of verdoemenis? De Leidse professoren in de theologie Franciscus Gomarus en Jacobus Arminius waren de aanvoerders van de twee tegenover elkaar staande stromingen. De minder leerstellige arminianen of remonstranten, de rekkelijken, dolven op de befaamde synode van Dordrecht (1618-1619) het onderspit.

Ook in Nijmegen stonden remonstranten en contraremonstranten, de volgelingen van Gomarus die preciezen werden genoemd, tegenover elkaar. De drie door het stadsbestuur benoemde predikanten behoorden alle drie tot de remonstranten. Het stadsbestuur, onderling verdeeld, slaagde er niet in een contraremonstrantse dominee te benoemen en daarmee te voldoen aan de wens van een deel van de bevolking. Ingrijpen van stadhouder Maurits, die om politieke redenen de zijde van de rechtzinnigen had gekozen, leidde tot een contraremonstrants stadsbestuur, dat ervoor zorgde dat de remonstrantse predikanten werden geschorst en dat twee rechtzinnige predikanten werden benoemd, onder wie de oudheidkundige Johannes Smetius sr. De remonstranten kregen het moeilijk, zoals onder meer blijkt uit het dagboek van een remonstrantse weduwe, dat in 2003 uitkwam onder de titel Om den Gelove. Wederwaardigheden van Willemken van Wanray (ca.) 1573-1647.

Na de dood van prins Maurits in 1625 zakten de emoties en konden de remonstranten ongehinderd bijeenkomen. In het tweede kwart van de zeventiende eeuw richtten zij een huis in tot schuilkerkje aan een pleintje bij de Platenmakersstraat, dat later naar hen de Arminiaanseplaats genoemd werd. Toen er in 1727 nog slechts een paar remonstranten over waren werd het gebouw, dat in 1944 verwoest werd, aan de doopsgezinde gemeente verkocht.

Bronnen

Regionaal Archief Nijmegen, Wetenschappelijke correspondentie, inv.nr. 559-010i (ca. 1985)


Commentaar

<comments hideForm="false"/> of, lees de overige commentaren ...