Bezoek aan Het Kabinet Smetius (1676-1679)
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Voor de diplomate en hun gevolg was er binnen de stadsmuren van Nijmegen weinig te beleven. Behoudens een kaatsbaan en een aantal toneelgroepen, had de stad weinig meer te bieden dan wandelen in haar directe omgeving. Op 15 oktober 1676 was met uitdrukkelijke toestemming van Lodewijk XIV besloten om Nijmegen en zijn directe omgeving tot neutraal gebied te verklaren. Dit gebied, dat binnen een uur beloopbaar was vanaf Nijmegen, werd letterlijk afgepaald met vijftien staanders. Buiten de stadsmuren, in het witte kerkje van dominee Johannes Smetius jr. in Neerbosch, trok het Kabinet Smetius, veel publiek.<ref> H. Bots, ‘Het kabinet Smetius, een illustere Nijmeegse bezienswaardigheid, ook tijdens het vredescongres’, in: Numaga Tijdschrift gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving 25 (1978) p. 175; J. Raeven, Geschiedenis van het Schependom van Nijmegen inzonderheid Hees, Neerbosch, Hatert, Nijmegen 1987, p. 67. Vanaf 1670 was Smetius jr. als predikant verbonden aan het witte kerkje in Neerbosch. Toen tijdens de Franse bezetting van Nijmegen (1672-1674) de Stevenskerk overging in katholieke handen, zagen een aantal katholieke inwoners van Neerbosch hun kans schoon. Zij braken het kerkje van Smetius open, maar het bleef bij een aantal vernielingen. Smetius jr. had de situatie goed ingeschat. Hij had een deel van zijn collectie elders ondergebracht. Nadat de Franse troepen zich in 1674 hadden teruggetrokken, werd de collectie door Smetius jr. weer samengevoegd en opengesteld voor publiek. Zie hiervoor ook: S. Langereis, Johannes Smetius. Nijmegen, stad der Bataven, deel 1, Nijmegen 1999, p. 113-114.</ref> Deze verzameling van Romeinse oudheden was grotendeels door zijn vader, Johannes Smetius sr., opgebouwd. Johannes Smetius sr., geboren op 10 oktober 1580 te Aken, raakte in zijn studietijd geboeid door de klassieke oudheid. In zijn nieuwe woonplaats Nijmegen, waar hij in 1619 beroepen werd tot predikant van de Stevenskerk, werd hij een enthousiast verzamelaar van Romeinse oudheden.<ref> P. Begheyn, ‘Nijmeegse biografieën’, in: Numaga Tijdschrift gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving 51 (2004) p. 118.</ref> Na zijn dood zette zijn zoon, Johannes Smetius jr., zijn werk voort. Uiteindelijk zou het Kabinet Smetius meer dan 10.000 Romeinse munten bevatten. Aangevuld met talloze andere bodemvondsten, zoals sieraden, godenbeeldjes en vaatwerk, was het een ware Romeinse schatkamer, die uitgroeide tot een internationale trekpleister.<ref> Paul van der Heijden, ‘1672-1702 Centrum van Europa’, in: De 20 dagen van Nijmegen 8 (2006) p. 197.</ref> Tijdens de vredesonderhandelingen genoot het Museum Smetianum dan ook de belangstelling van verschillende ambassadeurs. Ambassadeur Temple nam er in juli 1676 een kijkje, terwijl ook Van Beverningk, Jenkins en Von Somnitz het museum bezochten. Hun collega graaf Oxenstierna bezocht het Kabinet Smetius zelfs meer dan eens.<ref> H. D. J. van Schevichaven, Penschetsen uit Nijmegen’s verleden, deel 1, Nijmegen 1898, p. 211.</ref> Smetius jr., die geen erfgenaam had die de zorg voor de verzameling kon overnemen, besloot haar in 1703 te verkopen aan de keurvorst van de Palts, Johann Wilhelm. Met de overdracht was een bedrag van 20.000 gulden gemoeid.<ref> S. Langereis, Johannes Smetius. Nijmegen, stad der Bataven, deel 1, Nijmegen 1999, p. 115.</ref>
Voetnoten
<references/>
Bronnen
Onderzoek naar locaties m.b.t de Vrede van Nijmegen door Nick van Kleef in opdracht van het Regionaal Archief Nijmegen. Zie ook de startpagina over de Vrede van Nijmegen