De gemeentelijke organisatie zoals die vanaf 1810 bestond kende een onderscheid tussen het gemeentebestuur, de secretarie (administratieve ondersteuning van het gemeentebestuur en de beleidsvoorbereiding) en de (beleids)uitvoerende onderdelen. De sterke bevolkingsgroei die eind negentiende eeuw optrad en de daarmee gepaard gaande groei van de gemeentelijke organisatie vereisten een nieuwe opzet van een aantal aanvankelijk nog kleinschalige uitvoerende onderdelen. Sommige taken die in particuliere handen waren nam de gemeente (weer) in eigen hand. Ook zag de gemeente op nieuwe terreinen een rol voor zichzelf weggelegd, zoals bij de exploitatie van gas- en waterleiding.
Uit het voorgaande volgde vanaf 1872 de oprichting van gemeentelijke diensten en bedrijven. Een gemeentelijk bedrijf leverde tegen betaling een product of dienst aan haar burgers of aan de overheid, terwijl een gemeentelijk dienst dit kosteloos deed. Diensten en bedrijven ontwikkelden een eigen organisatiestructuur, soms met een directeur aan het hoofd. Vanaf 1931 mochten zij een eigen begroting opstellen en een zelfstandige financiële administratie voeren. Zij bleven desondanks in de eerste plaats de uitvoeringsinstanties van het door de secretarie opgestelde beleid. Na de gemeentelijke reorganisatie van 1985 kregen de diensten en bedrijven naast beleidsuitvoerende taken ook een voornamere rol in de beleidsvoorbereiding. Vanaf 1985 verzelfstandigden veel diensten en bedrijven.
De gemeente Nijmegen telde in de periode 1872-1998 een groot aantal diensten en bedrijven, die in de loop der tijd soms werden samengevoegd, gesplitst of van naam veranderden. Van veel van de onderstaande diensten en bedrijven bezit het Regionaal Archief Nijmegen de archieven:
Deze categorie bevat de volgende 45 pagina’s, van in totaal 45.