Comité tot Steun van Belgische en andere Vluchtelingen
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam : | Comité tot Steun van Belgische en andere Vluchtelingen |
Andere naam (namen): |
{{#if: Comité voor de Belgische Vluchtelingen| * Andere naam::Comité voor de Belgische Vluchtelingen|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam2}}}]]|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam3}}}]]|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam4}}}]]|}} |
Bestaansperiode: | Beginjaar::1914 - Eindjaar::1919 |
Rechtsvorm: | Rechtsvorm::Er zijn geen aanwijzingen dat het comité een vereniging of stichting was, zodat we mogen aannemen dat het informeel van aard was. |
Voorganger(s): |
{{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger1}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger2}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger3}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger4}}}]]|}} |
Opvolger(s): |
{{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger1}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger2}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger3}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger4}}}]]|}} |
Hoger orgaan: |
{{#if: | Hoger orgaan::|}} |
Archief | |
{{#if: http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126489714%7C Het archief van deze organisatie is in beheer bij het Regionaal Archief Nijmegen. De toegang met de beschrijving van de stukken is bereikbaar via deze link: |}} {{#if: | Vindplaats archief:|}} | |
{{#if: http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126489714%7C |}}{{#if: http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126489714%7CNaar beschrijving archief|}}{{#if: | |}} |
{{#if: Zoals elke oorlog bracht ook de Eerste Wereldoorlog vluchtelingenstromen op gang. Toen de oorlog op 4 augustus 1914 uitbrak, namen in Duitsland verblijvende Belgen, Engelsen en Fransen de wijk naar hun vaderland, terwijl Duitsers die in die landen woonden, in de omgekeerde richting vluchtten. Ook Nederland – en daarbinnen de grensstad Nijmegen, kreeg hiermee te maken. Verreweg de meeste vluchtelingen die hier arriveerden, kwamen uit België. Meteen na de Duitse inval begin augustus 1914 vluchtte de bevolking met duizenden naar Nederland. Na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 werd het nabij gelegen deel van Noord-Brabant overstroomd door honderdduizenden Belgische mannen, vrouwen en kinderen. De Nederlandse regering kwam in actie om deze mensen over het land te verspreiden. In Nijmegen kwamen zo’n 1500 Belgische vluchtelingen terecht. De meerderheid werd in kazernes ondergebracht; degenen die tot de burgerij en de elite werden gerekend, kregen onderdak bij particulieren en in hotels. Van de vluchtelingen keerde het grootste deel terug naar België, nadat de oorlogshandelingen rond Antwerpen voorbij waren en de toestand veilig werd verklaard. Een minderheid bleef achter. Uit Nijmegen vertrokken eind maart 1915 de laatste armlastige Belgen (circa 300 personen) naar een opvangkamp bij Ede. Het aantal welgestelden dat tot het einde van de oorlog bleef, bedroeg vermoedelijk een paar honderd.|
Algemene context
Zoals elke oorlog bracht ook de Eerste Wereldoorlog vluchtelingenstromen op gang. Toen de oorlog op 4 augustus 1914 uitbrak, namen in Duitsland verblijvende Belgen, Engelsen en Fransen de wijk naar hun vaderland, terwijl Duitsers die in die landen woonden, in de omgekeerde richting vluchtten. Ook Nederland – en daarbinnen de grensstad Nijmegen, kreeg hiermee te maken. Verreweg de meeste vluchtelingen die hier arriveerden, kwamen uit België. Meteen na de Duitse inval begin augustus 1914 vluchtte de bevolking met duizenden naar Nederland. Na de val van Antwerpen op 10 oktober 1914 werd het nabij gelegen deel van Noord-Brabant overstroomd door honderdduizenden Belgische mannen, vrouwen en kinderen. De Nederlandse regering kwam in actie om deze mensen over het land te verspreiden. In Nijmegen kwamen zo’n 1500 Belgische vluchtelingen terecht. De meerderheid werd in kazernes ondergebracht; degenen die tot de burgerij en de elite werden gerekend, kregen onderdak bij particulieren en in hotels. Van de vluchtelingen keerde het grootste deel terug naar België, nadat de oorlogshandelingen rond Antwerpen voorbij waren en de toestand veilig werd verklaard. Een minderheid bleef achter. Uit Nijmegen vertrokken eind maart 1915 de laatste armlastige Belgen (circa 300 personen) naar een opvangkamp bij Ede. Het aantal welgestelden dat tot het einde van de oorlog bleef, bedroeg vermoedelijk een paar honderd. |}}
{{#if: Het comité is in de tweede helft van augustus 1914 opgericht, toen vanuit Zuid-Limburg een noodkreet kwam over de toestand waarin de daar verblijvende Belgische vluchtelingen verkeerden. In september deelde het comité koffie en brood uit aan vluchtelingen die per trein naar een kamp in Oldenbroek op de Veluwe reisden. Vanaf september 1914 coördineerde een te Amsterdam gevestigd centraal comité het werk van de honderden plaatselijke comités die inmiddels waren opgericht. Het centraal comité regelde de verdeling van Belgische vluchtelingen over het land. Afhankelijk van het aantal leegstaande grote gebouwen kreeg een gemeente meer of minder vluchtelingen toegewezen. Na de val van Antwerpen op 8 oktober arriveerden de eerste grote groepen vluchtelingen in Nijmegen. Zij verbleven eerst in de Infanteriekazerne, de latere Krayenhoffkazerne, en vanaf december 1914 in de Waalkazerne. Het Nijmeegse comité had diverse taken: begeleiding van de vluchtelingen, informatie verschaffen over vermiste personen, geld en goederen inzamelen bij de Nijmeegse bevolking en deze ook weer over de vluchtelingen verdelen. Mogelijk bemiddelde het comité ook bij de huisvesting van gegoede vluchtelingen en was het betrokken bij de verdeling van de financiële steun die het rijk elk vluchtelingengezin gaf. Nadat in maart de armlastige vluchtelingen de stad hadden verlaten, brak een rustiger fase voor het comité aan. Een opleving in het werk vond plaats in oktober 1918, toen de geallieerde legers na een stationaire fase van vier jaar er eindelijk in slaagden naar het noorden op te rukken. Voor de zich terugtrekkende Duitse legers vluchtte de bevolking van Noord-Franse en Belgische steden als Lille en Doornik naar het noorden. Een honderdtal verbleef enkele maanden in Nijmegen onder de hoede van het comité. In januari 1919 boden enkele Belgische vluchtelingen het comité een gedenksteen aan die in de hal van het Nijmeegse stadhuis werd geplaatst. De steen werd door de oorlogshandelingen van najaar van 1944 vernield.|
Geschiedenis
Het comité is in de tweede helft van augustus 1914 opgericht, toen vanuit Zuid-Limburg een noodkreet kwam over de toestand waarin de daar verblijvende Belgische vluchtelingen verkeerden. In september deelde het comité koffie en brood uit aan vluchtelingen die per trein naar een kamp in Oldenbroek op de Veluwe reisden. Vanaf september 1914 coördineerde een te Amsterdam gevestigd centraal comité het werk van de honderden plaatselijke comités die inmiddels waren opgericht. Het centraal comité regelde de verdeling van Belgische vluchtelingen over het land. Afhankelijk van het aantal leegstaande grote gebouwen kreeg een gemeente meer of minder vluchtelingen toegewezen. Na de val van Antwerpen op 8 oktober arriveerden de eerste grote groepen vluchtelingen in Nijmegen. Zij verbleven eerst in de Infanteriekazerne, de latere Krayenhoffkazerne, en vanaf december 1914 in de Waalkazerne. Het Nijmeegse comité had diverse taken: begeleiding van de vluchtelingen, informatie verschaffen over vermiste personen, geld en goederen inzamelen bij de Nijmeegse bevolking en deze ook weer over de vluchtelingen verdelen. Mogelijk bemiddelde het comité ook bij de huisvesting van gegoede vluchtelingen en was het betrokken bij de verdeling van de financiële steun die het rijk elk vluchtelingengezin gaf. Nadat in maart de armlastige vluchtelingen de stad hadden verlaten, brak een rustiger fase voor het comité aan. Een opleving in het werk vond plaats in oktober 1918, toen de geallieerde legers na een stationaire fase van vier jaar er eindelijk in slaagden naar het noorden op te rukken. Voor de zich terugtrekkende Duitse legers vluchtte de bevolking van Noord-Franse en Belgische steden als Lille en Doornik naar het noorden. Een honderdtal verbleef enkele maanden in Nijmegen onder de hoede van het comité. In januari 1919 boden enkele Belgische vluchtelingen het comité een gedenksteen aan die in de hal van het Nijmeegse stadhuis werd geplaatst. De steen werd door de oorlogshandelingen van najaar van 1944 vernield. |Van deze organisatie is nog geen beschrijving beschikbaar.}}
{{#if: Hulp aan vooral Belgische, maar ook Franse en Duitse vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog.|
Taken en activiteiten
Hulp aan vooral Belgische, maar ook Franse en Duitse vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog. |}}
{{#if: Het comité bestond uit vrijwilligers, een aantal notabele dames en heren, zowel katholiek als protestants. Het beschikte over een bureau waar vluchtelingen werden geholpen en de administratie werd bijgehouden.|
Organisatie
Het comité bestond uit vrijwilligers, een aantal notabele dames en heren, zowel katholiek als protestants. Het beschikte over een bureau waar vluchtelingen werden geholpen en de administratie werd bijgehouden. |}}
{{#if: {{#if:-|locatie periode::-:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres:: {{#if:|locatie in googlemaps|}}
{{#if:|locatie periode:::|}}plaatsnaam:: adres:: {{#if:|locatie in googlemaps|}}
|
Locatie
{{#if:-|locatie periode::-:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres:: {{#if:|locatie in googlemaps|}}
{{#if:|locatie periode:::|}}plaatsnaam:: adres:: {{#if:|locatie in googlemaps|}}
|}}
{{#if: |
|}} {{#if: Het comité is in de tweede helft van augustus 1914 opgericht, toen vanuit Zuid-Limburg een noodkreet kwam over de toestand waarin de daar verblijvende Belgische vluchtelingen verkeerden. In september deelde het comité koffie en brood uit aan vluchtelingen die per trein naar een kamp in Oldenbroek op de Veluwe reisden. Vanaf september 1914 coördineerde een te Amsterdam gevestigd centraal comité het werk van de honderden plaatselijke comités die inmiddels waren opgericht. Het centraal comité regelde de verdeling van Belgische vluchtelingen over het land. Afhankelijk van het aantal leegstaande grote gebouwen kreeg een gemeente meer of minder vluchtelingen toegewezen. Na de val van Antwerpen op 8 oktober arriveerden de eerste grote groepen vluchtelingen in Nijmegen. Zij verbleven eerst in de Infanteriekazerne, de latere Krayenhoffkazerne, en vanaf december 1914 in de Waalkazerne. Het Nijmeegse comité had diverse taken: begeleiding van de vluchtelingen, informatie verschaffen over vermiste personen, geld en goederen inzamelen bij de Nijmeegse bevolking en deze ook weer over de vluchtelingen verdelen. Mogelijk bemiddelde het comité ook bij de huisvesting van gegoede vluchtelingen en was het betrokken bij de verdeling van de financiële steun die het rijk elk vluchtelingengezin gaf. Nadat in maart de armlastige vluchtelingen de stad hadden verlaten, brak een rustiger fase voor het comité aan. Een opleving in het werk vond plaats in oktober 1918, toen de geallieerde legers na een stationaire fase van vier jaar er eindelijk in slaagden naar het noorden op te rukken. Voor de zich terugtrekkende Duitse legers vluchtte de bevolking van Noord-Franse en Belgische steden als Lille en Doornik naar het noorden. Een honderdtal verbleef enkele maanden in Nijmegen onder de hoede van het comité. In januari 1919 boden enkele Belgische vluchtelingen het comité een gedenksteen aan die in de hal van het Nijmeegse stadhuis werd geplaatst. De steen werd door de oorlogshandelingen van najaar van 1944 vernield.| {{#if: *|
Bronnen
|}} |}}
{{#if: Het comité is in de tweede helft van augustus 1914 opgericht, toen vanuit Zuid-Limburg een noodkreet kwam over de toestand waarin de daar verblijvende Belgische vluchtelingen verkeerden. In september deelde het comité koffie en brood uit aan vluchtelingen die per trein naar een kamp in Oldenbroek op de Veluwe reisden. Vanaf september 1914 coördineerde een te Amsterdam gevestigd centraal comité het werk van de honderden plaatselijke comités die inmiddels waren opgericht. Het centraal comité regelde de verdeling van Belgische vluchtelingen over het land. Afhankelijk van het aantal leegstaande grote gebouwen kreeg een gemeente meer of minder vluchtelingen toegewezen. Na de val van Antwerpen op 8 oktober arriveerden de eerste grote groepen vluchtelingen in Nijmegen. Zij verbleven eerst in de Infanteriekazerne, de latere Krayenhoffkazerne, en vanaf december 1914 in de Waalkazerne. Het Nijmeegse comité had diverse taken: begeleiding van de vluchtelingen, informatie verschaffen over vermiste personen, geld en goederen inzamelen bij de Nijmeegse bevolking en deze ook weer over de vluchtelingen verdelen. Mogelijk bemiddelde het comité ook bij de huisvesting van gegoede vluchtelingen en was het betrokken bij de verdeling van de financiële steun die het rijk elk vluchtelingengezin gaf. Nadat in maart de armlastige vluchtelingen de stad hadden verlaten, brak een rustiger fase voor het comité aan. Een opleving in het werk vond plaats in oktober 1918, toen de geallieerde legers na een stationaire fase van vier jaar er eindelijk in slaagden naar het noorden op te rukken. Voor de zich terugtrekkende Duitse legers vluchtte de bevolking van Noord-Franse en Belgische steden als Lille en Doornik naar het noorden. Een honderdtal verbleef enkele maanden in Nijmegen onder de hoede van het comité. In januari 1919 boden enkele Belgische vluchtelingen het comité een gedenksteen aan die in de hal van het Nijmeegse stadhuis werd geplaatst. De steen werd door de oorlogshandelingen van najaar van 1944 vernield.|
Verantwoording
{{#if: Rob Wolf|Inleiding van de toegang op het archief door Rob Wolf.|}} {{#if:2015|(2015)|}}
|}}
{{#if: 14.1 Armenzorg en liefdadigheid| |}}
{{#if: 5.4 Oorlogshandelingen| |}}
{{#if: | [[Categorie:]] |}}
{{#if: | [[Categorie:]] |}}