Doopsgezinde gemeente Nijmegen
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam : | Doopsgezinde gemeente Nijmegen |
Andere naam (namen): |
{{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam1}}}]]|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam2}}}]]|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam3}}}]]|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam4}}}]]|}} |
Bestaansperiode: | Beginjaar::1602 - Eindjaar:: |
Rechtsvorm: | Rechtsvorm:: |
Voorganger(s): |
{{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger1}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger2}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger3}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger4}}}]]|}} |
Opvolger(s): |
{{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger1}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger2}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger3}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger4}}}]]|}} |
Hoger orgaan: |
{{#if: | Hoger orgaan::|}} |
Archief | |
{{#if: http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126486028%7C Het archief van deze organisatie is in beheer bij het Regionaal Archief Nijmegen. De toegang met de beschrijving van de stukken is bereikbaar via deze link: |}} {{#if: | Vindplaats archief:|}} | |
{{#if: http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126486028%7C |}}{{#if: http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126486028%7CNaar beschrijving archief|}}{{#if: | |}} |
{{#if: Sinds de vervolgingen van doopsgezinden onder Karel van Egmond, Willem van Gulik en de Spaanse inquisitie, waren er lange tijd geen doopsgezinden in Nijmegen. In 1591 verdreef graaf Maurits van Nassau, de Staatse stadhouder van Gelre, het Spaanse garnizoen uit Nijmegen en gaf de stad zich aan hem over. Hiermee was de zogenaamde Reductie van Nijmegen een feit; vanaf toen mocht binnen de stad alleen de gereformeerde religie nog in het openbaar worden uitgeoefend. Hoewel de gereformeerden ook ernstige bezwaren hadden tegen het doopsgezinde geloofsgoed, lijkt het toch alsof na de Reductie de doopsgezinden niet langer als erg bedreigend werden ervaren.|
Algemene context
Sinds de vervolgingen van doopsgezinden onder Karel van Egmond, Willem van Gulik en de Spaanse inquisitie, waren er lange tijd geen doopsgezinden in Nijmegen. In 1591 verdreef graaf Maurits van Nassau, de Staatse stadhouder van Gelre, het Spaanse garnizoen uit Nijmegen en gaf de stad zich aan hem over. Hiermee was de zogenaamde Reductie van Nijmegen een feit; vanaf toen mocht binnen de stad alleen de gereformeerde religie nog in het openbaar worden uitgeoefend. Hoewel de gereformeerden ook ernstige bezwaren hadden tegen het doopsgezinde geloofsgoed, lijkt het toch alsof na de Reductie de doopsgezinden niet langer als erg bedreigend werden ervaren. |}}
{{#if: In 1602 kregen enkele uit Haarlem uitgeweken doopsgezinden toestemming van de Nijmeegse Raad om twee kamers in gebruik te nemen in het klooster op de Hessenberg. Vanaf 1639 kregen doopsgezinden regelmatig verblijfsvergunningen en soms zelfs het burgerrecht. De doopsgezinde gemeente in Nijmegen groeide snel: naar schatting van circa 70 leden in 1651 tot circa 160 in 1655. In 1655 werd het doopsgezinden toegestaan religieuze bijeenkomsten te houden, hoewel niet op een vaste plaats en ook niet zonder protesten van de gereformeerden. Er werden bijeenkomsten gehouden in mogelijk een stal aan de Doddendaal en in de kelder van het huis 'Het Watervat' op de hoek van de Grotestraat en de Vleeshouwersstraat. Hierin kwam eerst verandering toen in 1706 een gebouw werd gekocht en als kerk ingericht aan de Korte Nieuwstraat en zeker toen in 1727 de magistraat de voormalige remonstrantse kerk aan de Arminiaanse Plaats aan de doopsgezinden verkocht en hun gemeente hierheen verhuisde. Inmiddels had de gemeente al vanaf circa 1715 twee vaste leraren, Peter Hendriks (ook wel Van Eggen genoemd) en H. Laurents, die bij toerbeurt om de veertien dagen voorgingen, al kwamen er vooraleerst voor de bediening van de sacramenten meestal predikanten van elders naar Nijmegen. Tot de Bataafs-Franse tijd bleven in ons land de doopsgezinden van openbare ambten uitgesloten.
Rond 1900 waren er een kleine 300 doopsgezinden in Nijmegen. In 1944 werd de kerk aan de Arminiaanse Plaats verwoest. In 1952 betrokken de doopsgezinden een nieuwe kerk aan de Waldeck Pyrmontsingel. In 1965, nog voor de massale ontkerkelijking begon, was het aantal Nijmeegse doopsgezinden tot 181 leden gedaald.
Op 26 maart 1990 werd een samenwerkingsverband aangegaan met de remonstrantse gemeente: de Stichting Samenwerkingsverband van de Doopsgezinde Gemeente Nijmegen en de Remonstrantse Gemeente Nijmegen, met een gezamenlijk gebouw aan de Prof. Regoutstraat. Beide gemeenten bleven formeel echter gescheiden organisaties.|
Geschiedenis
In 1602 kregen enkele uit Haarlem uitgeweken doopsgezinden toestemming van de Nijmeegse Raad om twee kamers in gebruik te nemen in het klooster op de Hessenberg. Vanaf 1639 kregen doopsgezinden regelmatig verblijfsvergunningen en soms zelfs het burgerrecht. De doopsgezinde gemeente in Nijmegen groeide snel: naar schatting van circa 70 leden in 1651 tot circa 160 in 1655. In 1655 werd het doopsgezinden toegestaan religieuze bijeenkomsten te houden, hoewel niet op een vaste plaats en ook niet zonder protesten van de gereformeerden. Er werden bijeenkomsten gehouden in mogelijk een stal aan de Doddendaal en in de kelder van het huis 'Het Watervat' op de hoek van de Grotestraat en de Vleeshouwersstraat. Hierin kwam eerst verandering toen in 1706 een gebouw werd gekocht en als kerk ingericht aan de Korte Nieuwstraat en zeker toen in 1727 de magistraat de voormalige remonstrantse kerk aan de Arminiaanse Plaats aan de doopsgezinden verkocht en hun gemeente hierheen verhuisde. Inmiddels had de gemeente al vanaf circa 1715 twee vaste leraren, Peter Hendriks (ook wel Van Eggen genoemd) en H. Laurents, die bij toerbeurt om de veertien dagen voorgingen, al kwamen er vooraleerst voor de bediening van de sacramenten meestal predikanten van elders naar Nijmegen. Tot de Bataafs-Franse tijd bleven in ons land de doopsgezinden van openbare ambten uitgesloten.
Rond 1900 waren er een kleine 300 doopsgezinden in Nijmegen. In 1944 werd de kerk aan de Arminiaanse Plaats verwoest. In 1952 betrokken de doopsgezinden een nieuwe kerk aan de Waldeck Pyrmontsingel. In 1965, nog voor de massale ontkerkelijking begon, was het aantal Nijmeegse doopsgezinden tot 181 leden gedaald.
Op 26 maart 1990 werd een samenwerkingsverband aangegaan met de remonstrantse gemeente: de Stichting Samenwerkingsverband van de Doopsgezinde Gemeente Nijmegen en de Remonstrantse Gemeente Nijmegen, met een gezamenlijk gebouw aan de Prof. Regoutstraat. Beide gemeenten bleven formeel echter gescheiden organisaties. |Van deze organisatie is nog geen beschrijving beschikbaar.}}
{{#if: |
Taken en activiteiten
|}}
{{#if: |
Organisatie
|}}
{{#if: {{#if:circa 1655 - 1706|locatie periode::circa 1655 - 1706:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Grotestraat {{#if:|locatie in googlemaps|}}
{{#if:1706 - 1727|locatie periode::1706 - 1727:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Korte Nieuwstraat {{#if:|locatie in googlemaps|}}
{{#if:1727 - 1944|locatie periode::1727 - 1944:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Arminiaanse Plaats {{#if:|locatie in googlemaps|}}
{{#if:1952 - 1990|locatie periode::1952 - 1990:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Waldeck Pyrmontsingel 69 {{#if:51.840939,5.868525|locatie in googlemaps|}}
{{#if:1990-|locatie periode::1990-:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Prof. Regoutstraat 23 {{#if:51.830405,5.865626|locatie in googlemaps|}}
|
Locatie
{{#if:circa 1655 - 1706|locatie periode::circa 1655 - 1706:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Grotestraat {{#if:|locatie in googlemaps|}}
{{#if:1706 - 1727|locatie periode::1706 - 1727:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Korte Nieuwstraat {{#if:|locatie in googlemaps|}}
{{#if:1727 - 1944|locatie periode::1727 - 1944:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Arminiaanse Plaats {{#if:|locatie in googlemaps|}}
{{#if:1952 - 1990|locatie periode::1952 - 1990:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Waldeck Pyrmontsingel 69 {{#if:51.840939,5.868525|locatie in googlemaps|}}
{{#if:1990-|locatie periode::1990-:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Prof. Regoutstraat 23 {{#if:51.830405,5.865626|locatie in googlemaps|}}
|}}
{{#if: === Doop-, trouw- en begraafboeken ===
In de Digitale Studiezaal zijn de namen en gegevens uit het lidmatenregister (1766-1805) te doorzoeken. Er zijn geen Doop-, trouw- en begraafboeken van de Doopsgezinde Gemeente bewaard gebleven.|
Doop-, trouw- en begraafboeken
In de Digitale Studiezaal zijn de namen en gegevens uit het lidmatenregister (1766-1805) te doorzoeken. Er zijn geen Doop-, trouw- en begraafboeken van de Doopsgezinde Gemeente bewaard gebleven. |}} {{#if: In 1602 kregen enkele uit Haarlem uitgeweken doopsgezinden toestemming van de Nijmeegse Raad om twee kamers in gebruik te nemen in het klooster op de Hessenberg. Vanaf 1639 kregen doopsgezinden regelmatig verblijfsvergunningen en soms zelfs het burgerrecht. De doopsgezinde gemeente in Nijmegen groeide snel: naar schatting van circa 70 leden in 1651 tot circa 160 in 1655. In 1655 werd het doopsgezinden toegestaan religieuze bijeenkomsten te houden, hoewel niet op een vaste plaats en ook niet zonder protesten van de gereformeerden. Er werden bijeenkomsten gehouden in mogelijk een stal aan de Doddendaal en in de kelder van het huis 'Het Watervat' op de hoek van de Grotestraat en de Vleeshouwersstraat. Hierin kwam eerst verandering toen in 1706 een gebouw werd gekocht en als kerk ingericht aan de Korte Nieuwstraat en zeker toen in 1727 de magistraat de voormalige remonstrantse kerk aan de Arminiaanse Plaats aan de doopsgezinden verkocht en hun gemeente hierheen verhuisde. Inmiddels had de gemeente al vanaf circa 1715 twee vaste leraren, Peter Hendriks (ook wel Van Eggen genoemd) en H. Laurents, die bij toerbeurt om de veertien dagen voorgingen, al kwamen er vooraleerst voor de bediening van de sacramenten meestal predikanten van elders naar Nijmegen. Tot de Bataafs-Franse tijd bleven in ons land de doopsgezinden van openbare ambten uitgesloten.
Rond 1900 waren er een kleine 300 doopsgezinden in Nijmegen. In 1944 werd de kerk aan de Arminiaanse Plaats verwoest. In 1952 betrokken de doopsgezinden een nieuwe kerk aan de Waldeck Pyrmontsingel. In 1965, nog voor de massale ontkerkelijking begon, was het aantal Nijmeegse doopsgezinden tot 181 leden gedaald.
Op 26 maart 1990 werd een samenwerkingsverband aangegaan met de remonstrantse gemeente: de Stichting Samenwerkingsverband van de Doopsgezinde Gemeente Nijmegen en de Remonstrantse Gemeente Nijmegen, met een gezamenlijk gebouw aan de Prof. Regoutstraat. Beide gemeenten bleven formeel echter gescheiden organisaties.| {{#if: * Schevichaven, H.D.J. van; Oud Nijmegens kerken, kloosters, gasthuizen, stichtingen en openbare gebouwen; Nijmegen, 1909
- Jong, J. de; Handboek van de Kerkgeschiedenis, derde deel; Nijmegen, 1932
- Meer, Joh. van der; Bijdragen tot de geschiedenis der Doopsgezinden te Nijmegen van 1539-1795; Amsterdam, 1982
- Kuys, J. en Bots H. (red); Nijmegen, Geschiedenis van de oudste stad van Nederland, deel 2; Nijmegen, 2005
- Brabers, J. (red).; Nijmegen, Geschiedenis van de oudste stad van Nederland, deel 3; Nijmegen, 2005|
Bronnen
- Schevichaven, H.D.J. van; Oud Nijmegens kerken, kloosters, gasthuizen, stichtingen en openbare gebouwen; Nijmegen, 1909
- Jong, J. de; Handboek van de Kerkgeschiedenis, derde deel; Nijmegen, 1932
- Meer, Joh. van der; Bijdragen tot de geschiedenis der Doopsgezinden te Nijmegen van 1539-1795; Amsterdam, 1982
- Kuys, J. en Bots H. (red); Nijmegen, Geschiedenis van de oudste stad van Nederland, deel 2; Nijmegen, 2005
- Brabers, J. (red).; Nijmegen, Geschiedenis van de oudste stad van Nederland, deel 3; Nijmegen, 2005
|}} |}}
{{#if: In 1602 kregen enkele uit Haarlem uitgeweken doopsgezinden toestemming van de Nijmeegse Raad om twee kamers in gebruik te nemen in het klooster op de Hessenberg. Vanaf 1639 kregen doopsgezinden regelmatig verblijfsvergunningen en soms zelfs het burgerrecht. De doopsgezinde gemeente in Nijmegen groeide snel: naar schatting van circa 70 leden in 1651 tot circa 160 in 1655. In 1655 werd het doopsgezinden toegestaan religieuze bijeenkomsten te houden, hoewel niet op een vaste plaats en ook niet zonder protesten van de gereformeerden. Er werden bijeenkomsten gehouden in mogelijk een stal aan de Doddendaal en in de kelder van het huis 'Het Watervat' op de hoek van de Grotestraat en de Vleeshouwersstraat. Hierin kwam eerst verandering toen in 1706 een gebouw werd gekocht en als kerk ingericht aan de Korte Nieuwstraat en zeker toen in 1727 de magistraat de voormalige remonstrantse kerk aan de Arminiaanse Plaats aan de doopsgezinden verkocht en hun gemeente hierheen verhuisde. Inmiddels had de gemeente al vanaf circa 1715 twee vaste leraren, Peter Hendriks (ook wel Van Eggen genoemd) en H. Laurents, die bij toerbeurt om de veertien dagen voorgingen, al kwamen er vooraleerst voor de bediening van de sacramenten meestal predikanten van elders naar Nijmegen. Tot de Bataafs-Franse tijd bleven in ons land de doopsgezinden van openbare ambten uitgesloten.
Rond 1900 waren er een kleine 300 doopsgezinden in Nijmegen. In 1944 werd de kerk aan de Arminiaanse Plaats verwoest. In 1952 betrokken de doopsgezinden een nieuwe kerk aan de Waldeck Pyrmontsingel. In 1965, nog voor de massale ontkerkelijking begon, was het aantal Nijmeegse doopsgezinden tot 181 leden gedaald.
Op 26 maart 1990 werd een samenwerkingsverband aangegaan met de remonstrantse gemeente: de Stichting Samenwerkingsverband van de Doopsgezinde Gemeente Nijmegen en de Remonstrantse Gemeente Nijmegen, met een gezamenlijk gebouw aan de Prof. Regoutstraat. Beide gemeenten bleven formeel echter gescheiden organisaties.|
Verantwoording
{{#if: Rob Meijer|Inleiding van de toegang op het archief door Rob Meijer.|}} {{#if:2014|(2014)|}}
|}}
{{#if: 18.2 Protestantisme| |}}
{{#if: | [[Categorie:]] |}}
{{#if: | [[Categorie:]] |}}
{{#if: | [[Categorie:]] |}}