Fort Knodsenburg
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568 - 1648) bouwde Prins Maurits een fort aan de noordkant van de Waal, Fort Knodsenburg. De naam verwijst naar de Nijmegenaren die al in de 16de eeuw spottenderwijs ‘knotsendragers’ werden genoemd, omdat zij de knots vaak als wapen gebruikten. Zo werd op 25 september 1566 een aantal protestantse Nijmegenaren door katholieke stadsgenoten met knuppels de stad uitgeslagen. Van Fort Knodsenburg belegerde Prins Maurits het Spaansgezinde Nijmegen, maar in 1585 werd het fort al ingenomen door Spaanse troepen. Met Knodsenburg beschikten de Spanjaarden nu over een strategische plek, van waaruit zij het oostelijke rivierengebied konden controleren. In 1590 werd het fort heroverd en aangepast door Prins Maurits, ondanks een belegering van Spaanse Hertog van Parma vanaf de Lentse kant. De Prins gebruikte het als uitvalsbasis om Nijmegen te veroveren. Hij bevrijdde Nijmegen van de Spanjaarden en voerde de stad ‘terug’ in de Republiek.
Knodsenburg bleef een belangrijke rol spelen. In juni 1672 verdedigden 330 Nederlandse soldaten het fort een week lang tegen een Franse overmacht. De Fransen verloren hierbij 734 man, tegen 6 of 7 Nederlandse gesneuvelden. In een loopgraaf van de Franse aanvallers zijn tijdens archeologisch onderzoek 5 skeletten gevonden. Als overwinnaars zouden de Fransen hun doden op een begraafplaats hebben begraven. Het is dus aannemelijk dat dit 5 van de Nederlandse gesneuvelden zijn. Het verlies van het fort was een zware slag voor Nijmegen. Vanuit het veroverde Knodsenburg konden de Fransen nu onophoudelijk de Waalstad bestoken.
In 1702 werd het fort voor een laatste keer uitgebreid. Aan de Lentse kant kwam een zogenaamde ‘enveloppe’: een stervormige aarden wal, omgeven door een gracht. Deze gracht is nu nog zichtbaar ten noorden van de Parmasingel. In de loop van de 18e eeuw raakte het fort in verval en uiteindelijk werd Knodsenburg gesloopt. De naam van het fort leeft nog voort in de carnavalsnaam van Nijmegen: Knotsenburg.
Het fort Knodsenburg is deels opgegraven omdat de Spiegelwaal hier werd aangelegd. Het andere deel van het fort ligt nog in de bodem, onder de dijk. Het fort is gevisualiseerd met bakstenen muren en bastions. Bovenop staat nu een kanon uit 1785 dat al eerder uit de Waal is gevist. Op het andere bastion staat een vergote uitvoering van het Romeinse masker van Andreas Hetfeld. Het origineel is te zien in Museum Het Valkhof. Vier houten palen in de Spiegelwaal markeren de oorspronkelijke plek van de palen van de ophaalbrug. De originele bakstenen funderingen van de toegang tot het fort zijn teruggeplaatst. Omdat conserveren onmogelijk bleek, zullen de funderingen langzaam afbrokkelen. Maar zolang ze zichtbaar blijven kan iedereen er nog van genieten.
Bronnen
Bureau Archeologie Gemeente Nijmegen.