Gorissen, Friedrich
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Algemene gegevens persoon | |
---|---|
Volledige naam : | Friedrich Gorissen |
Geboortejaar: | Geboortedatum::1912 |
Overlijdensjaar: | Overlijdensdatum::1993 |
Beroep : | stadsarchivaris en museumdirecteur in Kleef |
Friedrich Gorissen, de voormalige stadsarchivaris van Kleef, tevens museumdirecteur aldaar, zette zijn naam onder ruim achthonderd grotere en kleinere publicaties over de geschiedenis van Kleef en omgeving, maar keek ook over grenzen heen. In de kring van historisch onderzoekers in Nijmegen is hij een begrip: Gorissen werd hier vooral bekend vanwege de uitgave van de Stedeatlas van Nijmegen en het baanbrekende onderzoek dat eraan vooraf ging. In 2012 wordt het honderdste geboortejaar van de in 1993 overleden (kunst)historicus gevierd.
Korte biografie
Friedrich Gorissen werd op 19 april 1912 in Kleef geboren als zoon van een groentehandelaar. Door de wekelijkse tocht naar de Nijmeegse groentemarkt op maandagmorgen leerde hij in zijn jeugd Nijmegen kennen. Het was de rector van zijn lagere school die zijn interesse in geschiedenis wekte met verhalen over de historie van de Kleefse huizen en straten. Als gymnasiast op Gaesdonck kwam hij in aanraking met archieven en raakte hij erdoor gefascineerd.
Na een afgebroken architectuurstudie in de destijds Duitse havenstad Dantzig keerde Gorissen terug naar Kleef, waar hij zich vanaf 1933 toelegde op het beschrijven van de oorkonden van het Klever stift. Dit archief zou de basis vormen voor zijn talrijke historische bijdragen. In 1938 ging hij geschiedenis studeren aan de universiteit van Keulen. Al het jaar daarop haalde hij een mondelinge test summa cum laude. Voor zijn promotieonderzoek richtte hij zich op de historische topografie van de stad Kleef. De Tweede Wereldoorlog gooide echter roet in het eten: Gorissen werd in de Wehrmacht opgenomen, naar België en het Oostfront gezonden en wist uiteindelijk uit een Russisch krijgsgevangenenkamp te ontsnappen. Pas in 1952 zou hij promoveren.
Na de oorlog keerde Gorissen terug naar zijn vrouw en zes zoons – later zou hij nog twee dochters krijgen. Om de kost te verdienen ontwierp hij als architect in de naoorlogse jaren verschillende huizen in Kleef en omgeving. Hij begon daarnaast weer historische werken te schrijven, vooral over de historisch-geografische ontwikkeling van Kleef en de nederzettingsgeschiedenis van de omgeving. Met zijn teksten probeerde hij een vernieuwd ‘Heimatgevoel’ bij de bevolking op te roepen.
Stedenatlassen
Gorissen sloot zich aan bij het Gesellschaft für rheinische Geschichtskunde en gaf namens dit genootschap in 1952 een stedeatlas uit van Kleef, een jaar later gevolgd door een soortgelijke atlas van Kalkar. In beide werken maakte hij aan de hand van geschreven bronnen de ruimtelijke ontwikkeling van de steden zichtbaar. Na drie jaar intensief archiefonderzoek verscheen in 1956 de Stedeatlas van Nijmegen. Kon hij voor de atlas van Kleef nog uit zijn eigen manuscripten putten, voor de Nijmeegse versie moest Gorissen bronnenmateriaal bewerken dat nooit eerder toegankelijk was gemaakt, zoals de moeilijk leesbare Nijmeegse schepenprotocollen. De Stedeatlas van Nijmegen wordt nog altijd gezien als een belangrijke bijdrage aan de stedelijke geschiedschrijving.
Uit zijn onderzoek voor de Stedeatlas kwam in 1954 een publicatie voort over Jan Maelwael en de Gebroeders van Limburg. Daarin toonde hij aan dat de herkomst van deze wereldberoemde boekverluchters in Nijmegen lag. Het zou de basis leggen voor de vele activiteiten die sinds 2003 in Nijmegen plaatsvinden rondom de gebroeders Van Lymborch ('Van Limburg').
Archivaris en museumdirecteur
Zijn historische kennis en daadkracht bleven in Kleef niet onopgemerkt. In 1955 werd Gorissen er benoemd tot directeur van het nieuw opgerichte stadsarchief. In 1960 zou hij ook het stadsmuseum Haus Koekkoek gaan leiden en vanaf 1962 het Burgmuseum in de Zwanentoren. Hij stelde diverse tentoonstellingen samen, waaronder die over het werk van de schilder B.C. Koekkoek en over de laatmiddeleeuwse Klevische beeldensnijder. In 1973 kwam een omvangrijk werk over het Getijdenboek van Katharina van Kleef uit, waarmee hij internationaal bekendheid verwierf.
Gorissen ging in 1977 met pensioen, maar bleef publiceren over zijn geboortestad en de regio. Hij werd in 1991 onderscheiden met de Johann-Moritz-Kulturpreis van de stad Kleef. Op 27 september 1993 overleed hij.
Verbinder
Zijn leven lang richtte Gorissen zich op de historie van zijn directe omgeving. Hij verbond de geschiedenis van Kleef en het Kleverland met dat van het omliggende Nederrijnland en wist daarmee na de Tweede Wereldoorlog grensoverschrijdende contacten te leggen. Hij schreef artikelen voor tijdschrift Numaga, De Stevenskerk en in de Bijdragen en Mededelingen van de vereniging Gelre. In de jaren zeventig maakte hij zich tevergeefs sterk voor de oprichting van een grensoverschrijdende hogeschool.
Verwijzingen
- Verslaag congres in Gorissen-jaar 2012
- Stedeatlas online in de bibliotheek van de Digitale Studiezaal van het Regionaal Archief Nijmegen
Commentaar
<comments hideForm="false"/> of, lees de overige commentaren ...