header wiki – Huis van de Nijmeegse Geschiedenis

Hallo, Franciscus Johannes

Uit Huis van de Nijmeegse Geschiedenis

Ga naar: navigatie, zoeken
Algemene gegevens persoon
Volledige naam : Hallo, Franciscus Johannes
Geboortejaar: 1808
Overlijdensjaar: 1879
Beroep : schrijver, ondernemer


Franciscus Johannes (Frans) Hallo was een gedreven, van oorsprong Amsterdamse ondernemer met vele interesses en bezigheden. Twee-en-een-half jaar lang woonde hij in Nijmegen, waar hij zijn eigen sprookjeskasteel Bat-Ouwe-Zate liet bouwen.

Vroege leven[bewerken]

Frans Hallo werd geboren op 23 januari 1808 te Amsterdam, als zoon van Johanna Peelman en de Duitse hoedenmaker Johannes Hallo. Als jonge twintiger ontpopte Frans zich als schrijver. Hij kreeg in 1834 in Den Haag een baan als letterkundige op het Departement van Oorlog, waar hij tot in 1841 werkzaam bleef. Ondertussen was hij zijn eigen bedrijf begonnen.

Loopgas[bewerken]

Na een studiereis naar Noord-Frankrijk in 1838, die Hallo’s interesse voor chemie en techniek had gewekt, ontwikkelde hij in zijn eigen laboratorium vloeibaar gas, ook wel loopgas genoemd, dat voor verlichting kon worden toegepast. Hallo probeerde in het hele land zijn ‘Hallo-gas’ te verkopen, maar had daarin weinig succes. Depothouders Quack en Verweijden verkochten het Hallo-gas vanaf 1845 enige tijd in Nijmegen. Hallo’s onderneming, in 1844 naar Amsterdam verplaatst, ging in maart 1847 ten onder.

Erfrechten[bewerken]

Hallo richtte zijn aandacht begin jaren 1840 werd hij speculant in erfrechten. Met historisch-genealogisch onderzoek spoorde hij mogelijke rechten op nog niet verdeelde boedels op, waarna hij zijn kennis te koop aanbood aan mogelijke erfgenamen. Vaak was de kans op een deel van de erfenis zo klein dat een erfgenaam de rechten, in ruil voor een vergoeding, afstond aan Hallo. Met deze handelswijze verloor Hallo soms aanzienlijke sommen geld, soms maakte hij groot fortuin.

Naar Nijmegen[bewerken]

In november 1857 vestigde Hallo met zijn vrouw, drie dochters en zoon in Nijmegen, in een huurhuis aan de Grotestraat. Van daaruit gaf hij leiding aan de bouw van zijn droomkasteel op de Lindenberg, waarvandaan het uitzicht er zowel zijn fysieke als geestelijke behoeften zou bevredigen. Voor de bouw van zijn droomkasteel verdwenen 24 huizen, schuren en hutjes en de laatste acht linden waaraan de Lindenberg zijn naam had ontleend. De gemeenteraad, verheugd met de komst van de rijke ondernemer, stond Hallo kosteloos een deel van de Strikstraat en wat stukken gemeentegrond af. Hallo’s zoon legde op 28 augustus 1858 de eerste steen en amper zeven maanden later, op 15 maart 1859, plaatste Hallo zelf de laatste steen van het enorme neogotische complex, dat de naam Bat-Ouwe-Zate kreeg. De bouw had 200.655 gulden gekost. Op 1 oktober 1859 nam het gezin Hallo er zijn intrek.

Betrokkenheid bij de stad[bewerken]

Hoewel Hallo zich soms maanden opsloot in zijn kasteel, was hij ook betrokken bij het wel en wee in de stad. Hij schonk geld aan de armen van de stad, was lid van vrijmetselaarsloge St. Lodewijk en van Sociëteit De Harmonie en stelde zich twee maal verkiesbaar als raadslid – al trok hij zich beide keren op het laatste moment terug. In 1860 verhuisde het gezin Hallo naar Donsbrüggen bij Kleef en in oktober 1861 liet Hallo zich definitief uitschrijven als bewoner van Nijmegen. Hij verhuurde zijn kasteel onder andere aan sociëteit ‘Concordia’ en verkocht het in 1871. In de tussentijd bemoeide hij zich nog enige tijd met aanleg van de spoorlijn Nijmegen-Kleef.

In de problemen[bewerken]

Hallo’s onderneming in het afkopen van erfrechten ging door. In 1868 maakte hij een van de grootste klappers en verwierf hij kasteel De Cannenburch in Vaassen, met de inboedel. Daarna volgde een bewogen periode. Zijn vrouw stierf in 1869, zijn tweede vrouw in 1876. Wegens het oplichten van zijn verzekeringsmaatschappij werd Hallo in hetzelfde jaar veroordeeld tot een celstraf en een geldboete, waarop hij in 1877 naar het Beierse Coburg vluchtte. Daar stierf hij op 18 mei 1879. Mogelijk werd hij bijgezet in het neogotische grafmonument dat hij op de Hervormde Begraafplaats in Velp had laten bouwen voor zijn tweede vrouw.

Familie[bewerken]

Met het vertrek van Frans uit Nijmegen was er ook geen familie Hallo meer in de stad. Een kleinzoon van zijn jongste broer trouwde in 1914 met een telg uit de familie Van Houweninge, die op de Kwakkenberg veel grond bezat. Zo keerde de familie Hallo terug in Nijmegen.

Bronnen[bewerken]

  • Hallo, F.J., Gedenkboek wegens den bouw van het kasteel Bat-Ouwe-Zate. Deszelfs ligging en bouworde, Nijmegen, 1860.
  • Hirdes, T, ‘Eendracht maakt macht’. Het particuliere initiatief in Nijmegen en de aanleg van de spoorweg naar Kleef, Nijmegen, 1981, p. 20-25.
  • Meiners, W.J.F., Een merkwaardig Amsterdammer, in: Amstelodamum, Amsterdam, 1956, p. 117-121.
  • Regionaal Archief Nijmegen, Wetenschappelijke correspondentie, inv.nr. 558-060 (1979).
  • Roggen, M.A., Aan de Aandeelhouders in de Nijmeegsche Spoorweg-Maatschappij, Nijmegen, 1865, p. 7-9.
  • Stolp, A., F.J. Hallo als fabrikant van vloeibaar gas, in: Amstelodamum, Amsterdam, 1980, p. 120-137.
  • Terwel, W., Van een eindpunt naar een nieuw begin. De Cannenburch en zijn bewoners, Zutphen, z.j., p. 165-183.

Verantwoording[bewerken]

Bewerking van de tekst van een lezing gegeven door Hylke Roodenburg in 2012.

KENNISBANK
Verder graven in de historie van stad en omgeving
FACEBOOK
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws van het Huis
EDUCATIE
Projecten en maatwerk voor het onderwijs
VERHALEN
Verteld verleden