Het Blok
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Met ‘Het Blok’ wordt de kast in de gerfkamer van de St. Stevenskerk aangeduid waar de belangrijke charters en privileges van de stad werden bewaard. Dit meubel, een massieve eikenhouten kast, zonder enige versiering, wekt welverdiende bewondering door zijn solide arbeid en praktische inrichting. Deze kast werd door Gaert Koitenbrouwer vervaardigd in 1560.
Dit gedeelte van het archief is altijd met veel zorg omgeven geweest. Bij geschillen dienden de rechten en vrijheden die door keizers koningen en vorsten verleend waren immers te kunnen worden bewezen. Het belang van het behouden blijven van de stukken is zelfs zo groot, dat als het Blok werd geopend, ter bescherming daarvan de burgerij onder de wapenen werd geroepen. Later neemt men het overigens minder nauwkeurig.
In 1786 wordt uit de Raad een commissie gevormd die tot taak heeft Het Blok te openen, te inspecteren en te ordenen. Van hun bevindingen schrok men: het was een rommeltje, stukken waren verdwenen en sommige dreigden te vergaan. Daarop werd de Blokcommissie belast met het opmaken van een geheel nieuwe inventaris, met het opsporen van verdwenen stukken en met het maken van vidimusbrieven van de in verval zijnde stukken door daartoe competente instanties. Na de werkzaamheden werd Het Blok weer gesloten en ging de sleutel weer in het ‘pulpet’ van de raadssecretaris.
In 1849 stelde de ‘Commissie tot bewaring van Gedenkstukken van geschiedenis en kunst’ voor om ‘den Blok’ over te brengen naar het archief op het raadhuis, te weten de kamer boven de burgemeesterskamer. Dit omdat ‘dit locaal zich wegens desselfs droogte bijzonder aanbeveelt tot de bewaring van oude schrifturen’. De 12 laden van Het Blok werden daarom verzegeld en naar het raadhuis overgebracht. Na inventarisatie van de laden door de heer P. Nijhoff werden de laden weer in Het Blok geschoven, waarna hij werd geplaatst in de vestibule van de raadkamer: hij paste namelijk niet door de deur van de archiefkamer.
De inventarisatie van Nijhoff leidde overigens in 1892 nog tot verwarring. Ten onrechte vermelde hij een doorlopende serie raadssignaten van 1589 tot 1863. Als ontdekt wordt dat ‘de Raadsresolutieën’ van 1808 ontbreken verschijnen er in de krant een advertentie die de bezitter oproept het terug te geven. Later wordt echter ontdekt dat er in 1808 helemaal geen gemeenteraad bestond, terwijl het verbaal van handelingen van B&W niet bij de andere serie verbalen was opgeborgen.
Bronnen
Regionaal Archief Nijmegen, Wetenschappelijke correspondentie, inv.nr. 588-020 (z.j.).
Commentaar
<comments hideForm="false"/> of, lees de overige commentaren ...