Klooster “Dal van Josaphat”

Uit Het Digitale Huis
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!

Het klooster van de Minderbroeders-observanten, ‘Dal van Josaphat’ geheten, werd in 1456 gewijd. Met de naam ‘observanten’ werden die kloosterlingen aangeduid, die zonder concessies heel streng volgens de regel van hun stichter wilden leven. Zij leefden ‘volgens de strenge observantie’, zoals men toen zei. Het klooster stond in dat gedeelte van de benedenstad dat zich uitstrekte tussen Hezelstraat en Waalkade, om precies te zijn achter de huizen van de Waalkade. Men vindt er nu nog de Kloosterstraat en de Observantenstraat. De ligging zo vlak voor de stadsmuur was buitengewoon ongunstig. In de tijd van de Bourgondische hertog Karel de Stoute werden belegeringen verwacht. Reden waarom het klooster in 1473 moest worden gesloopt. De stad gaf de paters later een terrein aan de Papengas, waar een klooster verrees dat in 1487 –na verkregen toestemming van de paus- werd betrokken. Het werk van de paters werd van stadswege gewaardeerd, getuige de vele aantekeningen in de stadsrekeningen. In 1578 moesten de paters, verdacht van medeplichtigheid aan een aanslag, de stad verlaten, waarna het klooster werd toegewezen aan de Dominicanen, die op hun beurt hun huis en kerk aan de Broerstraat hadden moeten afstaan aan de Calvinisten. In 1585 keerden ze terug toen de katholieke meerderheid de stad weer in handen van Parma wist te spelen. De kloosterkerk werd door bisschop Lindanus tot parochiekerk verheven om de zielzorg van de stad intensiever te kunnen waarnemen. Toen in 1591 Prins Maurits de stad innam moesten de observanten de stad definitief verlaten. De kerk is in de jaren daarna gesloopt. Het klooster is in de loop der eeuwen voor van alles gebruikt, laatstelijk als kazerne. De paters keerden in de 17e eeuw terug in Nijmegen en openden er een schuilkerk.

Bronnen

Regionaal Archief Nijmegen, Wetenschappelijke correspondentie, inv.nr. 559-010s (ca. 1985).


Commentaar

<comments hideForm="false"/> of, lees de overige commentaren ...