Mariken van Nieumeghen

Uit Het Digitale Huis
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!

Het beeld van Mariken van Nieumeghen op de Grote Markt in Nijmegen

Mariken van Nieumeghen (ook bekend als Mariken van Nimwegen of Marieken van Nieweg(h)en) is een zogenaamd mirakelspel: een middeleeuws toneelstuk waarin een verloren ziel wordt gered door een wonder (mirakel).Het ‘Nederlandse’ stuk dateert uit het begin van de 16de eeuw. De auteur is niet bekend. Het verscheen voor het eerst omstreeks 1518 bij de Antwerpse uitgever Willem Vorsterman. Van deze editie is slechts één exemplaar bekend, maar dit werd in 1904 door uitgeverij Nijhoff herdrukt. De oorspronkelijke titel is Die waerachtige ende seer wonderlycke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven jaren met den duvel woonde ende verkeerde. De moraal van het verhaal is dat hoe erg een mens ook zondigt, hij altijd vergiffenis kan krijgen door bemiddeling van Maria, mits de persoon een biecht aflegt. Tegenwoordig is ‘Mariken’ niet meer weg te denken uit het imago van Nijmegen, met zijn Marikenloop, Marikenbrood en de Mariken Winterfeesten.


Het verhaal

Het knappe weesmeisje Mariken woont bij haar oom – de priester Gijsbrecht – in de buurt van Nijmegen. Ze wordt door hem naar de stad gestuurd, om boodschappen te doen. Op de drukke markt kijkt Mariken haar ogen uit en vergeet de tijd. Het is te laat en te onveilig om nog naar huis te lopen. Bij haar tante in Nijmegen klopt ze aan om te overnachten. Haar tante had echter vlak voor Marikens aankomst ruzie gehad met een paar vrouwen over de arrestatie van hertog Arnold van Gelre door zijn zoon Adolf. Hierdoor is zij buiten zichzelf van woede en Mariken moet het ontgelden. De tante scheldt haar de huid vol en beschuldigt haar ervan een relatie met haar oom te hebben.

Mariken keert gekrenkt en wanhopig terug naar huis. Ze bidt om hulp, waarbij ze zo wanhopig is dat het haar niet uitmaakt of God of de duivel haar komt helpen. De duivel hoort dit en verschijnt aan haar in de vorm van Moenen, compleet met etterende oogbal. Moenen belooft Mariken alle talen en de zeven vrije kunsten te leren, maar niet de necromantie (zwarte magie). Mariken moet dan wel haar naam wijzigen, omdat Moenen zogenaamd in het verleden problemen met ene Maria had. Bovendien mag Mariken geen kruisteken meer maken. Zij verandert haar naam in Emmeken: kleine M. Samen vertrekken ze naar 's-Hertogenbosch, om na een paar dagen door te reizen naar Antwerpen.

In deze grote stad leiden Moenen en Mariken een losbandig bestaan en slepen ze honderden mensen met zich mee in het verderf. Na zeven jaar krijgt Mariken wroeging. Ze keert terug naar Nijmegen, waar een wagenspel (straatheater) haar de ogen opent. In dit spel vraagt Masscheroen, een onderduivel, aan God waarom hij de mensen vergeeft. Mariken krijgt berouw en doet beroep op Gods barmhartigheid. Hierdoor wordt Moenen kwaad. Hij voert Mariken de lucht in en gooit haar van grote hoogte naar beneden. Maar Mariken overleeft de val, doordat haar oom Gijsbrecht tussen de toeschouwers staat en voor haar bidt. Gijsbrecht weet Moenen te verdrijven door het uitspreken van een Bijbelpassage.

Mariken zoekt vergiffenis voor haar zonden en gaat daarom samen met haar oom naar een hoge geestelijke in Nijmegen. Deze durft echter geen absolutie te geven, waarop Gijsbrecht en Mariken naar de bisschop van Keulen en later zelfs naar de paus in Rome reizen. Tijdens de reis probeert Moenen tevergeefs Gijsbrecht en Mariken te doden.

Mariken krijgt van de paus als straf drie ijzeren ringen om haar hals en armen. Deze zullen pas afvallen als haar zondige leven is vergeven. Mariken trekt zich terug in het Witte Vrouwenklooster in Maastricht, waar na jaren van boetedoening de aartsengel Gabriël haar komt verlossen van de ringen. Daarna leeft Mariken nog twee jaar en sterft in vrede omstreeks het jaar 1500. Na haar overlijden worden de drie ringen boven haar graf gehangen.


De uitvoering van Mariken van Nieumeghen in 1935; voor het waaggebouw op de Grote Markt in Nijmegen

Historische werkelijkheid

Mariken is een fictieve persoon, ze heeft dus niet echt bestaan. Maar bijzonder aan dit mirakelspel is dat er wel degelijk een aantal aantoonbaar historische verwijzingen in het verhaal zitten. Zo is de schokkende gebeurtenis, dat de hertog van Gelre door zijn zoon gevangen werd gezet, een historisch feit uit 1465. Het Witte Vrouwenklooster in Maastricht was een bestaand historisch gebouw, dat pas begin 19e eeuw werd gesloopt en waarvan nog restanten te zien zijn in het huidige Theater aan het Vrijthof.


Mirakels

In het verhaal komen twee mirakels voor:

  • Mariken overleeft de val op de straatstenen, nadat Moenen haar van zeer hoog in de lucht naar beneden heeft geworpen. Normaal gezien zou ze te pletter gestort zijn.
  • De ijzeren ringen komen, met hulp van een engel, op miraculeuze wijze los van haar hals en armen.


Navolgingen

  • Er bestaan honderden uitgaven en bewerkingen van het Mariken van Nieumeghen. Al in 1518, heel kort na de eerste druk door Willem Vorsterman, verscheen een Engelse prozabewerking uitgegeven door Jan van Doesborch.
  • Martien Beversluis publiceerde een 'lyrische bewerking' in 1928; zeven jaar later werd het spel door marionetten uitgevoerd door het Dietsch Studenten Verbond te Amsterdam.
  • Wisse Alfred Pierre Smit bewerkte het tot het lange gedicht Masscheroen 1941, terwijl Hugo Claus een nieuwe versie maakte van het 'wagenspel in een mirakelspel' onder de titel Masscheroen. Een spel (1968). Claus liet de Heilige Drie-eenheid optreden als drie naakte mannen, een keuze die toentertijd een rel veroorzaakte.
  • Er bestaan enkele verfilmingen van het spel, een tv-film geregisseerd door Johan De Meester (1968), een speelfilm door Jos Stelling (1976) en een film naar het door Peter van Gestel geschreven jeugdboek Mariken, geregisseerd door André van Duren (2000).


Symboliek

  • De heilige getallen drie en zeven zijn voorbeelden van getallensymboliek in dit verhaal
  • Moenen met de etterende oogbal: de duivel had in de middeleeuwen altijd een lichaamsgebrek
  • Eerst bevindt de duivel zich links, Marieken rechts in het toneel: links symboliseert kwaad, rechts goed
  • Bij het duivelspact staat Marieken in het midden - dat symboliseert twijfel - en uiteindelijk volgt ze de duivel naar links


Mariken en Moenen. Houtgravure uit de oudste druk die bekend is van de 'Mariken'


Trivia

  • De stad Nijmegen heeft haar beroemde, zij het fictieve, inwoonster Mariken geëerd met twee beeldhouwwerken. Het beeld van Mariken, gemaakt door Vera van Hasselt, staat op de Grote Markt. Een beeld van Moenen, gemaakt door Piet Killaers, staat aan de voet van de Grote of Sint-Stevenskerk.
  • Ook zijn er een Nijmeegs studentendispuut en een badmintonclub naar Mariken genoemd.
  • Verder is er een straat in Nijmegen naar haar vernoemd en een andere straat die daar in het verlengde van ligt, is vernoemd naar Moenen.
  • De grootste ladies run van Nederland wordt in Nijmegen gehouden, niet toevallig onder de naam: Marikenloop.
  • Openbaar-vervoerbedrijf Veolia Transport Nederland vernoemde een van haar treinen naar Mariken. <ref>Boemelen met Titus Brandsma of Mariken van Nieumeghen, De Gelderlander, 21 november 2007.</ref>
  • Sinds 2009 wordt jaarlijks het mirakelspel Mariken van Nimwegen in een locatietheaterspektakel opgevoerd in de binnenstad van Nijmegen.
  • Mariken wordt sinds 2009 vertolkt door dichteres Marjolein Pieks die samen met Ben Dirks 'Het Heimweelied van Mariken van Nieumeghen' schreef.


Mariken van Nieumeghen in het Esperanto: Mariken de Nimego

Enkonduko: Kiam en 1247 la holanda grafo Willem II estis elektata regho, al kiu apartenis ankaú la nuna Nederlando, li baldaú ekspertis financajn problemojn. La saman jaron li lombardis Nimegon kaj la chirkaúajn vilaghojn. Tio estis la regiono inter la riveroj Waal kaj Maas (Mozo) ghis la landlimo kun Germanio. La tuta regiono nomighas la “Regno de Nimego”. En la dekkvina jarcento Nimego estis garnizona urbo de dekmil enloghantoj kun urbomuroj kaj pordegoj. Kiel grava komercloko ghi travivis grandegan floradon. Nimego , kun Romia origino, estas la plej maljuna urbo de Nederlando, pli ol dumil jara. En tiu komercurbo okazis tri gravaj bazaroj: unu por pano, fishajhoj, brulligno kaj akvo, kaj unu por ovoj, butero, fromagho kaj mielo. La tria estis la duonjara chefbazaro kun vitrobjektoj, ornamajhoj, mastrumadajhoj, armiloj, spicherboj kaj miraklaj rimedoj. Estas tiu evento kiu rolus en la rakonto pri Mariken. Mariken estis la plej fama junulino el la mezepoka Nimego kaj tiel estighis la simbolo de la urbo. Shi estis inteligenta kaj bela orfino, kiu loghis che sia onklo Gijsbrecht, pastro kiu loghis en tre malnova vilagheto je trimejla distanco de Nimego, surborde de la Mozrivero.

La rakonto: Mariken iun tagon iras al la chefbazaro por achetado. Tio estas dufoje trihora promenado. Onklo Gijsbrecht deziras ke Mariken revenu ne tro malfrue por ke shi estu hejme antaú vesperigho. Se neatendite shi tamen malfruighus,tiam shi tranoktu che sia onklino en la urbo. Kiam shi alvenas en la urbon, shi vidas farmistojn kaj komercistojn kiuj vete laútkrias por allogi achetontojn. Ankaú muzikantoj kaj akrobatoj penas iom gajni. Mariken estas impresita pri chiuj aktivajhoj chu bazare chu gasteje.Shi forgesas la tempon kaj kiam ekmallumighas, shi decidas iri al sia onklino. Sed la onklino ne havas bonan humoron. Shi havis akran disputon kun siaj najbarinoj pri la aresto de la duko Arnold van Gelre, enkarcerigita de sia propra filo. Povra Mariken devas suferi pro tiu fihumoro. La onklino kulpigas Mariken pri maldeca konduto kaj, eligante unu ofendon post la alia, shi rifuzas al Mariken tranoktadon che si. Ne restas io alia por Mariken ol forlasi la urbon kaj rehejmeniri sola. Pro la mallumigho shi timas devojighi kaj pasie shi preghas pri helpo.

Jen aperas renkonte al Mariken la diablo kiel helpema viro, nomighinta Moenen [munen]. Li promesas instrui shin pri chiuj lingvoj (sed ne pri Esperanto) kaj pri la sep liberaj artoj. Siavice Mariken devas akompani Moenen, shanghi sian nomon kaj rezigni pri krucosignoj. Estante inteligenta kaj lernema junulino, Mariken decidas fari aliancon kun Moenen. Shi shanghas sian nomon en “Emmeken” (=M-eto) laú la unua litero de sia vera nomo. Kune ili piede vojaghas al ‘s-Hertogenbosch (Dukurbo) por de tie pluen iri al Antverpeno. Dumvoje Mariken vere ricevas la promesitan instruadon pri lingvoj kaj la sep artoj.

Antverpeno estas granda urbo kie kaj enloghantoj kaj fremduloj serchas profiton kaj plezuron, perdante el la vido la diajn leghojn. Emmeken kaj Moenen ekloghas en la gastejo “Den Gulden Boom” [ la ora arbo], kie tage kaj nokte regas drinkado, spekulado kaj dibochado kun kaj per virinoj amuzigantaj la vizitantojn per kantado kaj dancado. Ankaú Emmeken partoprenas en tio kaj forte elspezigas la klientojn. Tiel shi kaj Moenen kuntrenas multajn homojn en sian friponadon. Tiel shi donas eblecon al Moenen inter alie mortigi gaston dum sia kantado. Tiel daúras ilia stranga vivo. Post sep jaroj Mariken vekighas el sia koshmaro kaj shi miras, chu chi tiu maldeca vivo povas tiel daúri. Elrevighinte shi nun ankaú rekonas la diablajn manipuladojn en la konduto de Moenen. Mariken eknostalgias kaj sopiras pri siaj parencoj kaj sia urbo Nimego. Post sep jaroj kun Moenen en Antverpeno ili decidas piediri al Nimego.

Kiam ili post longa vojagho atingas la urbon, Mariken vidas preterpasantan Maria-procesion, kaj sur la granda vendoplaco okazas la surchara spektaklo de Masscheroen [maserun’]. En chi tiu teatrajho Masscheroen plendas al Dio dirante: “Homoj chiam rajtas denove penti kaj chiufoje ricevas pardonon, sed diablaj friponajhoj estas eterne pripunataj“. Dio promesas al Masscheroen, ke li pli severe punos la pekintojn, sed la dipatrino Maria atentigas, ke Dio naskighis kiel homo kaj promesis kompati siajn kunhomojn. Mariken ekmalkvietighas sed chi tiu mesagho ankaú kuraghigas shin. Shi rompas la rilaton kun Moenen kaj ekpentas. Sed Moenen ne akceptas shian decidon. Li kaptas Mariken, kondukas shin alten en la chielo kaj tiam faligas shin teren, esperante ke shi frakasighos tie. Sed helpe de Maria Mariken estas savata.

Nun ankoraú unu celon Mariken havas. Shi sopiras pardonon de siaj pekoj kaj kun shia onklo Gijsbrecht shi iras unue al la episkopo en Kolonjo kaj poste laú lia konsilo ech al Romo. Dum chi tiu longega vojagho Moenen tamen reklopodas mortigi Mariken kaj shian onklon. Feliche onklo Gijsbrecht povas forpeli Moenen elparolante biblian citajhon. En Romo Mariken konfesas siajn pekojn che la Papo kaj punante shin li donas al shi tri ferajn ringojn: unu chirkaú la kolo kaj du chirkaú la brakoj. Kiam la ringoj defalos, shi estos pardonita. Retrovojaghante, onklo Gijsbrecht trovas por Mariken loghlokon en la Blanka Monahhinejo en Maastricht. Tie shi vivas dum dekkvar jaroj kiel monahhino. Tiam aperas la anghelo Gabrielo dum shia dormo kaj defaligas la ringojn. Vekighante matene Mariken vidas la ringojn kushantaj sur la planko che la lito. Nun shi scias, ke Dio pardonis shin. Post tio Mariken vivas ankoraú du jarojn kaj tiam mortas pace chirkaú la jaro mil kvincent. Post shia morto la tri ringoj estas pendigataj super shia tombo.

Kelkaj klarigoj:

  • La nomoj: Mariken = Marinjo. Emmeken = Monjo = eta M, la unua litero de la nomo Mariken.
  • Moenen (munen), kelkfoje Moen. Deveno nekonata. En la Flandra la radiko rilatas al patrino kaj onklino, sed Moenen klare estas viro. Chu rilato kun la Flandra nomo Simoen?
  • Masscheroen: devenas de la araba vorto mas-chara = sherco, maskerado, masko.
  • La nombroj 3 kaj 7: Sanktaj nombroj, prezentantaj finfaron de ciklo, kompleto.
  • Sep liberaj artoj: retoriko, logiko, filozofio, muziko, matematiko, astronomio, alhhemio.
  • Stratteatro: teatrajho sur staranta charo, ofte charo partopreninta procesion.
  • Mirakla rakonto: rakonto en kio okazas miraklo pere de Dio, Maria aú sanktulo. Elirpunkto de miraklo estas: Kiomege la homo pekas, lishi estas chiam pardonata, se lishi sincere bedaúras.

Historiaj faktoj:

  • La duko de Gelre estis vere enkarcerigata de sia filo kaj estis jam baldaú liberigata en 1471.
  • La gastejo Den Gulden Boom (la ora arbo) el la 16a jarcento, kie restadis Emmeken kaj Moenen en Antverpeno, ankoraú ekzistas en la originala stato kaj funkcio en la Kloosterstraat 157 angule de la Lepelstraat. La tipe Flandra shtuparfasado el brikoj kaj grejso estis renovigata en 1974.
  • La Monahhinejo de la Blankaj Virinoj vere ekzistis kaj funkciis ghis la fino de la 19a jarcento. Restajhoj ankoraú konservighis en la nuna teatro sur la Vrijthof en Maastricht.

Aktualaj faktoj:

  • La rakonto estas vershajne verkita de Antverpena retoro inter 1501 kaj 1515 kaj aperis en 1518.

Kvankam la Marikenrakonto ne estas historia rakonto sed tipe mirakla rakonto, kaj kvankam shi loghis pli longe en Antverpeno ol en Nimego, Mariken ege popularighis en chi tiu urbo, preskaú tie talismanighis. Shia statuo staras sur la Granda Vendoplaco alfrontante la Stevenskirkon (ankaú Moenen havas statuon, sed kun la dorso al la preghejo), estas Mariken- kaj Moenenstratoj, luksa pano, trajno kaj chiujara porvirina vetkurevento portas shian nomon, ekzistas t.v.- kaj teatra filmoj pri shi, oni prezentas la miraklospektaklon ankoraú chiujare, kaj surstrate aú enkafeje oni povas aúdi la Nostalgikanton pri Mariken. Nimego, la plej granda urbo de Gelderlando (165.000 enl.) kun i.a. fama universitato, gvidaj hospitaloj, alta kulturnivelo, unikaj muzeoj kaj floranta ekonomio, tamen ne estus vera Nimego sen Mariken.


Verkis kaj esperantigis: Jilde Stern (Groesbeek) kaj Kees Ruig (Malden), okt.2011. k.ruig@hotmail.nl


Verwijzingen

Voetnoten

<references/>


Bronnen


Commentaar

<comments hideForm="false"/> of, lees de overige commentaren ...