Nijmegen en de regio

Uit Het Digitale Huis
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!

Inleiding

‘Met mijn 51e canon neem ik de kans waar om te vertellen over de relatie tussen de Waalstad en de dorpen in de omgeving. Daarin toont de huidige Canon van Nijmegen volgens mij een leemte. Mijn presentatie gaat over de betekenis van de regio voor de stad en omgekeerd. Compleet is mijn verhaal echter niet. Deze bijdrage is vooral bedoeld om te benadrukken dat er aandacht moet zijn voor de historische band tussen stad en omgeving.’

Rob Jaspers, journalist De Gelderlander

51e canonvenster

Canonlogoklein.jpg
De Canon van Nijmegen vertelt in 50 vensters de belangrijkste verhalen over de geschiedenis van Nijmegen. Omdat daarmee niet de hele geschiedenis is beschreven, biedt het Canonkabinet de mogelijkheid om een 51ste venster toe te voegen. Lees verder...

Iedere presentatie krijgt een blijvende plek in het Digitale Huis. Lijst met toegevoegde vensters: {{#ask: | format=ul }}


Stad en omgeving nauw met elkaar verbonden

Fout: de afbeelding is beschadigd of bestaat niet

BPj0pOUmMFA |300|right}}
De voor de tentoonstelling gemaakte film over Nijmegen en de regio door Jesse Jaspers en Rob Jaspers.

Een mooi uitgangspunt voor dit 51e Canonvenster is de kaart Int Ryck van Nievmeghen uit 1573 uit de atlas van Cristiaan Sgroten. Deze laat zien hoe aan het eind van de 16e eeuw Nijmegen aan het hoofd staat van de omliggende dorpen en landschappen. Maar de meeste mensen woonden toch in de regio.

De focus van dit 51e venster ligt op de kastelen. Nijmegen was vroeger trots op de Valkhofburcht. Maar ook elders in de regio stonden burchten en versterkte huizen. Onder meer in Hernen, Doddendaal, Heumen, Wijchen, Watermeerwijk, Ooij, Ubbergen, Balgoy, Appeltern en Batenburg. Vaak hadden ze een band met Nijmegen of Nijmegenaren. De meeste van deze kastelen zijn verdwenen, ook de Valkhofburcht in Nijmegen. En zoals de landdag van de provincie in 1796 verantwoordelijk was voor het afbraakbesluit van de Valkhofburcht, zo was de stadsbevolking van Nijmegen in 1582 tijdens de Tachtigjarige Oorlog verantwoordelijk voor het in brand steken van het kasteel in de Ooij. De versterking werd geruimd om te voorkomen dat de Spaanse troepen er een uitvalsbasis van zouden maken voor een aanval op de stad.

Nu rest er in Ooij nog slechts een kasteelschuur en een duiventoren. Maar daarmee is het wel een plek van herinnering, een plek waar de stadsgeschiedenis samenvalt met de historie van het platteland.

Nijmeegse of regionale geschiedenis?

Een bekend grapje van een van de burgemeesters uit de regio is dat Nijmegen terecht de titel oudste stad van het land draagt. Echter, die stadsbewoners moeten niet vergeten dat die Romeinen zeker een half uur eerder in Ubbergen waren.

Dit 51e Canonvenster laat zien dat het begrip ‘Nijmeegse geschiedenis’ volgens Rob Jaspers best wat breder mag worden opgevat. Hieronder een aantal voorbeelden.


Stuwwallen en toerisme

Bergspoor Beek.jpg

De stuwwal, 130.000 jaar geleden ontstaan, typeert het landschap rond Nijmegen. De stuwwal wordt echter vaak uitsluitend geassocieerd met Nijmegen. Het hoogste punt van de stuwwal (99 meter) ligt bij Groesbeek. Toeristisch gezien profiteren stad én regio van dit natuurfenomeen. Het bergspoortramlijntje over de stuwwal - van Nijmegen via Beek naar Berg en Dal (geopend in 1912) - gaf een belangrijke impuls aan de regio. Het was lang een nationale attractie.

Romeinen

In Nijmegen bouwden de Romeinen hun legerkamp en ontstond een handelsplaats. Maar in de regio bouwden ze talloze opvallende villa’s, bijvoorbeeld op de kloosterberg bij Plasmolen in Mook. Vanuit die villa’s werden de stad en de soldaten voorzien van voedsel. Op de Holdeurn in Berg en Dal lag een enorme Romeinse potten- en pannenbakkerij, waar stenen gebakken werden voor de Romeinse stad. En ook water haalden de Romeinen uit Berg en Dal, met behulp van een viaduct dat via Groesbeek op de Kopse Hof uitkwam.

Merovingers

In de zesde en zevende eeuw was Nijmegen bewoond door Merovingers, zo is gebleken uit diverse archeologische vondsten. Ook Wijchen was in die vroege middeleeuwen belangrijk voor de Merovingers. Adellijke families hadden hier hun thuis.

Karel de Grote

Kapel Valkhof.jpg

Na de bouw van de palts op het Valkhof (770) werd het Rijk van Nijmegen vanuit de stad bestuurd. De nadruk lag op het ontginnen van de polder. Uit die periode dateren veel van de huidige dorpsnamen, zoals Beek, Kekerdom, Leuth en Ooij.

Ooijpolder

Eeuwenlang waren Nijmeegse burgers, instellingen en ook de stad grootgrondbezitter in de regio. De stad kocht in de 17e eeuw zelfs drie heerlijkheden op: Heumen, Malden en Ubbergen. Rond 1620 kregen Nijmeegse grootgrondbezitters ook de Ooijpolder in hun bezit. Hier mestten zij hun vee vet. Het was ook het exclusieve jachtterrein voor deze heren. Polderbewoners moesten voedsel voor de stad produceren, daarmee voorzagen ze in hun levensonderhoud.

Omvang stad versus platteland

De regio telde lang meer inwoners dan de stad. In 1795 woonden in Nijmegen 12.544 mensen, in Maas en Waal 11.400, in het Rijk van Nijmegen 6.155 en in de Overbetuwe 9.913. Tijdens de uitleg van de stad vanaf eind 19e eeuw trokken veel mensen uit de regio naar de stad. Daarom groeide Nijmegen toen snel. Eind 20e eeuw was er juist sprake van stedelingen die in de dorpen gingen wonen.

Baksteenindustrie

Steenfabriek Leuth.jpg

Vanaf het midden van de 19e eeuw groeide de baksteenindustrie langs de Waal fors. De donkerrode stenen uit het gebied van de Waal en de Rijn veroverden snel heel Nederland. Bij de uitleg van de stad kon Nijmegen de bakstenen uit de regio goed gebruiken

Tram

De stoomtram, die tussen 1902 en 1934 van Nijmegen naar Wamel reed, gaf een stevige impuls aan de economische ontwikkeling van het Land van Maas en Waal.

Spoorlijn

Spoorwegmonument.jpg

Vanaf 1865 had Nijmegen via het spoor al een goede verbinding met de grensregio. Tot 1991 bleef deze lijn Nijmegen-Groesbeek-Kleef in stand. Op dit mo-ment ijvert een stevige lobby voor herstel van de rail-verbinding, mogelijk met een tram.

Gebroeders Leeuw

Oscar Leeuw was architect, zijn broer Henri beeldhouwer. Oscar werkte landelijk maar realiseerde het meeste werk in zijn woonplaats Nijmegen: vele villa’s, woonhuizen en winkelpanden, maar ook De Vereeniging (waaraan zijn broer Henri meewerkte), de synagoge aan de Gerard Noodtstraat en Museum Kam. In de gemeente Ubbergen bouwde Oscar Leeuw enkele villa’s, waaronder het zeer fraaie Dennenheuvel. Bekend is ook Slot Mookerheide.

Industrie in Nijmegen

De boerenzonen uit Maas en Waal waren vanaf 1930 dé arbeidskrachten voor de nieuwe industrie langs de Waal in Nijmegen. Later haalde ook Philips honderden arbeids-krachten uit de regio, eerst uit de Betuwe en daarna uit de regio Groesbeek.

Luchtlanding 1944

De succesvolle luchtlandingen van duizenden geallieerden, twee regimenten van de 82e Airborne divisie, in de velden bij de Wylerbaan in Groesbeek, waren de opmaat voor de bevrijding van Nijmegen op 20 september 1944.


Tot slot: een pleidooi voor Lent

Lent heeft een plek gekregen in de Nijmeegse canon. Logisch, want Lent is Nijmegen, zij het pas sinds 1998. Over de eigen positie en identiteit van Lent wordt in de Nijmeegse canon vrijwel niets gemeld.

Rob Jaspers: ‘Als het aan mij ligt krijgt het verzet tegen de Waalsprong of de dijkingreep in Veur-Lent een plek in de Nijmeegse canon. En hetzelfde geldt voor het feit dat in de 16e eeuw de staatsen vanuit Fort Knodsenburg in Lent de katholieke Spaanse troepen in de stad bestookten. Dit jaar gedenken we ook dat 75 jaar geleden de Waalbrug werd geopend. De brug die Lent letterlijk in tweeën deelde. Ik vind het van groot belang dat het brede publiek ook bij die feiten stil kan staan.’



Commentaar

<comments hideForm="false"/> of, lees de overige commentaren ...