Opperbrandmeester
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Functie
Voor elk van de vier Nijmeegse wijken komen er in 1816 twee opperbrandmeesters. Deze hebben de feitelijke leiding in geval van brand. Bovendien vormen zij samen een commissie die de oude reglementen voor het brandwezen moeten bestuderen.<ref>Raadssignaten, 1816, 30 r.</ref>In feite dienen deze commissieleden ervoor te zorgen dat er een aan de tijd aangepast draaiboek klaar ligt. Naast de opperbrandmeesters kent de brandweer brandmeesters, onderbrandmeesters en spuitgasten.
In 1879 komt de leiding van de brandweer in handen van de directeur van de Gemeente Gasfabriek en Waterleiding, waardoor de functie van opperbrandmeester komt te vervallen. In 1895 keert deze functie echter weer terug. Veel verandert niet, want de directeur van de Gasfabriek en Waterleiding wordt opperbrandmeester en blijft dus de leiding behouden. Onder hem dienen acht brandmeesters, acht (onbezoldigde) adjunctbrandmeesters, een opzichter der brandblusmiddelen en een bode bij de brandweer.
In 1908 gaat de functie van opperbrandmeester van de directeur van de Gasfabriek en Waterleiding over in handen van de hoofdopzichter van de dienst gemeentewerken. Daarna komt de leiding in handen van de directeur van Bouw- en Woningtoezicht. In 1932 wordt de titel van opperbrandmeester vervangen door commandant. De directeur van Bouw- en Woningtoezicht behoudt de leiding over de brandweer.
Voetnoten
<references/>
Bronnen
- Gruppelaar, L., Lokaal bestuur en stedelijke overheid te Nijmegen, 1816-1851, Gemeentearchief Nijmegen, 1994.
- Gruppelaar, L., Lokaal bestuur en gemeentelijke overheid te Nijmegen, 1851-1919, Gemeentearchief Nijmegen, 1994.
Verantwoording
Bewerking van de resultaten van onderzoek, gedaan in de jaren 1994-1996, naar lokaal bestuur en gemeentelijke overheid in Nijmegen door Lisette Kuijper (Regionaal Archief Nijmegen, 2010)