Algemene gegevens | |
---|---|
Naam : | Raad ter beoordeling van Aestetische, Archaeologische, Architectonische, Kultuur-historische en Utilistische Problemen voor de Gemeente Nijmegen |
Andere naam (namen): |
|
Bestaansperiode: | 1943 - 1944 |
Rechtsvorm: | |
Voorganger(s): |
|
Opvolger(s): |
|
Hoger orgaan: |
|
Archief | |
Het archief van deze organisatie is in beheer bij het Regionaal Archief Nijmegen. De toegang met de beschrijving van de stukken is bereikbaar via deze link: | |
![]() Naar beschrijving archief |
De in 1933 opgerichte Schoonheidscommissie had zichzelf opgeheven doordat alle leden (waarschijnlijk in maart 1943) hadden afgezwaaid. De burgemeester besloot daarop een raad samen te stellen met een bredere functie.
Op 26 november 1943 werd de verordening, regelende de samenstelling, bevoegdheid en werkwijze van de raad vastgesteld door de burgemeester, die sinds augustus 1941 de taak van het college had overgenomen. Met terugwerkende kracht trad de verordening per 1 juni 1943 in werking.
De raad vergaderde minstens eens per maand en besprak uiteenlopende onderwerpen: de wijziging van straatnamen, de restauratie van panden, archeologische opgravingen op het Valkhof en problemen rondom het herstel van de gobelins uit het stadhuis. Ook stelde de raad in 1943 een voorlopige monumentenlijst op, met gebouwen en gevelstenen uit de periode van de middeleeuwen tot de achttiende eeuw.
Na de bevrijding van Nijmegen in 1944 kwam de raad niet meer bij elkaar. De Schoonheidscommissie werd in ere hersteld.
Het adviseren van de burgemeester over de toepassing van de welstandsbepaling, over de uitbreidingsplannen van de gemeente en over andere vragen van esthetische, archeologische, architectonische, cultuurhistorische en utilistische aard.
De raad bestond uit acht leden, met als voorzitter de wethouder voor gemeentewerken en bedrijven. De directeurs van Gemeentewerken en Bouw- en Woningtoezicht waren ambtshalve lid. De overige leden werden benoemd door de burgemeester.
1943-1944:Nijmegen
Inleiding van de toegang op het archief door Hylke Roodenburg. (2019)