Waalse Gemeente Nijmegen

Uit Het Digitale Huis
(Doorverwezen vanaf Waals-Gereformeerde Gemeente)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!

Algemene gegevens
Naam : Waalse Gemeente Nijmegen
Andere naam (namen):

{{#if: Waalse Kerk| * Andere naam::Waalse Kerk|}} {{#if: Waals Gereformeerde Gemeente Nijmegen| * Andere naam::Waals Gereformeerde Gemeente Nijmegen|}} {{#if: Eglise Wallonne de Nimègue| * Andere naam::Eglise Wallonne de Nimègue|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam4}}}]]|}}

Bestaansperiode: Beginjaar::1644 - Eindjaar::1973
Rechtsvorm: Rechtsvorm::Kerkgenootschap
Voorganger(s):

{{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger1}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger2}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger3}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger4}}}]]|}}

Opvolger(s):

{{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger1}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger2}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger3}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger4}}}]]|}}

Hoger orgaan:

{{#if: | Hoger orgaan::|}}

Archief
{{#if: http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126487369%7C Het archief van deze organisatie is in beheer bij het Regionaal Archief Nijmegen. De toegang met de beschrijving van de stukken is bereikbaar via deze link:
|}}

{{#if: | Vindplaats archief:|}}

{{#if: http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126487369%7C
|}}{{#if: http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126487369%7CNaar beschrijving archief|}}{{#if: | |}}

{{#if: De Waalse kerk (Frans: Église Wallonne) is een calvinistische kerk in de Nederlanden en de voormalige koloniën, waarvan de leden oorspronkelijk uit de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk stammen en waarbinnen de voertaal het Frans is. Hun leden worden Waals Hervormd (Frans: Réformé Wallon; voor 1815 Waals Gereformeerd) genoemd en onderscheiden zich van de Nederduits Hervormden, die Nederduits of Nederlands als voertaal gebruiken.

In de Spaanse Nederlanden onder Filips II werden de protestanten sterk in hun vrije godsdienstbeoefening belemmerd. In de gebieden die zich in 1579 aansloten bij de Unie van Atrecht werd het katholicisme de enig toegestane godsdienst. Zeker 150.000 calvinisten vluchtten hierop naar de Noordelijke Nederlanden, die onder de Oranjes een veilige haven voor calvinisten werden. De herovering van 'Staatse' steden door het Spaanse gezag in de jaren daarna - vooral de verovering van Antwerpen in 1585 - bracht nieuwe vluchtelingenstromen naar het noorden op gang.

Er kwamen zo veel Waals Hervormden naar de Noordelijke Nederlanden dat zij eigen gemeenten vormden, apart van de Nederduits Hervormden. In de Republiek stichtten zij in totaal 43 gemeenten, eerst en voornamelijk in Zeeland en Holland. Later verspreidden de Franstaligen zich doordat zij als soldaten werden uitgezonden naar de andere gewesten.

In 1685, herriep Zonnekoning Lodewijk XIV het Edict van Nantes uit 1598, dat de hugenoten (calvinisten) in diverse Franse steden enige vrijheden had gegeven, waaronder godsdienstvrijheid. De herroeping van het edict leidde ertoe dat bijna honderdduizend hugenoten vanuit Frankrijk naar de Republiek vluchtten, vooral naar het gewest Holland. Zij sloten zich aan bij de al bestaande Waalse gemeenten of vormden nieuwe, waardoor het totale aantal gemeenten opliep tot tachtig. Door een snelle integratie van de vluchtelingen in de Nederlandse samenleving nam het aantal gemeenten in de achttiende eeuw af. Anno 2012 telt de Waalse kerk nog veertien gemeenten, waarvan Arnhem-Nijmegen er één vormt.|

Algemene context

De Waalse kerk (Frans: Église Wallonne) is een calvinistische kerk in de Nederlanden en de voormalige koloniën, waarvan de leden oorspronkelijk uit de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk stammen en waarbinnen de voertaal het Frans is. Hun leden worden Waals Hervormd (Frans: Réformé Wallon; voor 1815 Waals Gereformeerd) genoemd en onderscheiden zich van de Nederduits Hervormden, die Nederduits of Nederlands als voertaal gebruiken.

In de Spaanse Nederlanden onder Filips II werden de protestanten sterk in hun vrije godsdienstbeoefening belemmerd. In de gebieden die zich in 1579 aansloten bij de Unie van Atrecht werd het katholicisme de enig toegestane godsdienst. Zeker 150.000 calvinisten vluchtten hierop naar de Noordelijke Nederlanden, die onder de Oranjes een veilige haven voor calvinisten werden. De herovering van 'Staatse' steden door het Spaanse gezag in de jaren daarna - vooral de verovering van Antwerpen in 1585 - bracht nieuwe vluchtelingenstromen naar het noorden op gang.

Er kwamen zo veel Waals Hervormden naar de Noordelijke Nederlanden dat zij eigen gemeenten vormden, apart van de Nederduits Hervormden. In de Republiek stichtten zij in totaal 43 gemeenten, eerst en voornamelijk in Zeeland en Holland. Later verspreidden de Franstaligen zich doordat zij als soldaten werden uitgezonden naar de andere gewesten.

In 1685, herriep Zonnekoning Lodewijk XIV het Edict van Nantes uit 1598, dat de hugenoten (calvinisten) in diverse Franse steden enige vrijheden had gegeven, waaronder godsdienstvrijheid. De herroeping van het edict leidde ertoe dat bijna honderdduizend hugenoten vanuit Frankrijk naar de Republiek vluchtten, vooral naar het gewest Holland. Zij sloten zich aan bij de al bestaande Waalse gemeenten of vormden nieuwe, waardoor het totale aantal gemeenten opliep tot tachtig. Door een snelle integratie van de vluchtelingen in de Nederlandse samenleving nam het aantal gemeenten in de achttiende eeuw af. Anno 2012 telt de Waalse kerk nog veertien gemeenten, waarvan Arnhem-Nijmegen er één vormt. |}}

{{#if: De Waalse gemeente te Nijmegen ontstond vanuit het garnizoen waarin, vooral tijdens de Tachtigjarige Oorlog, een groot aantal Franssprekenden dienst deed. Vanaf 1611 werd te Nijmegen in het Frans gepreekt, zowel door enkele Nederduitse predikanten als door veldpredikers. Naar aanleiding van het overlijden van Philippe de Gastines, die jarenlang voor het garnizoen te Nijmegen werkzaam was geweest, dienden Franse officieren een verzoek in bij de Waalse synode - het verband van Franse kerken in de Republiek - voor de stichting van een eigen Franse kerk te Nijmegen.

In 1644 werd de Waals Gereformeerde gemeente te Nijmegen opgericht. Er waren nauwe banden met de Nederduits Gereformeerde gemeente en met het stadsbestuur. De pasteur (predikant) werd betaald door de stad en het Kwartier van Nijmegen. Vanaf de Franse tijd betaalde het Rijk de predikant.

De Waalse gemeente te Nijmegen kende enkele periodes van bloei. Na de opheffing van het Edict van Nantes in 1685 kreeg ook Nijmegen te maken met een grote toestroom van hugenoten, de zogenoemde refugiés (vluchtelingen). Een gedeelte kwam in Nijmegen en vond geestelijk onderdak bij de Waalse gemeente. Een andere bloeiperiode was het midden van de negentiende eeuw, toen de Waalse gemeente onder haar leden een aantal prominente vertegenwoordigers van het Reveil telde. Drie van hen, J.J.L. van der Brugghen, W. van der Lijnden en ds. E.A. Zubli, stonden aan de wieg van de Christelijke Normaalschool op de Klokkenberg.

In de twintigste eeuw kende de Waalse gemeente een gestage krimp. In de oorlogsjaren telde de gemeente nog ongeveer vijftig leden, in de jaren vijftig was dat aantal geslonken tot dertig. Door die geringe omvang werd het moeilijk om de gemeente zelfstandig te laten voortbestaan. In 1973 fuseerden de Waalse gemeenten van Arnhem en Nijmegen, waarna de diensten in Nijmegen grotendeels werden gestaakt (De Jonge en Jolink, 16). Twee maal per jaar houdt de Waalse gemeente nog een kerkdienst in de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk.

Vanaf 1644 hield de Waalse gemeente haar diensten in de grote zaal van de Commanderie van St. Jan aan wat nu de Franseplaats heet. Deze ruimte werd echter in 1655 in gebruik genomen door de toen opgerichte Illustere Hogeschool, waardoor de Waalse gemeente moest verhuizen naar de Regulierenkerk in de Molenstraat. Na de opheffing van de Hogeschool kon de gemeente in 1674 weer terugkeren naar de Commanderie. De gemeente groeide echter flink door de komst van Franse vluchtelingen in de jaren na 1685. In 1686 bood de stad haar het gebruik van de 'Kleine kerk' aan de Broerstraat 's zondags op bepaalde uren. In 1688 ging de gemeente weer terug naar de inmiddels verbouwde Regulierenkerk.

In 1701 keerde de Waalse gemeente weer terug naar haar oude plek, het auditorium van de Commanderie (De Jonge en Jolink, 9-10; Gorissen, 116). De kerk werd vergroot met een galerij. In 1758 schafte de gemeente een orgel aan, dat in 1777 werd vervangen door een exemplaar van de Keulse orgelbouwer K.Ph. König. De Waalse gemeente werd in 1810 eigenaar van het gebouwencomplex van de Commanderie.

Bij het bombardement van 22 februari 1944 werd de Commanderie zwaar beschadigd. De Waalse gemeente kerkte daarna in de Luthersekerk, de Doopsgezinde kerk en het woonhuis van ds. Le Gras.

Vanaf 1946 gebruikte de Waalse gemeente de benedenetage in de Mariënburgkapel, waarin toen het gemeentemuseum en het gemeentearchief waren gevestigd (Lemmens e.a., 32-35). Ondertussen maakte de gemeente plannen voor de restauratie van de Commanderie, maar deze bleken tenslotte de financiële draagkracht te boven te gaan. In 1952 verkocht de Waalse gemeente de ruïnes en vanaf 1951 maakte zij gebruik van de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk. Het Königorgel werd uit het gebouw aan de Franseplaats meegenomen en in 1957 aan de Waalse gemeente te Arnhem verkocht (Lemmens e.a., 32-35).|

Geschiedenis

De Waalse gemeente te Nijmegen ontstond vanuit het garnizoen waarin, vooral tijdens de Tachtigjarige Oorlog, een groot aantal Franssprekenden dienst deed. Vanaf 1611 werd te Nijmegen in het Frans gepreekt, zowel door enkele Nederduitse predikanten als door veldpredikers. Naar aanleiding van het overlijden van Philippe de Gastines, die jarenlang voor het garnizoen te Nijmegen werkzaam was geweest, dienden Franse officieren een verzoek in bij de Waalse synode - het verband van Franse kerken in de Republiek - voor de stichting van een eigen Franse kerk te Nijmegen.

In 1644 werd de Waals Gereformeerde gemeente te Nijmegen opgericht. Er waren nauwe banden met de Nederduits Gereformeerde gemeente en met het stadsbestuur. De pasteur (predikant) werd betaald door de stad en het Kwartier van Nijmegen. Vanaf de Franse tijd betaalde het Rijk de predikant.

De Waalse gemeente te Nijmegen kende enkele periodes van bloei. Na de opheffing van het Edict van Nantes in 1685 kreeg ook Nijmegen te maken met een grote toestroom van hugenoten, de zogenoemde refugiés (vluchtelingen). Een gedeelte kwam in Nijmegen en vond geestelijk onderdak bij de Waalse gemeente. Een andere bloeiperiode was het midden van de negentiende eeuw, toen de Waalse gemeente onder haar leden een aantal prominente vertegenwoordigers van het Reveil telde. Drie van hen, J.J.L. van der Brugghen, W. van der Lijnden en ds. E.A. Zubli, stonden aan de wieg van de Christelijke Normaalschool op de Klokkenberg.

In de twintigste eeuw kende de Waalse gemeente een gestage krimp. In de oorlogsjaren telde de gemeente nog ongeveer vijftig leden, in de jaren vijftig was dat aantal geslonken tot dertig. Door die geringe omvang werd het moeilijk om de gemeente zelfstandig te laten voortbestaan. In 1973 fuseerden de Waalse gemeenten van Arnhem en Nijmegen, waarna de diensten in Nijmegen grotendeels werden gestaakt (De Jonge en Jolink, 16). Twee maal per jaar houdt de Waalse gemeente nog een kerkdienst in de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk.

Vanaf 1644 hield de Waalse gemeente haar diensten in de grote zaal van de Commanderie van St. Jan aan wat nu de Franseplaats heet. Deze ruimte werd echter in 1655 in gebruik genomen door de toen opgerichte Illustere Hogeschool, waardoor de Waalse gemeente moest verhuizen naar de Regulierenkerk in de Molenstraat. Na de opheffing van de Hogeschool kon de gemeente in 1674 weer terugkeren naar de Commanderie. De gemeente groeide echter flink door de komst van Franse vluchtelingen in de jaren na 1685. In 1686 bood de stad haar het gebruik van de 'Kleine kerk' aan de Broerstraat 's zondags op bepaalde uren. In 1688 ging de gemeente weer terug naar de inmiddels verbouwde Regulierenkerk.

In 1701 keerde de Waalse gemeente weer terug naar haar oude plek, het auditorium van de Commanderie (De Jonge en Jolink, 9-10; Gorissen, 116). De kerk werd vergroot met een galerij. In 1758 schafte de gemeente een orgel aan, dat in 1777 werd vervangen door een exemplaar van de Keulse orgelbouwer K.Ph. König. De Waalse gemeente werd in 1810 eigenaar van het gebouwencomplex van de Commanderie.

Bij het bombardement van 22 februari 1944 werd de Commanderie zwaar beschadigd. De Waalse gemeente kerkte daarna in de Luthersekerk, de Doopsgezinde kerk en het woonhuis van ds. Le Gras.

Vanaf 1946 gebruikte de Waalse gemeente de benedenetage in de Mariënburgkapel, waarin toen het gemeentemuseum en het gemeentearchief waren gevestigd (Lemmens e.a., 32-35). Ondertussen maakte de gemeente plannen voor de restauratie van de Commanderie, maar deze bleken tenslotte de financiële draagkracht te boven te gaan. In 1952 verkocht de Waalse gemeente de ruïnes en vanaf 1951 maakte zij gebruik van de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk. Het Königorgel werd uit het gebouw aan de Franseplaats meegenomen en in 1957 aan de Waalse gemeente te Arnhem verkocht (Lemmens e.a., 32-35). |Van deze organisatie is nog geen beschrijving beschikbaar.}}

{{#if: De kerntaken van de Waalse gemeente betroffen het verzorgen van kerkdiensten in de Franse taal voor de Waalse (of Waals Gereformeerde) gemeente in Nijmegen. Collectes en inning van zitplaatsengeld brachten middelen bijeen voor de wekelijkse ondersteuning van arme lidmaten en incidentele ondersteuning van andere groepen, zoals de refugiés. Ook verwierf de gemeente inkomsten door enkele huisjes aan de Franseplaats te verhuren. Dat gebeurde nog tot in de eerste helft van de twintigste eeuw.|

Taken en activiteiten

De kerntaken van de Waalse gemeente betroffen het verzorgen van kerkdiensten in de Franse taal voor de Waalse (of Waals Gereformeerde) gemeente in Nijmegen. Collectes en inning van zitplaatsengeld brachten middelen bijeen voor de wekelijkse ondersteuning van arme lidmaten en incidentele ondersteuning van andere groepen, zoals de refugiés. Ook verwierf de gemeente inkomsten door enkele huisjes aan de Franseplaats te verhuren. Dat gebeurde nog tot in de eerste helft van de twintigste eeuw. |}}

{{#if: De Waalse gemeente bestond uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en de diaconie. Het algemeen bestuur van de kerk werd gevormd door de 'consistoire' (kerkeraad), bestaande uit vier 'anciens' (ouderlingen) en vier 'diacres' (diakenen), die om de twee jaar werden gekozen. Zij behoorden steevast tot de notabelen in de stad. In de zeventiende en achttiende eeuw kwamen twee van de ouderlingen uit de Nijmeegse burgerij en twee uit de magistratuur. Zij waren niet altijd van Waalse origine: diverse vooraanstaande families van Nederlands Hervormde huize gingen in de Waalse gemeente ter kerke en bekleedden er posities. De kerkvoogdij was verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur en financiën.

De diakenen beheerden het vermogen van de diaconie. Daarnaast had de kerk nog een receveur (boekhouder), een organist en een orgeltrapper, een koster en een hulpkoster in dienst.

De gemeente maakte deel uit van de Waalse synode, die verantwoordelijk was voor het algemene beleid. Ook besprak de synode kerkrechtelijke zaken en bemiddelde zij bij geschillen in of tussen gemeenten. Vanaf 1815 viel de Waalse gemeente onder de in dat jaar opgerichte Nederlands Hervormde Kerk.

Aan de kerk was één predikant verbonden. In perioden waarin een predikantenplaats vacant was, namen vervangers de diensten waar. Eind zeventiende eeuw, toen de gemeente sterk groeide, kende de kerk ook een 'pasteur extraordinaire'.|

Organisatie

De Waalse gemeente bestond uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en de diaconie. Het algemeen bestuur van de kerk werd gevormd door de 'consistoire' (kerkeraad), bestaande uit vier 'anciens' (ouderlingen) en vier 'diacres' (diakenen), die om de twee jaar werden gekozen. Zij behoorden steevast tot de notabelen in de stad. In de zeventiende en achttiende eeuw kwamen twee van de ouderlingen uit de Nijmeegse burgerij en twee uit de magistratuur. Zij waren niet altijd van Waalse origine: diverse vooraanstaande families van Nederlands Hervormde huize gingen in de Waalse gemeente ter kerke en bekleedden er posities. De kerkvoogdij was verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur en financiën.

De diakenen beheerden het vermogen van de diaconie. Daarnaast had de kerk nog een receveur (boekhouder), een organist en een orgeltrapper, een koster en een hulpkoster in dienst.

De gemeente maakte deel uit van de Waalse synode, die verantwoordelijk was voor het algemene beleid. Ook besprak de synode kerkrechtelijke zaken en bemiddelde zij bij geschillen in of tussen gemeenten. Vanaf 1815 viel de Waalse gemeente onder de in dat jaar opgerichte Nederlands Hervormde Kerk.

Aan de kerk was één predikant verbonden. In perioden waarin een predikantenplaats vacant was, namen vervangers de diensten waar. Eind zeventiende eeuw, toen de gemeente sterk groeide, kende de kerk ook een 'pasteur extraordinaire'. |}}

{{#if: {{#if:1644-1973|locatie periode::1644-1973:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres:: {{#if:|locatie in googlemaps|}}
|

Locatie

{{#if:1644-1973|locatie periode::1644-1973:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres:: {{#if:|locatie in googlemaps|}}
|}} {{#if: === Lijst van Nederduitse predikanten en veldpredikers===

  • 1611 J. Coetsius
  • 1621 N. Severin
  • 1626 A. de Mory
  • 1628 Ph. de Gastines
  • 1640 F. de Cupif

Lijst van predikanten-pasteurs

  • 1644-1653 J.L. Grouwels
  • 1653-1661 G. Soudan
  • 1661-1680 J. Brun
  • 1680-1683 vacant
  • 1683-1701 Z. Polgé
  • 1701-1722 F. Durand de Fontcouvert
  • 1723-1727 S.S. de Chaufepié
  • 1727-1776 D. Maillart de Pleinchamps
  • 1776-1792 J. Scheidius
  • 1793-1794 J.G.P. Certon
  • 1795-1797 vacant
  • 1797-1799 P. de Mounier
  • 1799-1834 J.H. Payen
  • 1835-1848 E.A. Zubli
  • 1849-1889 J.A. Stoop
  • 1891-1925 A. Pijnacker Hordijk
  • 1925-1938 vacant
  • 1938-1947 R.F. le Gras
  • 1948-1967 J. Wit
  • 1967-1969 J. Dutreuil
  • 1969-1972 vacant
  • 1972-1982 C.J. Lenoir

Doop-, trouw- en begraafboeken

In de Digitale Studiezaal van het Regionaal Archief Nijmegen zijn de namen en gegevens uit de volgende Doop-, trouw- en begraafboeken te doorzoeken:

  • doopregisters (1644 tot 1811)
  • trouwregisters (1644 tot 1833)
  • lidmatenregisters (1661-1900)|

Lijst van Nederduitse predikanten en veldpredikers

  • 1611 J. Coetsius
  • 1621 N. Severin
  • 1626 A. de Mory
  • 1628 Ph. de Gastines
  • 1640 F. de Cupif

Lijst van predikanten-pasteurs

  • 1644-1653 J.L. Grouwels
  • 1653-1661 G. Soudan
  • 1661-1680 J. Brun
  • 1680-1683 vacant
  • 1683-1701 Z. Polgé
  • 1701-1722 F. Durand de Fontcouvert
  • 1723-1727 S.S. de Chaufepié
  • 1727-1776 D. Maillart de Pleinchamps
  • 1776-1792 J. Scheidius
  • 1793-1794 J.G.P. Certon
  • 1795-1797 vacant
  • 1797-1799 P. de Mounier
  • 1799-1834 J.H. Payen
  • 1835-1848 E.A. Zubli
  • 1849-1889 J.A. Stoop
  • 1891-1925 A. Pijnacker Hordijk
  • 1925-1938 vacant
  • 1938-1947 R.F. le Gras
  • 1948-1967 J. Wit
  • 1967-1969 J. Dutreuil
  • 1969-1972 vacant
  • 1972-1982 C.J. Lenoir

Doop-, trouw- en begraafboeken

In de Digitale Studiezaal van het Regionaal Archief Nijmegen zijn de namen en gegevens uit de volgende Doop-, trouw- en begraafboeken te doorzoeken:

  • doopregisters (1644 tot 1811)
  • trouwregisters (1644 tot 1833)
  • lidmatenregisters (1661-1900)

|}} {{#if: De Waalse gemeente te Nijmegen ontstond vanuit het garnizoen waarin, vooral tijdens de Tachtigjarige Oorlog, een groot aantal Franssprekenden dienst deed. Vanaf 1611 werd te Nijmegen in het Frans gepreekt, zowel door enkele Nederduitse predikanten als door veldpredikers. Naar aanleiding van het overlijden van Philippe de Gastines, die jarenlang voor het garnizoen te Nijmegen werkzaam was geweest, dienden Franse officieren een verzoek in bij de Waalse synode - het verband van Franse kerken in de Republiek - voor de stichting van een eigen Franse kerk te Nijmegen.

In 1644 werd de Waals Gereformeerde gemeente te Nijmegen opgericht. Er waren nauwe banden met de Nederduits Gereformeerde gemeente en met het stadsbestuur. De pasteur (predikant) werd betaald door de stad en het Kwartier van Nijmegen. Vanaf de Franse tijd betaalde het Rijk de predikant.

De Waalse gemeente te Nijmegen kende enkele periodes van bloei. Na de opheffing van het Edict van Nantes in 1685 kreeg ook Nijmegen te maken met een grote toestroom van hugenoten, de zogenoemde refugiés (vluchtelingen). Een gedeelte kwam in Nijmegen en vond geestelijk onderdak bij de Waalse gemeente. Een andere bloeiperiode was het midden van de negentiende eeuw, toen de Waalse gemeente onder haar leden een aantal prominente vertegenwoordigers van het Reveil telde. Drie van hen, J.J.L. van der Brugghen, W. van der Lijnden en ds. E.A. Zubli, stonden aan de wieg van de Christelijke Normaalschool op de Klokkenberg.

In de twintigste eeuw kende de Waalse gemeente een gestage krimp. In de oorlogsjaren telde de gemeente nog ongeveer vijftig leden, in de jaren vijftig was dat aantal geslonken tot dertig. Door die geringe omvang werd het moeilijk om de gemeente zelfstandig te laten voortbestaan. In 1973 fuseerden de Waalse gemeenten van Arnhem en Nijmegen, waarna de diensten in Nijmegen grotendeels werden gestaakt (De Jonge en Jolink, 16). Twee maal per jaar houdt de Waalse gemeente nog een kerkdienst in de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk.

Vanaf 1644 hield de Waalse gemeente haar diensten in de grote zaal van de Commanderie van St. Jan aan wat nu de Franseplaats heet. Deze ruimte werd echter in 1655 in gebruik genomen door de toen opgerichte Illustere Hogeschool, waardoor de Waalse gemeente moest verhuizen naar de Regulierenkerk in de Molenstraat. Na de opheffing van de Hogeschool kon de gemeente in 1674 weer terugkeren naar de Commanderie. De gemeente groeide echter flink door de komst van Franse vluchtelingen in de jaren na 1685. In 1686 bood de stad haar het gebruik van de 'Kleine kerk' aan de Broerstraat 's zondags op bepaalde uren. In 1688 ging de gemeente weer terug naar de inmiddels verbouwde Regulierenkerk.

In 1701 keerde de Waalse gemeente weer terug naar haar oude plek, het auditorium van de Commanderie (De Jonge en Jolink, 9-10; Gorissen, 116). De kerk werd vergroot met een galerij. In 1758 schafte de gemeente een orgel aan, dat in 1777 werd vervangen door een exemplaar van de Keulse orgelbouwer K.Ph. König. De Waalse gemeente werd in 1810 eigenaar van het gebouwencomplex van de Commanderie.

Bij het bombardement van 22 februari 1944 werd de Commanderie zwaar beschadigd. De Waalse gemeente kerkte daarna in de Luthersekerk, de Doopsgezinde kerk en het woonhuis van ds. Le Gras.

Vanaf 1946 gebruikte de Waalse gemeente de benedenetage in de Mariënburgkapel, waarin toen het gemeentemuseum en het gemeentearchief waren gevestigd (Lemmens e.a., 32-35). Ondertussen maakte de gemeente plannen voor de restauratie van de Commanderie, maar deze bleken tenslotte de financiële draagkracht te boven te gaan. In 1952 verkocht de Waalse gemeente de ruïnes en vanaf 1951 maakte zij gebruik van de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk. Het Königorgel werd uit het gebouw aan de Franseplaats meegenomen en in 1957 aan de Waalse gemeente te Arnhem verkocht (Lemmens e.a., 32-35).| {{#if: * Bouwman, A., A. van der Lem en M. Sluis, Collectiebeschrijving collectie Bibliothèque Wallonne, Universiteit Leiden, Leiden, 2007

  • Gorissen, F., Niederrheinischer Städteatlas/Geldrische Städte, 1. Heft: Nimwegen, Kleef, 1956 (Publikationen der Gesellschaft für Rheinische Geschichtskunde, nr. 51).
  • Jonge, A. de en C.F.W. Jolink, De Franse gemeenschap in Nijmegen. Geschiedenis van de Waalse gemeente en kerk, tentoonstelling ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Alliance Francaise in Nederland, Nijmeegs Museum Commanderie van St.-Jan, Nijmegen, 1988.
  • Lemmens, G.T. en J.L. Volders, De Commanderie van St. Jan van 1196 tot 1974, Nijmeegs museum Commanderie van St. Jan"|

Bronnen

  • Bouwman, A., A. van der Lem en M. Sluis, Collectiebeschrijving collectie Bibliothèque Wallonne, Universiteit Leiden, Leiden, 2007
  • Gorissen, F., Niederrheinischer Städteatlas/Geldrische Städte, 1. Heft: Nimwegen, Kleef, 1956 (Publikationen der Gesellschaft für Rheinische Geschichtskunde, nr. 51).
  • Jonge, A. de en C.F.W. Jolink, De Franse gemeenschap in Nijmegen. Geschiedenis van de Waalse gemeente en kerk, tentoonstelling ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Alliance Francaise in Nederland, Nijmeegs Museum Commanderie van St.-Jan, Nijmegen, 1988.
  • Lemmens, G.T. en J.L. Volders, De Commanderie van St. Jan van 1196 tot 1974, Nijmeegs museum Commanderie van St. Jan"

|}} |}}

{{#if: De Waalse gemeente te Nijmegen ontstond vanuit het garnizoen waarin, vooral tijdens de Tachtigjarige Oorlog, een groot aantal Franssprekenden dienst deed. Vanaf 1611 werd te Nijmegen in het Frans gepreekt, zowel door enkele Nederduitse predikanten als door veldpredikers. Naar aanleiding van het overlijden van Philippe de Gastines, die jarenlang voor het garnizoen te Nijmegen werkzaam was geweest, dienden Franse officieren een verzoek in bij de Waalse synode - het verband van Franse kerken in de Republiek - voor de stichting van een eigen Franse kerk te Nijmegen.

In 1644 werd de Waals Gereformeerde gemeente te Nijmegen opgericht. Er waren nauwe banden met de Nederduits Gereformeerde gemeente en met het stadsbestuur. De pasteur (predikant) werd betaald door de stad en het Kwartier van Nijmegen. Vanaf de Franse tijd betaalde het Rijk de predikant.

De Waalse gemeente te Nijmegen kende enkele periodes van bloei. Na de opheffing van het Edict van Nantes in 1685 kreeg ook Nijmegen te maken met een grote toestroom van hugenoten, de zogenoemde refugiés (vluchtelingen). Een gedeelte kwam in Nijmegen en vond geestelijk onderdak bij de Waalse gemeente. Een andere bloeiperiode was het midden van de negentiende eeuw, toen de Waalse gemeente onder haar leden een aantal prominente vertegenwoordigers van het Reveil telde. Drie van hen, J.J.L. van der Brugghen, W. van der Lijnden en ds. E.A. Zubli, stonden aan de wieg van de Christelijke Normaalschool op de Klokkenberg.

In de twintigste eeuw kende de Waalse gemeente een gestage krimp. In de oorlogsjaren telde de gemeente nog ongeveer vijftig leden, in de jaren vijftig was dat aantal geslonken tot dertig. Door die geringe omvang werd het moeilijk om de gemeente zelfstandig te laten voortbestaan. In 1973 fuseerden de Waalse gemeenten van Arnhem en Nijmegen, waarna de diensten in Nijmegen grotendeels werden gestaakt (De Jonge en Jolink, 16). Twee maal per jaar houdt de Waalse gemeente nog een kerkdienst in de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk.

Vanaf 1644 hield de Waalse gemeente haar diensten in de grote zaal van de Commanderie van St. Jan aan wat nu de Franseplaats heet. Deze ruimte werd echter in 1655 in gebruik genomen door de toen opgerichte Illustere Hogeschool, waardoor de Waalse gemeente moest verhuizen naar de Regulierenkerk in de Molenstraat. Na de opheffing van de Hogeschool kon de gemeente in 1674 weer terugkeren naar de Commanderie. De gemeente groeide echter flink door de komst van Franse vluchtelingen in de jaren na 1685. In 1686 bood de stad haar het gebruik van de 'Kleine kerk' aan de Broerstraat 's zondags op bepaalde uren. In 1688 ging de gemeente weer terug naar de inmiddels verbouwde Regulierenkerk.

In 1701 keerde de Waalse gemeente weer terug naar haar oude plek, het auditorium van de Commanderie (De Jonge en Jolink, 9-10; Gorissen, 116). De kerk werd vergroot met een galerij. In 1758 schafte de gemeente een orgel aan, dat in 1777 werd vervangen door een exemplaar van de Keulse orgelbouwer K.Ph. König. De Waalse gemeente werd in 1810 eigenaar van het gebouwencomplex van de Commanderie.

Bij het bombardement van 22 februari 1944 werd de Commanderie zwaar beschadigd. De Waalse gemeente kerkte daarna in de Luthersekerk, de Doopsgezinde kerk en het woonhuis van ds. Le Gras.

Vanaf 1946 gebruikte de Waalse gemeente de benedenetage in de Mariënburgkapel, waarin toen het gemeentemuseum en het gemeentearchief waren gevestigd (Lemmens e.a., 32-35). Ondertussen maakte de gemeente plannen voor de restauratie van de Commanderie, maar deze bleken tenslotte de financiële draagkracht te boven te gaan. In 1952 verkocht de Waalse gemeente de ruïnes en vanaf 1951 maakte zij gebruik van de Zuiderkapel in de St. Stevenskerk. Het Königorgel werd uit het gebouw aan de Franseplaats meegenomen en in 1957 aan de Waalse gemeente te Arnhem verkocht (Lemmens e.a., 32-35).|

Verantwoording

{{#if: Hylke Roodenburg|Inleiding van de toegang op het archief door Hylke Roodenburg.|}} {{#if:2013|(2013)|}}

|}}


{{#if: 18.2 Protestantisme| |}} {{#if: | [[Categorie:]] |}} {{#if: | [[Categorie:]] |}} {{#if: | [[Categorie:]] |}}

{{#if:765| |}}