Algemene gegevens | |
---|---|
Naam : | Woningstichting Mgr. dr. Ariëns |
Andere naam (namen): |
|
Bestaansperiode: | 1936 - 1998 |
Rechtsvorm: | Vereniging 1936-1993; stichting 1993-1998 |
Voorganger(s): |
|
Opvolger(s): |
|
Hoger orgaan: |
|
Archief | |
Het archief van deze organisatie is in beheer bij het Regionaal Archief Nijmegen. De toegang met de beschrijving van de stukken is bereikbaar via deze link: | |
![]() Naar beschrijving archief |
In 1936, 35 jaar nadat de Woningwet 1901 van kracht was geworden, leefde het armste deel van de bevolking van Wijchen nog in krotten, omdat er een tekort was aan goede en gezonde volkswoningen die aan de eisen van de wet voldeden.
De afdeling Wijchen van de katholieke vakbeweging, de Roomsch - Katholieke Werkliedenvereniging (RKWV), wilde voor haar leden 24 goedkope woningen bouwen. Omdat alleen een woningbouwvereniging overheidssubsidie en de benodigde vergunningen kon krijgen, richtte de RKWV Woningbouwvereniging Mgr. dr. Ariëns op. De vereniging werd genoemd naar de priester Alfons Ariëns (1860-1928), die een grote rol in de katholieke arbeidersbeweging had gespeeld. In 1941 werd het eerste woningcomplex, aan de Passeweg en Passedwarsstraat, opgeleverd. Alleen katholieke vakbondsleden konden een woning huren. Na de Tweede Wereldoorlog heerste net als in heel Nederland ook in Wijchen woningnood. Hier werd eveneens volop gebouwd. Als enige woningbouwvereniging in de gemeente groeide Ariëns uit tot duizend woningen in 1969 en tweeduizend in 1975. In de jaren vijftig lag het zwaartepunt van de nieuwbouw in Wijchen-Oost, daarna in Wijchen-Noord. Een deel ervan kwam voor rekening van het plaatselijke bouwbedrijf Guelen dat in een hoog tempo de industriële PéGé-woningen neerzette. Toen de woningnood in Wijchen zelf rond 1970 voorbij was, kreeg de gemeente de functie van overloop voor Nijmegen. In dat kader werden meer dan drieduizend woningen in Wijchen-Zuid gebouwd. De woningbouwverenigingen in Nederland waren in de jaren van wederopbouw en woningnood met ‘gouden koorden’ verbonden geraakt met de rijksoverheid, die de sector enerzijds met miljarden guldens ondersteunde, anderzijds rechtstreeks, en indirect via de gemeenten, de touwtjes strak in handen hield. Staatssecretaris E. Heerma (CDA) maakte begin jaren negentig een einde aan deze innige relatie. De woningcorporaties moesten financieel zelfstandig worden en zich bestuurlijk moderniseren. Daarom vormde Ariëns zich in 1993 om van een vereniging in een stichting. In het hele land concludeerden corporaties dat ze alleen konden overleven door schaalvergroting. Ariëns achtte zichzelf te klein voor een zelfstandige toekomst en fuseerde op 1 januari 1999 met de veel grotere Katholieke Woningvereniging Kolping in Nijmegen tot Talis\ Stichting Talis Woondiensten.
Bouwen, beheren en verhuren van goede en goedkope woningen, alsmede taken die hieruit voortvloeien zoals de bouw van winkels, bejaardenwoningen en verzorgingshuizen. Stadsvernieuwing en wijkbeheer.
Van 1938 tot 1978 had H.M. Hendriks, schoolhoofd en voorzitter van het bestuur, de touwtjes binnen Mgr. dr. Ariëns vast in handen, hoewel dit tegen de zin van zowel de gemeente als het Rijk was. Hij bestuurde de vereniging ‘als zijn eigen huishouding’ en schakelde voor kerntaken vrijwilligers (als huurophaler) en bedrijven (voor onderhoud) in. De ommekeer kwam begin jaren zeventig met de bouw van een kantoor aan de Kruisbergweg en de aanstelling van de eerste vaste kracht, administrateur J. Mutsaers. Toen Hendriks in 1978 vertrok telde de organisatie al 22 personen. Mutsaers werd directeur. Ariëns maakte in een paar jaar de omslag naar een moderne organisatie. In 1993 werd Ariëns omgezet van een vereniging in een stichting. Mutsaers kreeg als bestuurder zwaardere bevoegdheden dan voorheen; het bestuur vormde zich feitelijk om tot een raad van toezicht.
1936-1998:Wijchen
Inleiding van de toegang op het archief door Rob Wolf. (2019)