Begijnhuis Vierzusterenhuis
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Algemene gegevens vrouwenklooster | |
---|---|
Straatnaam : | Adres::St. Anthoniuskerkhof |
Orde: | kloosterorde::onbekend, misschien Zusters van het Gemene Leven |
In gebruik vanaf: | gebruikt vanaf::1427/1428 |
In gebruik tot en met: | gebruikt tot::voor 1591 |
Geschiedenis
Naast de kloosters (dat wil zeggen: conventen waarvan de zusters een ‘echte’ kloosterregel hadden aangenomen) telde Nijmegen ook nog enkele begijnhuizen. Begijnen vormen een vrije lekengemeenschap en hoeven geen officiële beloften af te leggen. Het Vier Zusterenhuis op het St. Antoniuskerkhof (dat toebehoorde aan het Heilige Geesthuis) was een dergelijke gemeenschap.
Het begijnhuis is gesticht in 1427 of 1428. In het voorjaar van 1427 kan Arnold van Lienden Lambertsz. als eigenaar van het huis worden aangetoond.<ref> Gorissen, F. (red.) Stedeatlas (Kleef, 1956)122; bronvermeldingen aldaar.</ref> Spoedig daarna werden daar begijnen vermeld. De vier zusters stonden toen onder toezicht van provisor Hubert van Vaern geheten van Zandwijk.<ref>Heer Hupert van Vaern geh. van Zandwijkk pbr., provisor der 4 susteren of begijnenehuys, woenende bij sunte Anthonyskirchof; zo geciteerd door Meijer, G.A., Katholiek Nijmegen dl.1 89 meent dat deze Van Zandwijk het huis gesticht heeft, maar of dat zo is, is nog niet duidelijk geworden</ref>
In de tweede helft van de vijftiende eeuw komen we dit huis ook tegen onder de naam St. Barbara <ref>(sorores domus sancte Barbare) Schepenprotocol uit 1457; zo geciteerd door Gorissen, F. (red.) Stedeatlas 122.</ref>, die kennelijk als beschermheilige voor de gemeenschap gold. De vernoeming als zusters (sorores) geeft bovendien aan dat het huis waarschijnlijk een regel kende; het zou dan gaan om de regel van de Zusters van het Gemene Leven, maar geheel zeker is dit niet. Ook is onduidelijk of deze regel al direct bij de stichting van de gemeenschap heeft gegolden of pas enkele decennia later is geïntroduceerd.
Hoe het deze kleine gemeenschap verder is vergaan, is niet duidelijk. Heel goed zal het niet gelopen zijn, want nog voor de Reductie van Nijmegen in 1591 was het convent al weer verdwenen.<ref> Gorissen stelt: ‘De stichting is nog in XVI ten onder gegaan’; Stedeatlas 122. Ik neem aan dat hij hiermee bedoelt, dat de stichting al weg was voor de Reductie er een eind aan kon maken.</ref>
Voetnoten
<references/>
Verwijzingen
Bronnen
- Cissen, M., Vrouwenkloosters en begijnhuizen in Nijmegen, Nijmegen, 2004.
- Gorissen, F. (red.), Stedeatlas van Nijmegen, Kleef, 1956, p. 121-122.
- Meijer, G.A., Katholiek Nijmegen 2 dln., Nijmegen, 1904-1905, dl.1 p. 89.
- Schutjes, L.C.H., Geschiedenis van het bisdom ’s-Hertogenbosch 5 dln., St. Michielsgestel, 1870-1881, dl.5 p. 265.
Verantwoording
Bewerking van Martijn Cissen, Vrouwenkloosters en begijnhuizen in Nijmegen (Nijmegen, 2004) door Lisette Kuijper (Regionaal Archief Nijmegen, 2010)