Brontekst bekijken van Dagboek Rotterdamsche Bankvereeniging N.V., kantoor Nijmegen

{{Dagboek
|titel=Oorlogsgebeurtenissen Rotterdamsche Bankvereeniging N.V., kantoor Nijmegen
|auteur=Vogel, F.C.W.
|begindatum=01-10-1941
|einddatum=28-05-1945
|adres=Mariënburg 61
|plaatsnaam=Nijmegen
|taal=Nederlands
|omvang=2
|vorm=Typoscript
|instelling=Regionaal Archief Nijmegen
|link=http://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2172314521
|Coördinaten=51.84466, 5.86746
|beschrijving=Het betreft hier een beknopt overzicht van de wederwaardigheden van de Rotterdamsche Bankvereeniging N.V.,  kantoor Nijmegen tijdens de Tweede Wereldoorlog, dat is gebaseerd op: 
een  verslag uit mei  1945 van de heer F.C.W. Vogel, fungerend directeur sinds 7 september 1944, nadat de eigenlijke directeur op straat was doodgeschoten;  
alsmede op kanttekeningen daarbij van de dochter van de heer Vogel, mevrouw A. Roosegaarde Bisschop-Vogel. 

In de oorlogsperiode tot augustus 1944, kon de bank, in de  gegeven omstandigheden, normaal  functioneren. Tragisch was dat een Joodse  medewerkster van de bank onder druk van de omstandigheden in oktober 1941 ontslag nam en gedeporteerd werd.    
Een poging in augustus 1944 van de Duitse bezetter om het bankgebouw te vorderen, werd afgewend. Daarna  kon  een poging van de Duitsers op 16 september om een brandkast met goud in beslag te nemen door de heer Vogel worden getraineerd, waarna afstel kwam.  Vanaf 17 september 1944 lag het bankgebouw  in de gevechtszone rond de bevrijding van Nijmegen. Het afbranden ervan kon met grote inspanning worden voorkomen. Op 21 september moest onder bedreiging  een deel van de kas ter waarde van € 30.000,--.worden afgegeven aan een geallieerde militair. Het bedrag werd  later aan de bank  gerestitueerd.  Door het exploderen op 27 oktober 1944 van een bij het bankgebouw geparkeerd militair voertuig, liepen de heer Vogel  en zijn dochter ernstige verwondingen op.   

Vanaf begin oktober 1944 kwamen de werkzaamheden weer op gang , te beginnen voor kaszaken.  In de eerste maanden daarna  bleven de werkomstandigheden  moeilijk, door de beperkte beschikbaarheid van nutsvoorzieningen  en door  het gevaar van de beschietingen  waaraan frontstad Nijmegen tot in maart 1945  blootstond. De administratie van de bank kon in die periode echter op orde worden gehouden.
}}