Schepenprotocollen
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Tot 1811 werd de rechterlijke organisatie in Nederland gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan rechtskringen en hun bevoegdheden. Na de inlijving van de Nederlandse gewesten bij Frankrijk werd een uniforme rechterlijke organisatie ingericht.
Rechterlijke instellingen van vóór 1811 hadden verschillende competenties. Grofweg zijn de rechtskringen te verdelen in kringen met een lage jurisdictie en kringen met een hoge jurisdictie. Rechtskringen met de hoge jurisdictie hadden de bevoegdheid om misdaden waarop lijf- en onterende straffen stonden te behandelen. Deze competentie, waarbij tot maximaal de doodstraf mocht worden uitgesproken, noemt men de criminele rechtspraak. Rechtskringen die onder de lage jurisdictie vielen, beperkten zich alleen tot de twee andere competenties: de vrijwillige (of voluntaire) rechtspraak en de civiele rechtspraak.
De vier Nijmeegse Gerichten hadden alle drie de competenties voor Nijmegen en het Schependom (Hees, Neerbosch en Hatert).
Nijmeegs Gerichten
Er waren in ieder geval vanaf het begin van de zestiende eeuw vier afzonderlijke gerichten (rechtbanken) met eigen competenties en samenstelling. Dit waren tot de opheffing in 1811:
- de Raad
- het Burgemeestersgericht
- het Schepengericht
- het Buitengericht
Het schepengericht behandelde criminele zaken waarbij over het algemeen de dood of het verlies van een lidmaat als straf werd opgelegd ('lijf- en lidzaken'), civiele zaken die niet onder een van de andere gerichten vielen én de voluntaire rechtspraak. Onder die laatste vallen ook de zaken die later door notarissen behandeld werden zoals testamenten, transporten, huwelijksvoorwaarden en volmachten. (zie ook notariële archieven)
De akten en vonnissen van de gerichten werden in registers genoteerd, de zogeheten protocollen, waarbij onderscheid werd gemaakt naar soort rechtspraak of soort akten.
Schepenprotocol
In het rechterlijk archief van Nijmegen bevinden zich dus verschillende protocollen, waaronder het voluntair protocol van het schepengericht, over het algemeen het schepenprotocol genoemd. Dit loopt van 1410 tot 1810 met enkele hiaten. Hierin staan niet alle voluntaire akten maar over het algemeen de transporten (overdrachten), pandveiligheden (hypotheken) en recognitiën (erkenningen van eigendom, schuld, borgstelling of volmacht) en morgengaven.
Voor enkele soorten akten zijn er in de loop van de tijd afzonderlijke protocollen aangelegd zoals voor transporten, huwelijksvoorwaarden, volmachten en testamenten.
Toelichting index schepenprotocol
Het grootste deel van het schepenprotocol is nu op naam en locatie doorzoekbaar via de Digitale Studiezaal. Vrijwilligers van het archief werken al jaren aan de invoer van de gegevens uit deze bron. Op dit moment zijn in de Digitale Studiezaal beschikbaar:
- alle akten in het schepenprotocol uit de periode 1596-1808 (inv.nrs. 1866-2010)
- het protocol van recognitiën en donatiën (1797-1809) (inv. nrs. 2011-2012)
- het protocol van akten buiten Nijmegen waarvan registratuur is verzocht (1762-1810) (inv.nrs. 2220-2233)
- het protocol van besloten testamenten (1675-1809) (inv.nrs. 2251-2262)
- het protocol van testamenten en tochten (1793-1802) (inv. nrs. 2589-2591)
Hier volgt een korte uitleg van de presentatie van een schepenprotocol in de index met de verklaring van enkele gebruikte termen. Van een akte uit het schepenprotocol worden onder elkaar de volgende gegevens getoond, indien bekend:
- de namen van de personen
- de namen van de goederen
- verwijzingen naar andere akten
- basisgegevens van de akte
Personen
De personen in de akten hebben een bepaalde rol. De volgende rollen zijn benoemd in de index:
- handelt voor zich
- handelt voor een ander
- verwant
- begunstigde
- belender (buurman)
- anderszins vermeld
Bij personen is soms een opmerking gemaakt of ze overleden en/of gehuwd waren, met daarbij een nummer voor het echtpaar zodat duidelijk is wie met elkaar getrouwd waren.
Onroerend goed
In de index zijn ook alle goederen die in een akte voorkomen benoemd. Het gaat dan om 'goed' in de betekenis van een (im)materiële zaak en betreft hoofdzakelijk 'onroerend goed', d.w.z. niet verplaatsbare goederen als gebouwen en grond.
Verwijzingen
Als in een akte naar andere aktes wordt verwezen, is dit ook in de index opgenomen. Bij de verwijzing staat aangegeven, indien bekend, waar (locatie) en wanneer (datum) die akte is gepasseerd en om wat voor soort akte het gaat.
Basisgegevens
Veel akten zijn ingedeeld naar soort akte waarbij de volgende soorten zijn onderscheiden:
- nalatenschap
- schuld
- borgstelling
- volmacht
- (ver)koop
- lijftocht
- overige
Bij elke akte staat de datum en de bron waarin de akte te vinden is. U kunt bij de meeste akten klikken op het inventarisnummer om te kunnen bladeren in het protocol in kwestie. Vrijwel alle archiefstukken van het archief van de Stadsgerichten Nijmegen zijn digitaal in te zien in de Digitale Studiezaal.
Bronnen en verwijzingen
- Informatieblad Oud rechterlijke archieven Zutphen van het Regionaal Archief Zutphen
- A. Delahaye, Inleiding Inventaris van het Rechterlijk Archief der Stad Nijmegen, 1410 - 1811 (1951)
- Schepenprotocollen in de Digitale Studiezaal