St. Anthoniusplaats en -kapel
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Mogelijk dat de St. Anthoniusplaats een wat stil en verdroomd karakter kent vanwege het feit dat het slechts één toegang kent, namelijk vanaf de Ridderstraat. Het pleintje verbreedt zich wat naar achter en wordt afgesloten door het klooster van de zusters Dominicanessen. De kern van dit klooster wordt gevormd door een herenhuis uit de 18e eeuw; in 1930 werd het aan alle kanten uitgebreid. Links in de hoek ligt, verstopt achter een stenen muur, een in L-vorm gebouwd huis, vermoedelijk daterend uit de 15e eeuw. Het is herkenbaar aan een forse trapgevel en maakte vermoedelijk oorspronkelijk deel uit van het H. Geesthuis, een instelling tot leniging van de noden onder de armen. Tot het complex behoorde ook een kapel, gewijd aan St. Antonius de Kluizenaar (ofwel ‘St. Teunis met het verken’ ofwel ‘verkelteunis’). In de loop van de 14e eeuw scheen de kapel ook voor de openbare eredienst te zijn ingericht. Er omheen lag een kerkhof, waar veel mensen begraven werden.
Na de aansluiting van Nijmegen in 1578 bij de Pacificatie van Gent legden de belijders van de nieuwe leer beslag op de kapel, net als trouwens op alle kerken en kloosters: de ‘paapse afgodendienst’ werd verboden. In 1585 speelde de katholieke meerderheid de stad weer in handen van de Spanjaarden, de Calvinistische raad werd afgezet en de katholieken konden weer de deuren van hun kerken en kloosters openen. Bisschop Lindanus reconcilieerde persoonlijk de St. Stevenskerk en ook de St. Anthoniuskapel werd weer een katholiek bedehuis. Om een intensievere zielzorg mogelijk te maken bepaalde de bisschop dat de St. Stevenskerk niet als enige als parochiekerk zou fungeren. Ook de Observantenkerk ( de kerk van de minderbroeders van de strenge observantie in de benedenstad) en de Regulierenkerk (ter plaatse waar zich nu de Petrus Canisiuskerk bevindt) kregen deze functie.
Na een beleg in 1591 kwam de stad in handen van de Prins Maurits en was het gedaan met de herwonnen vrijheid voor de katholieken. De kloosters werden opgeheven en de kerken onttrokken aan de eredienst. De schuilkerkenperiode begon. Omdat de Calvinistische minderheid meer dan genoeg kerken had werd de St. Anthoniuskapel gesloten en in 1592 gesloopt. Het buiten gebruik gestelde kerkhof heeft in de 16e en 17e eeuw nog dienst gedaan als speelterrein voor de jongeren die de Latijnse school aan het St. Stevenskerkhof bezochten.
De fondsen van een aantal Nijmeegse broederschappen werden in 1592 samengevoegd tot ‘De Ellendige en andere Gevoegde Broederschappen’, later werd aan die naam die van het Cellenbroederenhuis toegevoegd. Het regentencollege dient nog steeds goede doelen met de fondsen die het ter beschikking heeft. Men vergadert al eeuwen in het hiervoor genoemde huis met de trapgevel en zet zo een traditie voort die terugvoert tot die van het H. Geesthuis.
Bronnen
Regionaal Archief Nijmegen, Wetenschappelijke correspondentie,
Commentaar
<comments hideForm="false"/> of, lees de overige commentaren ...