Vluchtelingencommissie Nijmegen
Let op: deze website is momenteel onder constructie. Helaas zullen hierdoor niet alle pagina's naar behoren functioneren. Onze excuses voor het ongemak!
Algemene gegevens | |
---|---|
Naam : | Vluchtelingencommissie Nijmegen |
Andere naam (namen): |
{{#if: Vluchtelingencommissaris Nijmegen| * Andere naam::Vluchtelingencommissaris Nijmegen|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam2}}}]]|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam3}}}]]|}} {{#if: | * [[Andere naam::{{{Andere naam4}}}]]|}} |
Bestaansperiode: | Beginjaar::1944 - Eindjaar::1946 |
Rechtsvorm: | Rechtsvorm:: |
Voorganger(s): |
{{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger1}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger2}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger3}}}]]|}} {{#if: | * [[opvolger van::{{{Voorganger4}}}]]|}} |
Opvolger(s): |
{{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger1}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger2}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger3}}}]]|}} {{#if: | * [[voorganger van::{{{Opvolger4}}}]]|}} |
Hoger orgaan: |
{{#if: | Hoger orgaan::|}} |
Archief | |
{{#if: https://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126482075%7C Het archief van deze organisatie is in beheer bij het Regionaal Archief Nijmegen. De toegang met de beschrijving van de stukken is bereikbaar via deze link: |}} {{#if: | Vindplaats archief:|}} | |
{{#if: https://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126482075%7C |}}{{#if: https://studiezaal.nijmegen.nl/ran/_detail.aspx?xmldescid=2126482075%7CNaar beschrijving archief|}}{{#if: | |}} |
{{#if: |
Algemene context
|}}
{{#if: Bij de bevrijding van Nijmegen in 1944 werd de heer Stoopman tot vluchtelingencommissaris benoemd. Hij was verantwoordelijk voor de schuilkelders en de verzorging van de mensen die hiervan gebruik moesten maken. Die vielen uiteen in twee groepen: degenen die door de oorlog hun huis hadden verloren en degenen die in verband met de geregelde beschieting en het feit dat men in eigen huis geen kelder had, in elk geval voor de nacht naar deze openbare schuilkelders kwamen.
Aan de top van de organisatie stond Stoopman, bureau houdende op kamer 144 in de St. Annastichting. De titel Vluchtelingencommissaris kreeg hij omdat hij ook belast was met de zorg voor zogenoemde Displaced Persons (D.P.'s) en deze zorg kwam vrijwel overeen met die voor de stadsgenoten die hun woning verloren hadden. Zij werden in een van de kelders ondergebracht, D.P.'s veel in de St. Annabunker, en het commissariaat had te zorgen dat zij ook hun verdere verzorging kregen: voor deze groepen leverden Centrale Keukens het eten, bij gelegenheid werd getracht vooral voor de jeugd iets extra's te doen. Zo vroeg men om enig extra snoep te krijgen voor een Sint Nicolaasviering in de kelders, en organiseerde de vluchtelingencommissaris na de oorlog een dag in een speeltuin voor de kinderen die nog in kelders en vluchtelingenonderkomens verbleven. Een enkele brief uit het archief suggereert dat in de winter 1944-1945 door een bepaalde groep ontspanningsavonden met cabaret door dilettanten werden georganiseerd in de schuilkelders.
Na de oorlog nam het aantal openbare schuilgelegenheden, die toen uitsluitend werden gebruikt als verblijfplaatsen voor onthuisden en D.P.'s, vrij snel af. De vluchtelingencommissaris gaf (waarschijnlijk incidenteel) bemiddeling om onthuisden aan een woning te helpen. Eind 1946 houdt de correspondentie op. Of toen ook de vluchtelingencommissaris ontslag kreeg, valt niet na te gaan.|
Geschiedenis
Bij de bevrijding van Nijmegen in 1944 werd de heer Stoopman tot vluchtelingencommissaris benoemd. Hij was verantwoordelijk voor de schuilkelders en de verzorging van de mensen die hiervan gebruik moesten maken. Die vielen uiteen in twee groepen: degenen die door de oorlog hun huis hadden verloren en degenen die in verband met de geregelde beschieting en het feit dat men in eigen huis geen kelder had, in elk geval voor de nacht naar deze openbare schuilkelders kwamen.
Aan de top van de organisatie stond Stoopman, bureau houdende op kamer 144 in de St. Annastichting. De titel Vluchtelingencommissaris kreeg hij omdat hij ook belast was met de zorg voor zogenoemde Displaced Persons (D.P.'s) en deze zorg kwam vrijwel overeen met die voor de stadsgenoten die hun woning verloren hadden. Zij werden in een van de kelders ondergebracht, D.P.'s veel in de St. Annabunker, en het commissariaat had te zorgen dat zij ook hun verdere verzorging kregen: voor deze groepen leverden Centrale Keukens het eten, bij gelegenheid werd getracht vooral voor de jeugd iets extra's te doen. Zo vroeg men om enig extra snoep te krijgen voor een Sint Nicolaasviering in de kelders, en organiseerde de vluchtelingencommissaris na de oorlog een dag in een speeltuin voor de kinderen die nog in kelders en vluchtelingenonderkomens verbleven. Een enkele brief uit het archief suggereert dat in de winter 1944-1945 door een bepaalde groep ontspanningsavonden met cabaret door dilettanten werden georganiseerd in de schuilkelders.
Na de oorlog nam het aantal openbare schuilgelegenheden, die toen uitsluitend werden gebruikt als verblijfplaatsen voor onthuisden en D.P.'s, vrij snel af. De vluchtelingencommissaris gaf (waarschijnlijk incidenteel) bemiddeling om onthuisden aan een woning te helpen. Eind 1946 houdt de correspondentie op. Of toen ook de vluchtelingencommissaris ontslag kreeg, valt niet na te gaan. |Van deze organisatie is nog geen beschrijving beschikbaar.}}
{{#if: De vluchtelingencommissaris was verantwoordelijk voor de schuilkelders, de verzorging van de mensen die hiervan gebruik moesten maken en zorg voor D.P.'s. In 1945 kreeg de vluchtelingencommissaris nog een nieuwe taak, blijkbaar van een nationale instantie. Hij werd namelijk verantwoordelijk voor het transport van personen die in Nederland domicilie hadden, naar Duitsland. Het is deze taak, die in de loop van 1946 ging overheersen. Nederlanders of Duitsers c.a. werden via vreemdelingenpolitie, Buitenlandse Zaken en dergelijk steeds naar hem gestuurd met een aanvrage en van tijd tot tijd ging vanuit Nijmegen een transport naar de Britse zone; naar de andere zones kon en mocht men niet vertrekken. Na invulling van aanvraagformulieren werd men op een lijst gezet en zodra een transport mogelijk was - dit kon ruim een half jaar duren, in de zomer van 1946 waren blijkbaar transporten absoluut onmogelijk door bepalingen van de Zoneautoriteiten - kreeg men een telegram en moest men onmiddellijk naar Nijmegen komen. De bunker van St. Annastichting diende in die tijd als hotel voor deze passanten.|
Taken en activiteiten
De vluchtelingencommissaris was verantwoordelijk voor de schuilkelders, de verzorging van de mensen die hiervan gebruik moesten maken en zorg voor D.P.'s. In 1945 kreeg de vluchtelingencommissaris nog een nieuwe taak, blijkbaar van een nationale instantie. Hij werd namelijk verantwoordelijk voor het transport van personen die in Nederland domicilie hadden, naar Duitsland. Het is deze taak, die in de loop van 1946 ging overheersen. Nederlanders of Duitsers c.a. werden via vreemdelingenpolitie, Buitenlandse Zaken en dergelijk steeds naar hem gestuurd met een aanvrage en van tijd tot tijd ging vanuit Nijmegen een transport naar de Britse zone; naar de andere zones kon en mocht men niet vertrekken. Na invulling van aanvraagformulieren werd men op een lijst gezet en zodra een transport mogelijk was - dit kon ruim een half jaar duren, in de zomer van 1946 waren blijkbaar transporten absoluut onmogelijk door bepalingen van de Zoneautoriteiten - kreeg men een telegram en moest men onmiddellijk naar Nijmegen komen. De bunker van St. Annastichting diende in die tijd als hotel voor deze passanten. |}}
{{#if: Voor de schuilkelders bestond een vrij uitgebreid systeem van zorg:
- Toezicht op deugdelijkheid, minimale hygiënische voorwaarden enzovoort van het noodonderkomen.
- Het ordelijk gebruik hiervan en verlening van de nodige zorg aan de gebruikers.
Elke kelder had een leider, een arts was belast met het medisch toezicht respectievelijk hulp, terwijl een tiental inspecteurs de in 1944-1945 vrij talrijke schuilgelegenheden geregeld inspecteerden.
Waarschijnlijk in de loop van 1945 wisselde de leiding. Sindsdien trad de heer C. Bruens als vluchtelingencommissaris op, terwijl deze 1944-1945 als inspecteur van de schuilkelders werd genoemd. De heer Stoopman verdween daarna volledig uit de stukken.|
Organisatie
Voor de schuilkelders bestond een vrij uitgebreid systeem van zorg:
- Toezicht op deugdelijkheid, minimale hygiënische voorwaarden enzovoort van het noodonderkomen.
- Het ordelijk gebruik hiervan en verlening van de nodige zorg aan de gebruikers.
Elke kelder had een leider, een arts was belast met het medisch toezicht respectievelijk hulp, terwijl een tiental inspecteurs de in 1944-1945 vrij talrijke schuilgelegenheden geregeld inspecteerden.
Waarschijnlijk in de loop van 1945 wisselde de leiding. Sindsdien trad de heer C. Bruens als vluchtelingencommissaris op, terwijl deze 1944-1945 als inspecteur van de schuilkelders werd genoemd. De heer Stoopman verdween daarna volledig uit de stukken. |}}
{{#if: {{#if:1944-1946|locatie periode::1944-1946:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Groesbeekseweg 329 {{#if:51.825351,5.879399|locatie in googlemaps|}}
|
Locatie
{{#if:1944-1946|locatie periode::1944-1946:|}}plaatsnaam::Nijmegen adres::Groesbeekseweg 329 {{#if:51.825351,5.879399|locatie in googlemaps|}}
|}}
{{#if: |
|}} {{#if: Bij de bevrijding van Nijmegen in 1944 werd de heer Stoopman tot vluchtelingencommissaris benoemd. Hij was verantwoordelijk voor de schuilkelders en de verzorging van de mensen die hiervan gebruik moesten maken. Die vielen uiteen in twee groepen: degenen die door de oorlog hun huis hadden verloren en degenen die in verband met de geregelde beschieting en het feit dat men in eigen huis geen kelder had, in elk geval voor de nacht naar deze openbare schuilkelders kwamen.
Aan de top van de organisatie stond Stoopman, bureau houdende op kamer 144 in de St. Annastichting. De titel Vluchtelingencommissaris kreeg hij omdat hij ook belast was met de zorg voor zogenoemde Displaced Persons (D.P.'s) en deze zorg kwam vrijwel overeen met die voor de stadsgenoten die hun woning verloren hadden. Zij werden in een van de kelders ondergebracht, D.P.'s veel in de St. Annabunker, en het commissariaat had te zorgen dat zij ook hun verdere verzorging kregen: voor deze groepen leverden Centrale Keukens het eten, bij gelegenheid werd getracht vooral voor de jeugd iets extra's te doen. Zo vroeg men om enig extra snoep te krijgen voor een Sint Nicolaasviering in de kelders, en organiseerde de vluchtelingencommissaris na de oorlog een dag in een speeltuin voor de kinderen die nog in kelders en vluchtelingenonderkomens verbleven. Een enkele brief uit het archief suggereert dat in de winter 1944-1945 door een bepaalde groep ontspanningsavonden met cabaret door dilettanten werden georganiseerd in de schuilkelders.
Na de oorlog nam het aantal openbare schuilgelegenheden, die toen uitsluitend werden gebruikt als verblijfplaatsen voor onthuisden en D.P.'s, vrij snel af. De vluchtelingencommissaris gaf (waarschijnlijk incidenteel) bemiddeling om onthuisden aan een woning te helpen. Eind 1946 houdt de correspondentie op. Of toen ook de vluchtelingencommissaris ontslag kreeg, valt niet na te gaan.| {{#if: |
Bronnen
|}} |}}
{{#if: Bij de bevrijding van Nijmegen in 1944 werd de heer Stoopman tot vluchtelingencommissaris benoemd. Hij was verantwoordelijk voor de schuilkelders en de verzorging van de mensen die hiervan gebruik moesten maken. Die vielen uiteen in twee groepen: degenen die door de oorlog hun huis hadden verloren en degenen die in verband met de geregelde beschieting en het feit dat men in eigen huis geen kelder had, in elk geval voor de nacht naar deze openbare schuilkelders kwamen.
Aan de top van de organisatie stond Stoopman, bureau houdende op kamer 144 in de St. Annastichting. De titel Vluchtelingencommissaris kreeg hij omdat hij ook belast was met de zorg voor zogenoemde Displaced Persons (D.P.'s) en deze zorg kwam vrijwel overeen met die voor de stadsgenoten die hun woning verloren hadden. Zij werden in een van de kelders ondergebracht, D.P.'s veel in de St. Annabunker, en het commissariaat had te zorgen dat zij ook hun verdere verzorging kregen: voor deze groepen leverden Centrale Keukens het eten, bij gelegenheid werd getracht vooral voor de jeugd iets extra's te doen. Zo vroeg men om enig extra snoep te krijgen voor een Sint Nicolaasviering in de kelders, en organiseerde de vluchtelingencommissaris na de oorlog een dag in een speeltuin voor de kinderen die nog in kelders en vluchtelingenonderkomens verbleven. Een enkele brief uit het archief suggereert dat in de winter 1944-1945 door een bepaalde groep ontspanningsavonden met cabaret door dilettanten werden georganiseerd in de schuilkelders.
Na de oorlog nam het aantal openbare schuilgelegenheden, die toen uitsluitend werden gebruikt als verblijfplaatsen voor onthuisden en D.P.'s, vrij snel af. De vluchtelingencommissaris gaf (waarschijnlijk incidenteel) bemiddeling om onthuisden aan een woning te helpen. Eind 1946 houdt de correspondentie op. Of toen ook de vluchtelingencommissaris ontslag kreeg, valt niet na te gaan.|
Verantwoording
{{#if: |Inleiding van de toegang op het archief door .|}} {{#if:|()|}}
|}}
{{#if: 5.5 Tweede Wereldoorlog| |}}
{{#if: 04 Openbare orde en veiligheid| |}}
{{#if: | [[Categorie:]] |}}
{{#if: | [[Categorie:]] |}}