Landhoofd spoorbrug (21)

Restant van eind 19e-eeuws (1876-1878) als militair verdedigingswerk ingericht landhoofd der dubbele spoorbrug over de Waal, van belang uit een oogpunt van architectuurgeschiedenis als overblijfsel van een destijds zowel nationaal als internationaal opvallend landhoofd, van belang als een van de laatst overgebleven landhoofden in Nederland en van belang uit een oogpunt van de (technische en architectonische) geschiedenis van de Nederlandse Spoorwegen.

De bouw van de spoorbrug begon in 1875 en duurde tot 1879. Het zuidelijke landhoofd van de brug met middeleeuws aandoende torens werd ontworpen door Pierre Cuypers. De spoorbrug maakte mede de treinverbinding tussen Nijmegen en Arnhem mogelijk, waarmee Nijmegen werd aangesloten op het nationale spoorwegnet. De vakwerkbrug had oorspronkelijk 3 boogoverspanningen. De spoorbrug was de eerste brug over de Waal in Nijmegen; de Waalbrug kwam er pas in 1936.

In de Tweede Wereldoorlog werd de middelste boog van de brug twee keer opgeblazen. De spoorbrug maakte deel uit van de Waaloversteek, onderdeel van Operatie Market Garden. In 1945 werd de schade hersteld en konden er weer treinen rijden. In 1984 werd de brug gemoderniseerd. Nu werd er in plaats van drie slechts één boog geconstrueerd. Het landhoofd, dat aanvankelijk gesloopt zou worden, werd een rijksmonument.

In 2004 werd de Snelbinder aan de spoorbrug bevestigd. Het treinverkeer over de spoorbrug en de scheepvaart op de Waal moesten daarvoor een dag worden stilgelegd. In 2009 werd het landhoofd, dat in de oorlog beschadigd was geraakt, gereconstrueerd.

De brug is in 1985 gemoderniseerd. Als militair verdedigingswerk ingericht landhoofd bestaande uit twee onderling verbonden, gespiegelde bouwlichamen op rechthoekige plattegrond; oorspronkelijk drie, thans nog twee onderheide bouwlagen met gedeeltelijk afgebroken traptorens op onderbouw tellend en opgetrokken uit hardstenen rusticawerk voor de onderbouw, gladde hardsteenblokken op de scheiding van onder- en bovenbouw en donker baksteenwerk voor de twee verdiepingen. Drie der vier hoeken van elk der bouwlichamen zijn aan de stadzijde afgezet met twee uitkragende hardstenen consoles ten behoeve van de (afgebroken) derde bouwlaag en, aan de Waalzijde, met eveneens op uitkragende hardstenen console rustende traptorens met hardstenen wenteltrap (waaraan derde bouwlaag, bekroning en de op een der torens geplaatste geharnaste ridder thans ontbreken). De lichttoetreding geschiedt via rechthoekige vensters met en zonder achtruitsverdeling, van verschillend formaat en al dan niet uitgevoerd met hardstenen vensterbanken en/of lateien; spitsbogig gesloten houten deuren met beslag; hardstenen waterlijsten dito waterspuiers. Vanaf de aan de Waal grenzende kaden leidt aan beide zijden een eenvoudige hardstenen trap met bescheiden ijzeren leuningen omhoog.

(bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Foto: https://nl.wikipedia.org/wiki/Spoorbrug_Nijmegen

Terug naar Index