De bad- en zweminrichting werd in 1878 in gebruik genomen en was bedoeld voor de persoonlijke hygiëne van abonnementshouders en minvermogenden.
Voor de persoonlijke hygiëne is een gelegenheid tot wassen onmisbaar. De gemeentelijke bemoeienis beperkt zich aanvankelijk tot het zorgen voor de stadspompen. In 1876 besluit de raad een gemeentelijke bad- en zweminrichting te gaan exploiteren.[1] Deze inrichting, het betreft hier bassins in de toen nog niet zwaar verontreinigde Waal, wordt in gebruik genomen in 1878.[2] Het personeel bestaat uit een opzichter, een bad- en zwemmeester en twee bedienden. Het bad ligt aan de Lentse zijde. Abonnementhouders en minvermogenden die willen gaan baden, hoeven geen veergeld te betalen. De badinrichting ressorteert net als de politie rechtstreeks onder de burgemeester.[3] Het personeel ondergaat in de 20e eeuw enige uitbreiding, in 1918 bestaat het uit tien personen. Openbare overdekte badhuizen kent Nijmegen in deze periode niet. Wel bestaat er sinds 1882 een particuliere "Nijmeegsche Bad-inrichting". Aan dit badhuis voor warme en koude baden verleent de gemeente een subsidie, op voorwaarde dat minvermogenden die op doktersvoorschrift het badhuis bezoeken, gratis toegang hebben.[4]
51° 51' 0.90" N, 5° 52' 9.12" E
Bewerking van de resultaten van onderzoek, gedaan in de jaren 1994-1996, naar lokaal bestuur en gemeentelijke overheid in Nijmegen door Lisette Kuijper (Regionaal Archief Nijmegen, 2010)