Door haar ligging aan de rivier de Waal en dicht bij Duitsland bloeide in Nijmegen de (expeditie)handel. Volgens een gemeentelijk verslag uit 1819 is deze handel in 1795 allengs afgenomen en onder de Franse overheersing geheel teniet gedaan. Met name het belastingstelsel en de Pruisische maatregelen tegen de smokkel hebben de eertijds goed lopende handel in koloniale waren op het Cleefsche land geheel vernietigd.
Voor de toen bestaande fabrieken en trafieken geldt hetzelfde: zij verkeren in ‘algemene kwijnstaat’. In de 28 bedrijven werken dan nog slechts 230 mensen; in 1759 waren dat er nog 459. Voor de eertijds bloeiende scheepvaart geldt hetzelfde.
Regionaal Archief Nijmegen, Wetenschappelijke correspondentie,