Algemene gegevens | |
---|---|
Naam : | Het Onderling Veeverzekeringsfonds Lent |
Andere naam (namen): |
|
Bestaansperiode: | 1838 - 2009 |
Rechtsvorm: | Onderlinge waarborgmaatschappij |
Voorganger(s): |
|
Opvolger(s): |
|
Hoger orgaan: |
|
Archief | |
Het archief van deze organisatie is in beheer bij het Regionaal Archief Nijmegen. De toegang met de beschrijving van de stukken is bereikbaar via deze link: | |
![]() Naar beschrijving archief |
Zoals ook vandaag de dag nog gebeurt, staken in vroeger eeuwen geregeld (besmettelijke) veeziekten de kop op. Boeren werden zwaar gedupeerd als hun vee - vaak het duurste bezit - ziek werd en stierf. In 1799 werd in de Wet tot voorkoming en afwending van de runderpest de oprichting van een veefonds geregeld. Boeren van wie het vee moest worden afgemaakt, konden hiermee schadeloos worden gesteld. Dit voorbeeld kreeg ook op lokaal niveau navolging.
In 1837 ontstond in agrarisch Lent de gedachte tot oprichting van een fonds, waarbij de leden elkaar zouden bijstaan als een van hen schade zou lijden bij verlies van vee. De akte van oprichting dateert van 24 februari 1838. Oprichters waren de heren W. Crijnen en G. Janssen, die ook ontvanger werd. J. Daams, N. Reijers, J. de Beijer en J. Janssen werden taxateur. Het verzekerde vee werd geadministreerd in zogenoemde veeboekjes. Deelname aan het fonds stond vrij voor boeren uit Lent. Zijn inkomsten behaalde het veefonds voornamelijk uit premiegelden van de leden, maar ook uit erfmakingen en schenkingen.
Bestuursvergaderingen vonden plaats in het huis van de voorzitter; algemene vergaderingen waren eenmaal per jaar in Het Molentje aan de Griftdijk Zuid (tot in 1987), vervolgens tot in 1996 in café Waalzicht en daarna in restaurant Ni Hao.
Rond de Tweede Wereldoorlog had het fonds het grootste aantal leden in de geschiedenis van zijn bestaan: in 1944 telde het fonds er 95. Later daalde het ledenaantal sterk. Steeds meer boeren op leeftijd stopten hun boerenbedrijf omdat ze geen opvolger konden vinden. Vanaf 1998, na de annexatie door de gemeente Nijmegen, verdwenen veel boerenbedrijven door de grootschalige woningbouw rond Lent. In 2009 werd tot algehele opheffing besloten.
Het fonds keerde geld uit aan boeren van wie het verzekerde vee door sterfte verloren ging.
Het bestuur was aanvankelijk opgedragen aan twee directeuren - van wie de eerste de voorzitter, de tweede de secretaris en penningmeester was - en vier taxateurs (later 'schatter' genoemd). Volgens de statuten van 1938 bestond het bestuur uit vijf commissarissen en een secretaris-penningmeester. De zes leden kozen uit de commissarissen een voorzitter, de overige vier kregen de functie van schatter. In 1979 werd het aantal commissarissen gesteld op drie tot vijf.
1838-2009:Lent
Inleiding van de toegang op het archief door Hylke Roodenburg. (2014)