De plantagiën en publieke wandelingen houdt zich bezig met aanplantingen en het bewerken van het land, waarbij de stadshovenier en de gemeentearchitect een grote rol spelen. Vanaf 1920 komt er een zelfstandige plantsoenendienst.
De plantagiën en publieke wandelingen kunnen we onder de openbare werken rekenen. Onder plantagiën ressorteert alles wat met aanplantingen en bewerken van land in de ruimste zin des woords te maken heeft. In deze 'groene' sector komen we weer de stadsarchitect tegen. Hij houdt zich bijvoorbeeld bezig met de technische kant van het onderhouden van weilanden. Dan geeft hij leiding aan werklieden die zorgen voor de instandhouding van de omheiningen van de stedelijke weidegronden. Bij de stad dient hij declaraties in voor lonen en materiaalkosten.
Een ander vast, door de gemeente aangesteld personeelslid op het werkterrein van de plantagiën is de stadshovenier, die in de rekeningen terug te vinden is als 'opzichter der Stads Plantagien' en als 'stadsplantagiemeester'. In de rekeningen vinden we verder een kleine uitgavenpost voor een 'portier wandelplaats het hof' aan. Deze moet zorgen dat het als publieke wandelplaats ingerichte Valkhof een fraai plantsoen blijft. Het stadsbestuur heeft een verordening gepubliceerd om het Valkhof "te beveiligen tegen de uitwerkselen van baldadigheid of onbezonnenheid".[1] In die publikatie wordt de portier aangeduid als de 'Stads-Opziener der Wandelingen'. Als hij zijn gezag niet voldoende kan gelden, is er nog de stadsplantagiemeester om respect af te dwingen voor het stedelijk groen. Redden zij het samen niet, dan rest tenslotte de mogelijkheid de hulp in te roepen van politiecommissaris, schout en politieagenten.
Met de uitleg van de stad komen er meer parken en plantsoenen: beperkt het openbaar groen zich eerst tot het Valkhof, in het laatste kwart van de 19e eeuw wordt dat uitgebreid met het Kronenburgerpark, het Keizer Karelplein en het Hunnerpark. Naast de portier en arbeider op wandelplaats het Hof komen in 1884 de volgende nieuwe functies bij de plantsoenen: drie plantsoenwachters en drie tuinmannen. Met ingang van 1889 treedt bij de gemeente een opzichter over de plantsoenen en de kwekerij in dienst. Daarmee krijgt de afdeling plantsoenen een min of meer afgescheiden plaats binnen het werkterrein van de plantagiemeester.
Bewerking van de resultaten van onderzoek, gedaan in de jaren 1994-1996, naar lokaal bestuur en gemeentelijke overheid in Nijmegen door Lisette Kuijper (Regionaal Archief Nijmegen, 2010)