Sinds negentig jaar is Nijmegen universiteitsstad. Studenten beheersen het straatbeeld en de kroegen in het centrum. In sommige buurten zijn de studentenhuizen duidelijk herkenbaar. Het academisch leven is minder zichtbaar; dat is tegenwoordig grotendeels geconcentreerd op de campus Heyendaal. In de eerste decennia na de oprichting van de universiteit (toen nog Katholieke Universiteit geheten) was dat heel anders. De universitaire wereld was toen duidelijk zichtbaar in het Nijmeegse straatbeeld. De bestuursgebouwen en collegezalen lagen verspreid door de stad en ook allerlei andere plekken hadden een academische functie.
"Radboud in de stad" in het Digitale Huis biedt 63?? artikelen over de voormalige locaties van de universiteit in de stad, met de bijbehorende verhalen en toont collegezalen en verenigingsgebouwen, professorenwoningen en studentencafés.
Zie het overzicht van universiteitslocaties voor een lijst en een kaart met alle artikelen. Er is ook per soort locatie te zoeken met de volgende indeling:
In Museum het Valkhof is van 8 mei tot en met 16 juni in het prentenkabinet een tentoonstelling te zien met foto's en filmbeelden van de oude universiteitslocaties.
Bij gelegenheid van het lustrum is ook een wandeling uitgezet langs de belangrijke gebouwen van de universiteit van toen. Een boekje en een app begeleiden de wandeling. De app is vanaf medio mei gratis te downloaden in de Apple store onder de naam "RU Route". Het boekje is onder meer te koop in de museumwinkel en bij het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis.
|
Naast onderstaande algemene inleiding bij "Radboud in de stad" is over de geschiedenis van de universiteit in het Digitale Huis meer te lezen in Canonartikel 36 en het artikel Katholieke Universiteit Nijmegen.
In de digitale studiezaal van het archief bevinden zich veel foto's en filmbeelden over de universiteit in de stad. Hieronder een Polygoonjournaal uit 1951 over de nieuwe medische faculteit van de universiteit.
Bron: Regionaal Archief Nijmegen
De Sint Radboudstichting had in 1923 meerdere motieven om de Rooms Katholieke Universiteit te vestigen in Nijmegen – en niet elders. Een ervan was de schoonheid, de aantrekkelijkheid van de stad: de ruime boulevards, de parken en de plantsoenen, die sinds het einde van de negentiende eeuw rondom het oude stadscentrum waren aangelegd. Bovendien lag Nijmegen ‘in een zeldzaam schoone omgeving, zoodat voor professoren en studenten in hooge mate te prikkel aanwezig is, zich daar te vestigen’, aldus een rapport van de Sint Radboudstichting uit 1920.
Vanaf het eerste begin heeft de Rooms Katholieke Universiteit Nijmegen (later: Radboud Universiteit Nijmegen) zich tegoed gedaan aan dat stadsschoon. In de eerste decennia na de stichting in 1923 waren de universiteit en haar drie faculteiten (Godgeleerdheid, Letteren & Wijsbegeerte, Rechtsgeleerdheid) gehuisvest in villa’s en herenhuizen nabij het centrum van de stad. Rondom de singels van Nijmegen werd college gelopen, de bibliotheek bezocht, tentamen afgelegd, de sociëteit gefrequenteerd. Er werd ook gewoond door zowel studenten als professoren.
Toen de universiteit in de jaren vijftig kon uitbreiden met een vierde en een vijfde faculteit (Geneeskunde en Wis- & Natuurkunde) hinkte zij even op twee gedachten. De nieuwe, omvangrijke en kostbare faculteiten, met hun laboratoria en klinieken, werden gebouwd in de periferie van de stad, op het daartoe aangekochte – en al even fraaie – landgoed Heyendaal, enkele kilometers zuidwaarts van het centrum. Vanzelfsprekend kreeg ook het academisch ziekenhuis St Radboud een plaats op Heyendaal, in de vroege jaren zestig gevolgd door de subfaculteit Tandheelkunde. De oude faculteiten en instituten van de nu snel tot wasdom komende universiteit bleven gespreid over de stad gehuisvest, in steeds meer verschillende panden, die steeds minder voldeden. Het besluit de gehele universiteit naar Heyendaal te verplaatsen kon niet uitblijven. Het Bestuursgebouw en de Universiteitsbibliotheek gingen in de jaren zestig voorop. Later maakten de oude faculteiten en de in 1963 opgerichte Faculteit der Sociale Wetenschappen gefaseerd de oversteek naar Heyendaal. Daar ontstond een moderne campus, passend bij een moderne universiteit. Begin jaren tachtig stootte de universiteit haar laatste stadspanden af.
Met het verstrijken van de tijd raakten de plekken in het Nijmeegse straatbeeld waarop het academisch leven zich ooit voltrok in vergetelheid. [[Radboud in de Stad]], gemaakt ter gelegenheid van het negentigjarig bestaan van de Radboud Universiteit Nijmegen, wil die vergeten plaatsen in herinnering roepen. De lezer krijgt een aangename wandelroute voorgeschoteld, die langs 36 universitaire herinneringsplekken voert, verdeeld in uiteenlopende thema’s: van de strikte academische infrastructuur, zoals bibliotheken en collegezalen (overigens zonder daarbij aanspraak te maken op volledigheid), tot het studentenleven in de breedste betekenis (corps, kroeg en kerk). Vaak wordt de aandacht van de wandelaar gevraagd voor gebouwen die sinds de universiteit er wegtrok een andere bestemming hebben gekregen; soms ook wordt stilgestaan bij gebouwen die in hun geheel zijn verdwenen. Hier en daar in de route is een pand opgenomen dat ooit het woonhuis was van een hoogleraar. Doorgaans waren dat gevreesde oorden, waar je je als eerstejaars in rokkostuum, jacquet of mantelpakje met het visitekaartje in de hand moest komen voorstellen aan de professor en zijn echtgenote. De meeste professoren namen thuis ook mondeling tentamen af – de huiselijke studeerkamer als verlengstuk van de universiteit.