| |
---|---|
Startpagina Voortgezet onderwijs | |
Algemene gegevens | |
Naam : | Stedelijk Gymnasium Nijmegen |
Andere naam (namen): |
|
Bestaansperiode: | 1842 - |
Rechtsvorm: | Stichting |
Voorganger(s): |
|
Opvolger(s): |
|
Hoger orgaan: |
|
Archief | |
Het archief van deze organisatie is in beheer bij het Regionaal Archief Nijmegen. De toegang met de beschrijving van de stukken is bereikbaar via deze link: | |
![]() Naar beschrijving archief |
Vanaf de middeleeuwen werden in de Nederlandse steden Latijnse scholen gesticht als voorbereiding op een religieus bestaan of een universitaire studie. Het lesprogramma bestond grotendeels uit studie van het Latijn, maar gaandeweg werden ook meer andere vakken onderwezen, bijvoorbeeld filosofie. In de Renaissance nam mede onder invloed van het humanisme (Erasmus) de belangstelling voor de klassiek oudheid sterk toe en werd ook Grieks een hoofdvak.
Nijmegen kreeg al in 1310 een Latijnse School, ook wel Apostolische School genoemd. Deze school was vanaf 1545 gevestigd in het nog bestaande vroeg-renaissancegebouw aan het St. Stevenskerkhof. Begin 19e eeuw ontstonden op de Latijnse scholen zogenoemde tweede afdelingen, waarin naast Grieks en Latijn andere vakken werden onderwezen zoals wiskunde, aardrijkskunde, Nederlands en moderne vreemde talen (vooral Frans was in die tijd belangrijk als Europese cultuurtaal). Deze scholen werden gymnasiën genoemd.
De inrichting van de gymnasia werd pas definitief geregeld bij de Wet op het Hoger Onderwijs van 1876. Toen ontstonden het gymnasium-alfa met aanvankelijk vooral de nadruk op (klassieke) talen en geschiedenis en het gymnasium-bèta, waar behalve klassieke en moderne talen ook wiskunde, natuurkunde en scheikunde werden onderwezen. Vanaf het begin van de 20e eeuw ontstonden lycea, waarbinnen het gymnasium gecombineerd werd het de hogere burgerschool (hbs). Sinds de invoering van de Mammoetwet in 1968 is het gymnasium een vorm van voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Sommige gymnasia zijn categoraal, andere maken onderdeel uit van scholengemeenschappen.
In 1842 werd de Latijnse School in Nijmegen een Stedelijk Gymnasium. Bij raadsbesluit van 24 maart 1865 werd het gymnasium een gymnasium met vierjarige cursus. De zogeheten tweede afdeling aan de school werd gesloten.
De hoger onderwijswet van 28 april 1876 had consequenties voor de gymnasia. In 1878 kwam er een nieuw leerplan, waarna enkele jaren een gymnasium oude stijl en een gymnasium nieuwe stijl naast elkaar bestonden. De nieuwe, weer zesklassige school kreeg een ruimere rijkssubsidie, die het de gemeente mogelijk maakte een nieuw schoolgebouw annex rectorswoning te bouwen. Op 6 september 1881 werd de nieuwbouw aan de Kronenburgersingel geopend (dit gebouw van architect Weve werd in 1971 afgebroken). Op dat moment telde de school 41 leerlingen op 13 leraren en een claviger (portier).
In 1931 verhuisde het Stedelijk Gym naar het gebouw van de voormalige Rijkskweekschool aan de Van Schevichavenstraat. In 1991 vond opnieuw een verhuizing plaats naar het gebouw van de voormalige technische school aan de Kronenburgersingel. Het Stedelijk Gymnasium is momenteel met bijna 1350 leerlingen (schooljaar 2016/17) een van de grootste categorale gymnasia van Nederland.
Het Stedelijk Gymnasium stond vanaf de oprichting in 1842 onder bestuur van de rector, het toezicht van de curatoren en het oppertoezicht van het College van Burgemeester en Wethouders. In de praktijk was het Curatorium, bestaande uit 5 door de gemeenteraad benoemde personen, de baas.
In de raadsvergadering van 2 juni 1865 werd een commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs benoemd, bestaande uit vier raadsleden. Zowel deze commissie als het college van curatoren brachten jaarlijks verslag uit. Verder hadden zij het recht bij vacatures van het onderwijzend personeel een voordracht te doen, waarna de gemeenteraad een keuze maakte en benoemde. Ook bracht de commissie advies uit over de hoogte van de salarissen van het onderwijspersoneel. De raad stelde vervolgens de definitieve hoogte vast. Een rijksregeling maakte hieraan in 1920 een einde aan de invloed van de commissie en raad op de vaststelling van de salarissen.
Het curatorium verloor zijn machtige positie bij de invoering van de Wet op het Voortgezet Onderwijs – de ‘Mammoetwet’ – in 1968. Sindsdien vormden Burgemeester en Wethouders het bestuur en werd de positie van de rector veel sterker. Na een interimperiode in de jaren negentig, toen het bestuur gevormd werd door het Openbaar Voortgezet Onderwijs Nijmegen (OVON) ging het Stedelijk Gymnasium met ingang van 2002 deel uitmaken van de nieuw gevormde Alliantie Voortgezet Onderwijs, waaronder ook het Citadel College, het Dominicus College, het Maaswaal College (Wijchen), het Mondial College, het Pax Christi College (Druten) en de SSgN vallen. Ondanks alle veranderingen bleef het Stedelijk Gymnasium een zelfstandige stichting.
1842-1881:Nijmegen St. Stevenskerkhof D699 locatie in googlemaps
1881-1931:Nijmegen Kronenburgersingel 73 locatie in googlemaps
1931-1991:Nijmegen Van Schevichavenstraat 6 locatie in googlemaps
1991-:Nijmegen Kronenburgersingel 269 locatie in googlemaps
Inleiding van de toegang op het archief door Lisette Kuijper, Willem Poelhekke. (2010, 2017)